les 7 periode 3 thema erfelijkheid en evolutie: DNA-Technieken

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht Periode 3
  • Thema: Voortplanting en seksualiteit (H4) 
  • Thema: Erfelijkheid en Evolutie (H5)


Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
de pubertijd
een vrouw
een man
seks


veilig vrijen
zwangerschap 
genotype 
fenotype
chromosomen
genen en allelen
transcriptie
de evolutietheorie
geschiedenis van het leven op aarde
DNA-technieken
herhalingsweek

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Niet alle organismen fossiliseren even snel. Van welk van de onderstaande dieren zijn waarschijnlij de minste fossielen ontstaan?
A
Slang
B
Vis
C
Octopus
D
Kreeft

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN rudiment bij mensen?
A
Kippenvel
B
Verstandskiezen
C
Navel
D
Blinde darm

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt over genen en allelen?
A
een gen zit in het DNA een allel op een chromosoom
B
een gen is een eigenschap een allel is een variant van de eigenschap
C
allel en gen zijn synoniemen van elkaar
D
een allel is een eigenschap een gen is een variant van de eigenschap

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij katten komen de vachtkleuren zwart en rood voor. Zwart is een sterker allel dan rood.
Wat geldt voor het genotype van een zwarte kat?
A
Altijd homozygoot
B
Altijd heterozygoot
C
Homozygoot of heterozygoot

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Biotechnologie

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen
  1. T1: Je kunt enkele DNA-Technieken in de biotechnologie beschrijven. 
  2. T1
  3. T2
  4. I


Slide 11 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Biotechnologie
Verzamelnaam voor technieken waarbij de mens organismen gebruikt om producten te maken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recombinant-DNA-technieken
Recombinant-DNA-technieken: DNA gaat van organisme één naar organisme twee.

Genetische modificatie: Het aanbrengen van het gewenste DNA in een organisme.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genetische modificatie

Een kunstmatige verandering in het DNA van een organisme

Als het nieuwe gen van een ander organisme afkomstig is dan noem je het gemodificeerde organisme transgeen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Crispr-cas kan gerichte wijzigingen in het DNA van een organisme aanbrengen.

Gene-editing: Gen aanpassing

Je kunt de techniek vergelijken met het aanpassen (‘editing’) van tekst. Door enkele letters te veranderen of een woord weg te laten, ontstaat een woord of zin met een nieuwe betekenis.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Genomics
Genomics: Onderzoek naar al het DNA en genen van een organisme.

Bij kankeronderzoek:
genen van gezond weefsel
worden vergeleken met
tumorweefsel.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eDNA
Organismen laten unieke 
DNA sporen achter.
Door uit zeewater, sneeuw 
of lucht kun je met eDNA 
erachter komen welke soorten in het gebied 
voorkomen zonder deze soorten te hoeven zoeken of zelfs te hoeven vangen. 


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke DNA-technieken worden toegepast in de volgende situaties?
bacteriën geschikt maken om insuline te produceren
DNA van landbouwgewassen aanpassen als bescherming tegen ziekten
onderzoeken welke invloed medicijnen hebben op het DNA
ouderschapstest
DNA-test
Genetische modificatie
genomics
crispr-cas

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoever mag genetische modificatie gaan?
Mag je veevoer genetisch aanpassen?
Mag je voedselgewassen genetisch aanpassen?
Mag je dieren voor consumptie genetisch aanpassen?
 Mag je huisdieren genetisch aanpassen?
Mag je wilde dieren genetisch aanpassen?
Mag je mensen genetisch aanpassen?
Met welk doel mag je organismen genetisch aanpassen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

practicum
Checklist:
  • Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
  • Afwisseling in oefentypes 
  • Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik, wij, jij, wij)
  • Het leren zichtbaar maken
  • Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel

Slide 23 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 24 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

    Begrippen uit deze les
  • biotechnologie
  • recombinant-DNA-technieken
  • genetische modificatie
  • crispr-cas
  • gen editing
  • geomics
  • DNA-test
  • synthetische biologie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 26 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies