Basisstof 1: organen van dieren

Organen van dieren
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Organen van dieren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke organen ken je?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kunnen jullie:
  •  Verschillende organen en hun kenmerken bij mensen benoemen.
  • Noemen welke functie een orgaan heeft en dit plaatsten bij  het orgaan in het juiste orgaanstelsel.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

groot---------------------------klein

- organisme
- organenstelsel
- orgaan
- cel

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Organen
Ons lichaam is opgebouwd uit organen.
Orgaan: deel van een organisme met één of meer functies. 

Als organen "samenwerken" met hun taken dan horen deze bij een orgaanstelsel

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orgaanstelsels
orgaanstelsel = groep organen die samen een taak uitvoeren



Slide 7 - Tekstslide

bloedvaten stelsel
verteringsstelsel
ademhalingsstelsel
skelet
zenuwstelsel
spierstelsel
Het is belangrijk dat je de organen en organenstelsel kunt benoemen. Ook moet je weten welke organen bij welk organenstelsel horen
blz 87 boek

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lees bladzijde 86,87 en 88
Organen van dieren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maken: Opgave 1 tot en met opgave 6 op blz 89-92
Extra: opgave 7 op blz 93

Biologiepagina: de elf orgaanstelsels
nogmaals uitleg:https://www.youtube.com/watch?v=jK-QdPagFEU
Kom kijken bij de torso vooraan

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hart is een...
A
spier
B
orgaan
C
orgaanstelsel
D
weefsel

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet het orgaan
rechts- onder het
donker bruine orgaan?
A
Lever
B
Maag
C
Galblaas
D
Alvleesklier

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn organen?
A
Dat is het middenrif.
B
Het zijn cellen in je romp.
C
Dat zijn delen van het lichaam met een bepaalde taak.
D
Dat is de borstholte en de buikholte samen.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij kent de organen!

Welk orgaan is nr. 4
A
Lever
B
Long
C
Nier
D
Maag

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een orgaan?
A
Ja dit is een orgaan
B
Nee dit is een orgaanstelsel

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen orgaan
A
huid
B
voeten
C
nieren
D
hart

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een orgaan?
A
Ja!
B
Nee!

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een orgaan van de mens.
Tot welk orgaanstelsel behoort dit orgaan?
A
Tot het ademhalingsstelsel
B
Tot het bloedvatenstelsel
C
Tot het verteringsstelsel
D
Tot het zenuwstelsel

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij kent de organen!

Welk orgaan is nr. 2
A
Lever
B
Long
C
Nier
D
Maag

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij kent de organen!

Welk orgaan is nr. 5
A
Lever
B
Long
C
Nier
D
Maag

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij kent de organen!

Welk orgaan is nr. 8
A
slokdarm
B
Long
C
hart
D
Maag

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jij kent de organen!

Welk orgaan is nr. 10
A
aorta
B
nier
C
lever
D
Maag

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

een orgaan is een deel van een organenstelsel
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heeft een kip organen? En heeft een tulp organen?
A
Alleen een kip heeft organen
B
Alleen een tulp heeft organen
C
Een kip en een tulp hebben allebei organen
D
Geen van beide hebben organen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een organenstelsel is een groep organen die samen een bepaalde functie hebben
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een organisme komen onder andere cellen, organen, organenstelsels en weefsels voor. Wat is de juiste volgorde van deze delen, van groot naar klein?
A
Orgaan – organenstelsel –– cel – weefsel.
B
organenstelsel – weefsel – orgaan – cel.
C
Organenstelsel – orgaan – weefsel – cel .
D
Weefsel – organenstelsel – orgaan – cel.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kunnen jullie:
  •  Verschillende organen en hun kenmerken bij mensen benoemen.
  • Noemen welke functie een orgaan heeft en dit plaatsten bij  het orgaan in het juiste orgaanstelsel.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies