Zenuwstelsel

ADH en alcohol

pak je binas tabel 88 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

ADH en alcohol

pak je binas tabel 88 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw, functies en werking van de verschillende delen van het zenuwstelsel beschrijven.
  • Je kunt de bouw en signaalverwerking van de verschillende typen zenuwcellen beschrijven.
  • Je kunt de bouw, functie en verwerking van de hersenen en het ruggenmerg beschrijven.  (volgende les)

Slide 2 - Tekstslide

Het zenuwstelsel
Snelle en korte communicatie

Indeling op bouw:
  • Centrale zenuwstelsel: hersenen en ruggenmerg
  • Perifere zenuwstelsel: zenuwen
Indeling op functie:
  • Animale zenuwstelsel: bewuste acties + reflexen
  • Autonoom zenuwstelsel: onbewust, regeling inwendige organen

Slide 3 - Tekstslide

Zenuwcellen
Cellichaam bevat celkern en anderen organellen
Dendriet = uitloper die de impuls ontvangen
Axon = uitloper die de impuls van het cellichaam af geleidt.
Myelineschede = isolatielaag om axon, bestaande uit cellen van Schwann, insnoeringen tussen cellen.
Synaps = uiteindes van een axon

Binas 88A

Slide 4 - Tekstslide

Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Zenuwen
Uitlopers van zenuwcellen gebundeld in zenuwen.

  • Gevoelszenuwen: alleen uitlopers van sensorische zenuwcellen
  • Bewegingszenuwen: alleen uitlopers van motorische zenuwcellen
  • Gemengde zenuwen: bevat uitlopers van beide zenuwcellen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Ruggenmerg

Slide 9 - Tekstslide

Reflexboog

Slide 10 - Tekstslide

Van waarneming tot actie
Prikkel = een invloed uit het milieu op een organisme.
Waarneming door zintuigen

Impuls = elektrisch signaal in het zenuwstelsel

Slide 11 - Tekstslide

Communicatie tussen zenuwcellen
  1. Impuls komt aan bij synaps
  2. Blaasjes met neurotransmitters versmelten met celmembraan
  3. Neurotransmitters vrij in synapsspleet
  4. Neurotransmitters binden aan receptoren op het celmembraan van de volgende cel
  5. Nieuwe impuls in de volgende cel 

Neurotransmitter = signaalstof van het zenuwstelsel

Slide 12 - Tekstslide

Hersenstam
Verbinding tussen grote hersenen, kleine hersenen en ruggenmerg

Hierin liggen 
- centra voor alle autonome lichaamsfuncties (hartritme, snelheid ademhaling, bloeddruk).
- centra die te maken hebben met instinct en emoties

Op de overgang van hersenstam naar ruggenmerg kruisen impulsbanen elkaar.

Slide 13 - Tekstslide

De grote hersenen
De grote hersenen bestaan uit een linker en een rechter hersenhelft.
Bewust gedrag wordt vanuit de grote hersenen gestuurd.

Slide 14 - Tekstslide

Hersencentra
In de grote hersenen liggen de hersencentra. Dit zijn gebieden in je hersenen die verbonden zijn aan een zintuig. 

Check Binas 88C

Slide 15 - Tekstslide

Motorische schors
Linker hersenhelft stuurt rechts aan en andersom

  • Centra die nauwkeurige bewegingen uitvoeren hebben een groter oppervlak

Slide 16 - Tekstslide

Hersenen
De linkerhersenhelft is heel belangrijk voor taal, spraak en complexe bewegingen.  Deze hersenhelft richt zich meer op details.  Deze helft bestuurt de rechterkant van je lichaam.

De rechterhersenhelft is heel belangrijk voor het waarnemen van emoties.  Deze hersenhelft is sterk in ruimtelijk inzicht, zoals richting en afstand.  Deze helft bestuurt de linkerkant van je lichaam.

Slide 17 - Tekstslide

Het Ruggenmerg
  • Het ruggenmerg ligt goed beschermd in het wervelkanaal
  • In het midden van het ruggenmerg zit een holte: het centrale kanaal
  • Het centrale kanaal is gevuld met vocht en staat in verbinding met het hersenvocht 

Slide 18 - Tekstslide

Het ruggenmerg
Ruggenmerg is een verzamelingen van zenuwcellen en hun uitlopers.

 Het ruggenmerg loopt door de wervelkolom heen. 

Er zijn 31 ruggenmergzenuwen die signalen versturen en ontvangen vanuit het perifere zenuwstelsel (alle zenuwen in het lichaam)

Slide 19 - Tekstslide

Samen inoefenen/huiswerk
We maken samen opdracht 27, 31, 32

Zelfstandig werken: opdracht 26 t/m 32
compact 26,27,29, 30, 31
Dit is ook het huiswerk
Klaar kijk na met een nakijkboekje
Pak je leesboek of ga rustig iets voor jezelf doen

Slide 20 - Tekstslide

Welk gedeelte van het zenuwstelsel zorgt voor de versnelling van de hartslag wanneer je sport?
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel

Slide 21 - Quizvraag

Je zit midden in een sneeuwballengevecht en krijgt een sneeuwbal in je nek. Zintuigcellen in je huid nemen de kou waar en geven een signaal af aan de zenuwcellen, waardoor je je bewust wordt van de kou. Welk gedeelte van de zenuwcel zal dit signaal ontvangen?
A
Axon
B
Synaps
C
Dendriet
D
Myelineschede

Slide 22 - Quizvraag

Welk type zenuwcel vervoert de impulsen vanaf je zintuigen naar de hersenen (waar je bewust wordt van de kou in je nek)?
A
Sensorische zenuwcel
B
Motorische zenuwcel
C
Schakelcel

Slide 23 - Quizvraag

kleine hersenen
De kleine hersenen coördineren de samenwerking van je spieren. 

Je kleine hersenen laten hiervoor een aantal spieren precies op tijd hun werk doen.

De kleine hersenen zorgen dus voor coördinatie. 

Slide 24 - Tekstslide

Prikkel > impuls

De sterkte van de impuls is altijd gelijk, alleen de frequentie wisselt.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video