4H Overal Natuurkunde Hfst 5.2

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert hoe atoomkernen vervallen.
Je leert waar ioniserende straling vandaan komt.

Slide 4 - Tekstslide

Uit welke drie onderdelen bestaat een atoom?

Slide 5 - Open vraag

Proton: positief deeltje, lading +e
aantal protonen: Z (atoomnummer)


Neutron: geen lading, neutraal
aantal neutronen:
Elektron: negatief deeltje, lading -e

Slide 6 - Tekstslide

Aantal protonen (Z) bepaalt welk atoom/materiaal: atoomnummer
Aantal neutronen (N) bepaalt welk isotoop
massagetal A = N * Z

Slide 7 - Tekstslide

A = N (neutronen)* Z (protonen)
Wat is de juiste schrijfwijze voor
deze waterstof?

Slide 8 - Open vraag

            11H                                    2aH                                 31H

Slide 9 - Tekstslide

Pak je binas tabel 25A
A
Gedaan
B
Binas kwijt en die ga ik snel zoeken

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Welk symbool (atoom) hoort bij welk atoomnummer?
          32             28                92                 16                 99
U
Ge
Es
S
Ni

Slide 12 - Sleepvraag

Hoeveel isotopen heeft Pb (Z = 82)?

Slide 13 - Open vraag

Atoommassa berekenen
Binas tabel 25A staat bij atoommassa u
Bijvoorbeeld 42He (atoomnr 2, massagetal 4)
Hier staat bij atoommassa 4,002603
Dit betekent: atoommassa = 4,002603 * u met u = 1,6605 *10-27 kg (binas tabel 7B!) 
Dus: atoommassa 42He = 6,6463 *10-27 kg

Slide 14 - Tekstslide

u = 1,6605 *10-27 kg
Wat is de atoommassa van 65,29Cu?

Slide 15 - Open vraag

Antwoord
Gegeven: 6529Cu > Binas 25A > atoommassa = 64,92779u
u = 1,6605 *10-27 kg
Gevraagd: atoommassa in kg
Oplossing: m = 64,92779 * u = 64,92779 * 1,6605 *10-27 kg = 107,81 *10-27 kg of 1,0781 * 10-25 kg

Slide 16 - Tekstslide

Herinner je je nog deze 3 soorten straling?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Radioactief of niet?
Instabiel: het deeltje valt uit elkaar
- halveringstijd
- alfa, beta of gamma straling
- radioactief
Stabiel: het deeltje blijft zoals het is
geen straling, niet radioactief

Slide 19 - Tekstslide

Welk deeltje of welke straling komt vrij bij het verval van 234,92 U?
A
alfa (2protonen + 2 neutronen)
B
beta - (elektron)
C
gammastraling
D
geen idee

Slide 20 - Quizvraag

Welk deeltje of welke straling komt vrij bij het verval van 204,82 Pb?
A
alfa (2protonen + 2 neutronen)
B
beta - (elektron)
C
gammastraling
D
geen idee

Slide 21 - Quizvraag

Welk deeltje of welke straling komt vrij bij het verval van 121,50 Sn?
A
alfa (2protonen + 2 neutronen)
B
beta - (elektron)
C
gammastraling
D
geen idee

Slide 22 - Quizvraag

Alfa-verval
23392 U valt uit elkaar en daar komt alfastraling bij vrij
Dat betekent dat hij 2 protonen en 2 neutronen verliest
Z (aantal protonen) = 92 - 2 = 90
A (aantal protonen + neutronen) = 233 - 4 = 229
Er ontstaat een nieuw atoom
29990 X met X = Th
Dus: 23392 U = alfa (of 42He) +  29990Th

Slide 23 - Tekstslide

Beta verval
Bij beta komt er een elektron uit de kern
Een neutron valt uiteen in een proton en een elektron. De elektron gaat weg
Dat betekent dat het aantal protonen Z +1 is
Het aantal neutronen N -1 is
Atoomnummer A = Z + N is hetzelfde gebleven
14158 Ce = 0-1 e (of beta-) + 14159 Pr

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Gamma straling

Slide 26 - Tekstslide


Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Je weet nu
.. hoe atoomkernen vervallen.
.. waar ioniserende straling vandaan komt.

Slide 29 - Tekstslide

Opdrachten maken
            route 1:        11 t/m 20            
route 2:       18 t/m 24
Vragen via Teams 
Hoe wil je werken?

Slide 30 - Tekstslide

Ik werk het liefste ..
A
in break-out rooms
B
met z'n tweeën in eigen kanaal
C
alleen

Slide 31 - Quizvraag