Festo Meclab handeling

Handeling


Festo Meclab Handeling 
klas 3
1 / 67
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 67 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Handeling


Festo Meclab Handeling 
klas 3

Slide 1 - Tekstslide

Informatie behorende bij deze lesopdracht:

Benodigde materialen:
station handeling van Festo, is een onderdeel van Meclab deze bestaat uit een serie van drie stations.

Benodigde software programma('s): Fluidsim 6.0, hiervoor is een licentie nodig.

Waar zijn de benodigde materialen / programma's te koop ( link om te bestellen): 
https://www.festo.com/nl/nl/

Geschatte uren voor deze lesopdracht: maximaal 4 lesuren van 45 minuten.

Aantal leerlingen die aan deze opdracht kunnen werken: 
2 leerlingen per set.
Wat weet je al over het onderwerp?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
Introductie filmpje
Doelstellingen
Competenties
Handeling station
Onderdelen handeling station 1
Onderdelen handeling station 2
Onderdelen handeling station 3
Onderdelen handeling station 4
Werking handeling station 1
Werking handeling station 2
Werking handeling station 3
Praktijkopdracht
Opdracht 1 Symbolen horizontale cilinder
Opdracht 1.1 Aansluiten van de componenten
Opdracht 1.2 Testen dubbelwerkende cilinder
Opdracht 2.0 Symbolen verticale cilinder
Opdracht 2.1 Aansluiten van de componenten
Opdracht 2.2 Testen van de verticale cilinder
Opdracht 3.0 Symbolen zuignap
Opdracht 3.1 Aansluiten van de componenten
opdracht 3.2 Testen zuignap 
opdracht 4.0 Ingeven van codering horizontale cilinder
Opdracht 4.1 Ingeven van codering verticale cilinder
Opdracht 4.2 Ingeven van codering zuignap
Opdracht 5.0 Elektronische componenten verzamelen
Opdracht 5.1 Elektronische componenten aansluiten
Opdracht 5.2 Elektronische componenten coderen
Opdracht 6.0 6.1 6.2  Logic modulen, programma programmeren
Opdracht 7.0 I / O paneel coderen
Opdracht 7.1 + 8.0 Testen en aansluiten station handeling
Zelfbeoordeling competenties en LOB
Huiswerkopdracht 1& 2
Begrippenlijst
Inhoudsopgave

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze les leer je zien wat het nut van een handeling station kan zijn. We gaan de handeling station via een simulatieprogramma, Fluidsim automatische aansturen en bakjes op pakken en samenpersen. Je leert nu op een andere manier een station te programmeren dan je gewent was met kleurenblokjes zoals in klas 1&2. In deze les ga je ook weer werken aan je competenties.

Inleiding

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Tijdens deze les ga je het volgde leren:

  • Functies van een handeling station
  • Aansluiten van een handeling station
  • Werken met symbolen
  • Sensoren programmeren
  • Testen van Handeling station
Doelstellingen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan deze competenties ga je werken:
K 2.3 Hoe goed kan je samenwerken 
K 2.16 Instructie en procedures opvolgen
K 2.8 Vakdeskundigheid toepassen
 

Competenties

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een handeling station is een technische systeem die beroepsmatig toegepast worden bij o.a. productie in de industrie of groene sector. Je kan hierbij denken aan het oppakken van kwetsbare producten zoals appel en mango's die geselecteerd moeten worden op kwaliteit.  Door dit te automatiseren kost dit minder arbeidskrachten en word de productie goedkoper.


Handeling station

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dubbelwerkende cilinder 
Deze kan je herkenden doordat je aan twee kanten een luchtslang kan aansluiten. Deze schuift in en uit door perslucht.

Zuigerstang 
In de cilinder zit een stang die kan in en uit schuiven.
 
Magneet naderingssensor
Deze meet of de zuigerstang van de cilinder is in of uitgeschoven. 

T-verdeler
Lucht leidingen kunnen worden gesplitst door een T-verdeler
Onderdelen handeling station 1

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Venturi-ejector 
Door dat de lucht langs opening 2 stroomt (zie symbool) ontstaat er een onderdruk in leiding 2, vacuüm / zuigende werking.

Vacuüm zuignap 
Met deze zuignap kan je kwetsbare materialen opzuigen en verplaatsen.
 
3/2 afsluitkraan 
Met deze kraan kan je de luchtleidingen afsluiten, zodat er geen lucht meer in of uit kan stromen. 


Onderdelen handeling station 2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelheidsregelventiel  
Met dit ventiel kan je de hoeveelheid lucht die door een leiding stroomt verminderen, je maakt de doorstoom in de leiding smaller.

3/2 magneetventiel monostabiel 
3 aansluitpunten en 2 keuzemogelijkheden, aan 1 kant zit een magneet en aan de andere kant een veer.
 
5/2 magneetventiel bistabiel
5 aansluitpunten en 2 keuzemogelijkheden met aan beide zijden een magneet. 

Onderdelen handeling station 3

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Perslucht aansluitpunt  
Dit is het aansluitpunt voor de perslucht op het station.

Drukregelaar 
met deze draaiknop kan je de luchtdruk verhogen of verlagen en aflezen op de manometer.
 
Compressor
Dit is het apparaat dat de lucht aanzuigt en onder druk in een tank opslaat. 

I/O paneel
Verbinding tussen pc / labtop en het handeling station
Onderdelen handeling station 4

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met behulp van het programma fluidsim kun je de sensoren laten meten en de actuatoren laten werken. Op dit station zitten 4 sensoren gemonteerd. Beide dubbelwerkende cilinders moeten ingeschoven zijn voordat het verplaatsingsproces in werking mag gaan. Let op: als de verticale cilinder uitschuift mag de horizontale cilinder niet verplaatsen. 

  1. De verticale cilinder moet gaan uitschuiven en is een dubbelwerkende cilinder. Dat houdt in dat er zowel voor het in- als het uitschuiven luchtdruk nodig is. Deze cilinder wordt aangesloten met 2 luchtslangen. Wanneer de computer spanning op het ventiel zet, laat het ventiel lucht door. Dit ventiel wordt een bi-stabiel 5/2 ventiel genoemd. Bi = twee Stabiel = onveranderlijk. Het ventiel ‘onthoudt’ zelf welk signaal de computer als laatste gegeven heeft. 
  2. Als de verticale cilinder aan het uitschuiven is begint de zuignap te zuigen. De zuignap word bediend door venturi-ejector en zit via de 3/2 monostabiel ventiel aangesloten. Mono = een of enkel. Stabiel = onveranderlijk. Als de zuigerstang helemaal is uitgeschoven zuigt de zuignap het zwarte bakje vast. 
  3. De verticale cilinder schuit weer in en neemt het zwarte bakje mee omhoog.
  4. De magneetsensoren op de cilinder meten of de zuigerstang helemaal is uitgeschoven of is ingeschoven. 


Werking handeling 
station 1

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel aansluitingen heeft een dubbelwerkende cilinder?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke sensor ziet er op de dubbelwerkende cilinder?
A
lichtsensor
B
magneetsensor
C
druksensor
D
tempratuursensor

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door de venturi-enjector ontstaat er?
A
overdruk
B
luchtdruk
C
vacuüm
D
magnetischewerking

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de verticale dubbelwerkende cilinder is ingeschoven blijf deze het zwarte bakje nog steeds vasthouden, er blijft vacuüm gezogen worden. De volgde stappen volgen 

  1. De horizontale dubbelwerkende cilinder gaat uitschuiven. Deze cilinder wordt ook met 2 luchtslangen en op een 5/2 bi-stabiel aangesloten.
  2. Als deze helemaal is uitgeschoven is, gaat de verticale cilinder pas weer uitschuiven.
  3. Als de zuigerstang helemaal is uitgeschoven schakelt de 3/2 mono stabiel ventiel terug en word er geen vacuüm meer gezogen.
  4. Het zwarte bakje is nu op de ander helft van het bakje geperst. waarna de verticale cilinder weer zal inschuiven.
  5. Pas als de verticale cilinder is ingeschoven zal de horizontale cilinder weer naar zijn beginstand terug schuiven.
  6. De magneetsensoren op beide cilinders meten of de zuigerstang helemaal is uitgeschoven of is ingeschoven. 
Werking handeling 
station 2

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de afbeelding en symbool naar de juiste naam. 
Sleepopdracht 1
5/2 magneet ventiel bistabiel
3/2 magneetvenyiel monostabiel
Dubbelwerkend cilinder
vacuüm nap
Magnetische naderingssensor

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

klip op volgde.

  1. Om er voor te zorgen dat de cilinders niet te snel in en uitschuiven word er gebruik gemaakt van snelheid regelventielen. Met deze ventielen kan je de luchtdoorlaat in de leidingen verkleinen. 
  2. In het logic module word het digitale besturingsprogramma gemaakt. Aan de linkerkant ingangen en aan de rechterkant de uitgangen. Daar tussen worden de voorwaarden genoteerd wanneer een cilinder in of uit moet schuiven,  er wel of geen vacuüm gecreëerd moet worden.
  3. Om van uit het softwareprogramma de instructies te kunnen laten communiceren met het station word er gebruik gemaakt van een I/O paneel. Het I/O paneel zit verbonden met de magneetsensoren op de cilinders en op de stuurventielen.
  4. Op het station zit ook nog een 3/2 afsluitkraan en een T splitsing.

 


Werking handeling 
station 3

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het handig om een snelheidsregelventiel in het systeem in te bouwen?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het nu van de afsluitkraan?
A
het systeem ontluchten.
B
het systeem onder druk houden.
C
wanneer er een storing is schakelt deze uit.
D
zodat er geen vloeistof weg lekt.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de afbeelding en symbool naar de juiste naam. 
Sleepopdracht 2
T verdeler
3/2 afsluitkraan
I/O paneel
Logic modulen
Magnetische naderingssensor

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je nodig voor de praktijkles:

Station handeling
Open op je laptop het programma Fluidsim
gebruikersnaam: GroeneMachinePark
mailadres: Yuverta mail
wachtwoord: krijg je van je docent 





Praktijkopdracht

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg van de opdracht
De handeling moet de volgde taken uitvoeren:
Wanneer jij op start klikt moet het bakje zonder rand opgepakt worden door de dubbelwerkende cilinder met zuignap. Vervolgens moet de andere dubbelwerkende cilinder uitschuiven waarna de cilinder met zuignap het bakje op het andere bakje plaatst.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom mag de liggende dubbelwerkende cilinder pas uitschuiven nadat de staande dubbelwerkende cilinder weer is ingeschoven?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fluidsim
Als je het programma fluidsim hebt geopend bewaar je opdracht als eerst
Save file As. geef je opdracht een naam en bewaar het in je one-drive van je 
Yuverta account.

Aan de linker kant zie je een bibliotheek met allemaal symbolen van onderdelen en rechts het werkveld.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1 Symbolen horizontale dubbelwerkende cilinder
Verzamel de benodigde onderdelen om de horizontale dubbelwerkende cilinder
te kunnen aansluiten zoals in de afbeelding zijn afgedrukt.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1.1 Aansluiten van de componenten
Het op elkaar aansluiten van de twee componenten gaat als volgt:
Klik op het einde van een leiding van een component, sleep naar gewenste aansluiting
van het ander component, laat de muikknop los. Zie afbeelding. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1.2 Testen dubbelwerkende cilinder 
Klik op volgde:

  • Boven aan het scherm zie je een startknop, klik hier op.
  • De startknop word nu groen en je ziet de luchtleidingen blauw kleuren.
  • Klik met de muis op de 5 / 2 magneetventiel.
  • Wat zie je veranderen?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je gebeuren als je op de 5/2 magneetvetiel klikt?
A
De cilinder schuif in
B
De cilinder schuift uit

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2.0 Symbolen verticale dubbelwerkende cilinder
Verzamel de benodigde onderdelen om de verticale dubbelwerkende cilinder
te kunnen aansluiten zoals in de afbeelding zijn afgedrukt.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2.1 Aansluiten van de componenten
Het op elkaar aansluiten van de twee componenten gaat als volgt:
Klik op het einde van een leiding van een component, sleep naar gewenste aansluiting
van het ander component, laat de muikknop los. Zie afbeelding. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2.2 Testen verticale cilinder 
Klik op volgde:

  • Boven aan het scherm zie je een startknop, klik hier op.
  • De startknop word nu groen en je ziet de luchtleidingen blauw kleuren.
  • Klik met de muis op de 5 / 2 magneetventiel.
  • Wat zie je veranderen?

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je gebeuren als je op de 5/2 magneetvetiel van de verticale cilinder klikt?
A
De cilinder schuif in
B
De cilinder schuift uit

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3.0 Symbolen zuignap
Verzamel de benodigde onderdelen om de verticale dubbelwerkende cilinder
te kunnen aansluiten zoals in de afbeelding zijn afgedrukt.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3.1 Aansluiten van de componenten
Het op elkaar aansluiten van de twee componenten gaat als volgt:
Klik op het einde van een leiding van een component, sleep naar gewenste aansluiting
van het ander component, laat de muikknop los. Zie afbeelding. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3.2 Testen zuignap 
Klik op volgde:

  • Boven aan het scherm zie je een startknop, klik hier op.
  • De startknop word nu groen en je ziet de luchtleidingen blauw kleuren.
  • Klik met de muis op de 3 / 2 magneetventiel.
  • Wat zie je veranderen?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je gebeuren als je op de 3/2 magneetvetiel van de zuignap klikt?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4.0 Ingeven van de codering horizontale cilinder
We gaan nu de codering ingeven aan de componenten die met elkaar 
verbandhouden. Zo kan een magneetsensor meten wanneer de zuigerstang aan het
einde van zijn slag is gekomen. Hierdoor kan de volgorden van in en uitschuiven bepaald worden. Door met de linkermuisknop dubbel te klikken op een component opent er een menu. In dit menu geeft je de codering aan van de onderdelen. Zie alle 4 de afbeeldingen en geeft de codering in van alle onderdelen.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4.1 Ingeven van de codering verticale cilinder
We gaan nu de codering ingeven van de verticale cilinder. Zie onderstaande 
afbeelding en geef de codering in van alle onderdelen.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4.2 Ingeven van de codering zuignap
We gaan nu de codering ingeven van de zuignap. Zie onderstaande 
afbeelding en geef de codering in van alle onderdelen.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5.0 Elektonische componenten verazamelen 
Om de pneumatische onderdelen te kunnen laten communiceren met het digitale
software hebben we elektronische componenten nodig. Verzamel in de bibliotheek 
de elektronische onderdelen zoals in de afbeelding.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5.1 Elektonische componenten aansluiten 
Sluit de onderdelen aan zoals je eerder heb geleerd. Zie beide afbeeldingen.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5.2 Elektonische componenten coderen 
We gaan nu de codering ingeven van de elektronische componenten die met elkaar
verband houden. Door met de linkermuisknop dubbel te klikken op een component 
opent er een menu. In dit menu geef je de codering aan van de onderdelen. 
Zie onderstaande twee afbeeldingen en geef de codering in van alle onderdelen.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6.0 Logic modulen
We gaan nu een programma in de logic modulen programmeren. Dubbelklik op het 
logic modulen en er opent een tweede menu. Het venster met de in (I1 t/m I6) en 
uitgangen (Q1 t/m Q6).  

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6.1 Logic programma programmeren
Verzamel nu eerst de digitale componenten, zie afbeelding.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6.2 Logic programma programmeren
Bekijk alle afbeeldingen 1 voor 1 en sluit de onderdelen meteen aan. Kijk goed naar
welke onderdelen de lijnen worden verbonden.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 7.0 I/O paneel coderen 
Om verbinding tussen de pc / laptop te kunnen maken hebben we een I/O paneel
nodig. Ook deze moet gecodeerd worden. Dubbel klik met de linkermuisknop op
het I/O paneel en geef de codering in, zie afbeelding. 

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 7.1 Testen
klik op volgde.

  • Klik op de startknop boven in het scherm, deze word groen
  • Houd shift ingedrukt en klik met de muisknop in het elektronische component op de schakelaar
  • Klik vervolgens op de start schakelaar in het elektronische component.
  • Kijk goed wat er in het pneumatische en elektronische schema gebeurt.
  • Herhaal dit eventueel om het goed te bekijken.
  • Zie ook het filmpje op de volgde slide, deze word vertraagd afgespeeld.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leg aan de hand van de afbeelding uit wat er gebeurd?

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg aan de hand van de afbeelding uit wat er gebeurd?

Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 8.0 Testen station handeling
We gaan nu de handeling station aansluiten op de laptop en daarna gaan we deze 
testen. Klik op volgde.

  • Sluit met bijbehorende USB kabel de handeling station aan op de laptop.
  • Bij de handeling station zit ook een lader, sluit deze aan.
  • Plaats de bakjes op de juiste plaats van het station.
  • Klik op de startknop boven in het scherm, houd shift ingedrukt en klik met de muisknop in het elektronische component op de schakelaar.    
  • Klik op start in het elektronische schema en kijk goed wat er gebeurd bij het station en op het scherm van je laptop.


Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfbeoordeling van de competenties K 2.3:
* Hoe goed kan je samenwerken
*Wat vond je goed gaan
*Wat kan je nog verbeteren

Slide 54 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfbeoordeling van de competenties K 2.16:
* Uitvoeren van de werkzaamheden volgens opdracht
*Werken volgens voorschriften


Slide 55 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfbeoordeling van de competenties K 2.8:
* Weten wat er gedaan moet worden
*Toepassen wat je heb geleerd


Slide 56 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk op de volgende slide het filmpje en kijk goed welke beroepen er mogelijk in zitten verwerkt.


LOB

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 58 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke beroepen heb je mogelijk kunnen zien in het filmpje?

Slide 59 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de afbeelding naar de juiste naam, je houd vier woorden over
Huiswerkopdracht 
Snelheidsregelventiel
Magnetische naderingssensor
Venturi-ejector
3/2 afsluitkraan
I/O paneel
Vacuüm nap
5/2 magneetventiel bi-stabiel
3/2 magneetventiel monostabiel
Sensor
mono ventiel
Enkel werkende cilinder
Dubbelwerkende cilinder
vacuüm pomp

Slide 60 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de afbeelding naar de juiste naam, je houd vier woorden over
Huiswerkopdracht 
Snelheidsregelventiel
Magnetische naderingssensor
Venturi-ejector
3/2 afsluitkraan
I/O paneel
Vacuüm nap
5/2 magneetventiel bi-stabiel
3/2 magneetventiel monostabiel
Sensor
mono ventiel
Enkel werkende cilinder
Dubbelwerkende cilinder
vacuüm pomp

Slide 61 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

A
Aansturen
Richting geven aan een onderdeel.
Actuator
Een onderdeel dat iets in beweging zet.
Arbeidskrachten
 Arbeiders, personen die werken of werken kunnen.
B
C
Compressor
Een compressor is een apparaat dat een gas, vaak lucht, kan samenpersen en onder hogere druk. 
Component
Een component is een kleiner, opzichzelfstaand deel (onderdeel) van een groter geheel.
D
Dubbelwerkende cilinder
Een dubbelwerkende cilinder wordt zo genoemd, omdat deze cilinder kracht uit oefent in meerdere richtingen, namelijk zowel drukkracht als trekkracht.
Drukregelaar
Een drukregelaar verlaagt de ingangsdruk tot de gewenste uitgangsdruk van het systeem en zal deze druk 
constant houden.
E
Begrippenlijst

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

F
G
H
Horizontale 
Iets wat plat is, in liggende positie is en van links naar rechts gaat. Dit kan een lijn, maar ook een voorwerp zijn.
I
Industrie
De verzameling bedrijven die, van grond‑ en hulpstoffen, halffabrikaten of eindproducten maken
I/O paneel
In de automatisering Input/Output en staat voor de dataoverdracht tussen systemen en een computer (dit is vaak een PLC).
J
K
L
Luchtdruk
De luchtdruk is de druk die lucht uitoefent op voorwerpen.
M
Magneetsensor
Een magnetische sensor meet mogelijk een op object op afstand. 
Mono
Betekent 1

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

N
O
P
Persen
Druk op een voorwerp vergroten.
Productie
Is het maken (produceren) van goederen of diensten met als doel ze te verkopen
Q
R
S
Sensoren
Een sensor is een apparaat dat fysieke of chemische eigenschappen van de omgeving kan detecteren en meten
Schakelaar
Een schakelaar is een soort poort die in een elektrisch circuit stroom onderbreekt of verbindt.
Simulatieprogramma
Een software programma waarmee je een echte gebeurtenis mee kan na bootsen.
Snelheidsregelventiel
snelheidsregelventiel of smoorventiel is te vergelijken met een waterkraan die je meer of minder openzet.
Stapelmagazijn
Een technische systeem die handelingen uitvoert om arbeidskracht te besparen.

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spanning
Spanning is de druk die de voedingsbron van een stroomkring uitoefent om geladen elektronen (stroom) door een geleidende lus te duwen
Symbolen
Is een teken afgeleid van een voorwerp of een betekenis
T
T-verdeler
Een splitsing in drie richtingen. 
U
V
Vacuüm zuignap
Een zuignap is een component dat op het oppervlak van een voorwerp kan worden geduwd; door de soepelheid van de zuignap en het vacuüm dat in de zuignap wordt gecreëerd, "kleeft" de nap aan het oppervlak en kan het voorwerp worden opgetild.
Ventiel
Deze ventielen zorgen ervoor dat de perslucht naar de juiste onderdelen wordt geleid.
Venturi - ejector
 is een apparaat dat onderdruk produceert via het venturi-effect. In een aspirator stroomt vloeistof door een buis die smaller wordt, de venturi. In de venturi neemt de snelheid van de vloeistof toe en de druk af. Vanaf dit punt ontstaat onderdruk.
Verticaal
Verticaal is iets wat steil is, rechtop staat en van boven naar beneden gaat. 

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

W
Werkveld
In dit gebied teken je de componenten en aansluitingen. 
X
Y
Z
Zuigerstang
De beweging van de zuiger wordt via de zuigerstang doorgegeven aan de te bewegen onderdelen.

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handeling
Controleer of je alle vragen en opdrachten heb gemaakt 

Festo Meclab
handeling


Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies