Grammatica - zinsdelen en woordsoorten

Welkom A3B!
Ga rustig zitten op je eigen plek.
Pak je spullen.
Telefoon op stil & in je tas.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom A3B!
Ga rustig zitten op je eigen plek.
Pak je spullen.
Telefoon op stil & in je tas.

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  • Ik kan zinsdelen benoemen.
  • Ik kan woordsoorten benoemen.

Waarom?
  • basis van formuleren + spelling klas 4

Wat gaan we doen? (50 min.).
  1. startopdracht
  2. voorkennis + uitleg
  3. doel bereikt?
  4. zelfst. werken: instaptoets

Slide 2 - Tekstslide

startopdracht
  • schrijf twee verschillen op tussen redekundig en taalkundig ontleden
  • controleer je antwoord met behulp van het filmpje

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

zinnen ontleden
  1. persoonsvorm (PV)
  2. onderwerp (OW)
  3. werkwoordelijk gezegde (WG)
  4. lijdend voorwerp (LV)
  5. meewerkend voorwerp (MV)
  6. bijwoordelijke bepaling (BWB)

Slide 5 - Tekstslide

naamwoordelijk gezegde
Mijn vriend bakt vaak taarten.
Mijn vriend is bakker.

Slide 6 - Tekstslide

wederkerende werkwoorden
Hij verslaapt zich elke maandag.
Zij amuseert zich op het schoolfeest.

verplicht wederkerend: onderdeel van WG
toevallig wederkerend: wederk. vnw = LV



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

voorzetselvoorwerp
= het zinsdeel vanaf het vaste voorzetsel bij werkwoorden met een vast voorzetsel

Ik wacht al uren op de bus.

Slide 9 - Tekstslide

bijvoeglijke bepaling
= geen zelfstandig zinsdeel!

'ondergeschikte bijwoordelijke bepaling'
kan ín een bijv. bep. zitten


Slide 10 - Tekstslide

Doel bereikt?
  • Aan de Zeeuwse kust verschijnen steeds meer luxe vakantieresorts.
  • pv:
  • ow:
  • wwg:
  • lv:
  • mv:
  • bwb:

Slide 11 - Tekstslide

In welke volgorde moet je een zin ontleden?
A
onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, meewerkend voorwerp, lijdend voorwerp
B
onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde
C
werkwoordelijk gezegde, persoonsvorm, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling
D
onderwerp, werkwoordelijk gezegde, persoonsvorm, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling

Slide 12 - Quizvraag

terugblik
Benoem de onderstreepte woorden.

De  laatste  film die Ellen  gezien  heeft, was  heel  romantisch.



Slide 13 - Tekstslide

woordsoorten benoemen
  • zelfstandig / hulpwerkwoord / koppelwerkwoord
  • persoonlijk / bezittelijk vnw: hen/hun
  • wederkerend vnw: me, zich 
  • wederkerig vnw: elkaar

Slide 14 - Tekstslide

werkwoordstijden
  • verleden tijd of tegenwoordige tijd? kijk naar PV
  • voltooid of onvoltooid? zoek het voltooid deelwoord

Slide 15 - Tekstslide

Doel bereikt?
Benoem de onderstreepte woorden.

Aangekomen op  de  top van de berg feliciteerden de bergbeklimmers elkaar met deze enorme prestatie.



Slide 16 - Tekstslide

werk alleen
  • maak de instaptoets af
  • lever de toets in

Klaar? 
  • Lees de theorie bij Lezen H4 en maak de startopdracht
timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide