H5 Voeding en energie: Voedingsstoffen

Deze periode
  • SE H5 + H6 (kennis van H2 en H3 gewenst!)
  • PO osmose definitief dinsdag 1 februari!
  • PO eigen onderzoek 
    > Verbranding of fotosynthese;
    > Demo's bekijken van mogelijkheden opstelling;
    > Onderzoeksvragen, theorie en hypothese, materiaal en methode, uitvoering proef (inleveren verslag in P4)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze periode
  • SE H5 + H6 (kennis van H2 en H3 gewenst!)
  • PO osmose definitief dinsdag 1 februari!
  • PO eigen onderzoek 
    > Verbranding of fotosynthese;
    > Demo's bekijken van mogelijkheden opstelling;
    > Onderzoeksvragen, theorie en hypothese, materiaal en methode, uitvoering proef (inleveren verslag in P4)

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Studiewijzer / planner
  • Wat weet je nog over voeding/energie uit OB?
  • Voedingsstoffen zelfstandig via lessonup (maak aantekeningen!)
  • Stofwisseling uitleg
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Voeding/energie

Slide 3 - Woordweb

Voedingsstoffen
H5+H6 voorkennis

Slide 4 - Tekstslide

Deze les leer je
  • Welke voedingsstoffen er zijn;
  • Wat de functies zijn van deze voedingsstoffen;
  • Structuurformules van voedingsstoffen herkennen met behulp van binas;
  • De rol van voedingsvezels

Slide 5 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Bestanddelen van voedingsmiddelen die belangrijk zijn voor het regelen van alle processen die in het lichaam plaatsvinden

Slide 6 - Tekstslide

De vier functies van voedingsstoffen
  1. Bouwstof: stoffen die worden gebruikt bij de vorming van cellen en weefsels
  2. Brandstof: stoffen die ons energie leveren
  3. Reservestof: stoffen die worden opgeslagen in bepaalde delen van het lichaam
  4. Beschermende stof: stoffen die ervoor zorgen dat je gezond blijft

Slide 7 - Tekstslide

Welke 6 voedingsstoffen zijn er?
(welke weet je nog?)

Slide 8 - Open vraag

1. Koolhydraten
  • Als brandstof in de vorm van  glucose gebruikt
  • Opgeslagen als glycogeen in spieren en lever 
  • Teveel wordt als vet opgeslagen in onderhuids vetweefsel en vetcellen tussen organen
Bestudeer binas:
  • Monosachariden (67F1)
  • Disachariden (67F2)
  • Polysachariden (67F3)

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf de belangrijkste bouwsteen van een koolhydraat (binas 67F1/2/3)

Slide 10 - Open vraag

2. Vetten
  • Brandstof
  • Bouwstof voor celmembranen en hormonen
  • Opgeslagen onder huid, merg van holle beenderen en rond organen
Bestudeer binas:
  • Bouw vetten (67G1)
  • Voorbeelden van vetzuren (67G2)

Slide 11 - Tekstslide

Noem de bouwstenen waaruit vetten zijn opgebouwd (binas 67G1)

Slide 12 - Open vraag

Welk verschil zie je tussen onverzadigde en verzadigde vetzuren (binas 67G2)?

Slide 13 - Open vraag



Onverzadigd: ok
  • Vaak plantaardig
  • Vloeibaar / olie (door dubbele bindingen)
  • Voorkomt aderverkalking
Verzadigd: verkeerd
  • Vaak dierlijk
  • Vast


  • Lever kan vetzuren maken die je nodig hebt uit andere vetzuren, de niet-essentiële vetzuren

  • Er zijn ook vetzuren die je alleen via je voeding kan binnenkrijgen, de essentiële vetzuren (omega-3 en omega-6)
Vetzuren

Slide 14 - Tekstslide

Welk vetzuur is een essentieel vetzuur (binas 67G2)?
A
stearinezuur
B
palmitinezuur
C
oliezuur
D
linolzuur

Slide 15 - Quizvraag

3. Eiwitten
  • Bouwstof voor (spier)cellen en enzymen
  • Brandstof (als er verder niets te verbranden is)
  • Teveel wordt als vet opgeslagen!
Bestudeer binas 67H1

Slide 16 - Tekstslide

Koolhydraten, eiwitten en vetten bevatten de elementen C (=koolstof), H (=waterstof) en O (=zuurstof). Welke element bevat elk aminozuur nog meer? (binas 67H1)
A
P
B
N
C
S
D
R

Slide 17 - Quizvraag


  • Met 20 verschillende aminozuren kunnen een grote verscheidenheid aan eiwitten gevormd worden
  • Lever kan aminozuren maken als je tekort komt (niet-essentiële aminozuren)

  • de rest moet je via je voeding binnen krijgen (essentiële aminozuren)
  • Dus een variatie in eiwitrijk voedsel is belangrijk voor de juiste bouwstenen!
Aminozuren

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel aminozuren kan de lever zelf maken (binas 67H1)?
A
5
B
11
C
20
D
36

Slide 19 - Quizvraag

4. Water
  • Belangrijk bestanddeel celplasma, bloed, lymfe en weefselvloeistof (75% van lichaam)
  • Bouwstof
  • Transportmiddel

Slide 20 - Tekstslide

5. Vitaminen
  • Beschermende stof (weerstand op peil houden, gezondheid)
  • Bouwstof 
  • ADH=Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid
Bestudeer binas 82A

Slide 21 - Tekstslide

Noem 6 vitaminen die voorkomen in een glas melk (binas 82A)

Slide 22 - Open vraag

6. Mineralen
  • Beschermende stof en bouwstof

  • Spoorelementen: mineralen die je maar in zeer kleine hoeveelheden nodig hebt!
  • ADI = Aanvaardbare Dagelijkse Inname (binas 95A)

calcium: botopbouw
fosfor: energiestofwisseling
chloor: vochtbalans
ijzer: hemoglobine
natrium/kalium: werking zenuwen en spieren

Slide 23 - Tekstslide

Bloedarmoede betekent dat je te weinig rode bloedcellen kunt aanmaken. Dit komt omdat je te weinig van dit mineraal binnen krijgt
A
Calcium
B
Natrium
C
IJzer
D
Kalium

Slide 24 - Quizvraag

Zijn voedingsvezels ook voedingsstoffen?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Voedingsvezels
Onverteerbare stoffen uit plantaardig voedsel
  • Nemen water op
  • Goed voor stoelgang (darmen)
  • Geven verzadigd gevoel
Dus wel een beschermende stof!
Uitleg
Deze stoffen worden niet verteerd en niet opgenomen in het bloed, dus maken geen onderdeel van de processen in het lichaam. Zij behoren dus niet tot de voedingsstoffen!

Slide 26 - Tekstslide

Samenvattend: sleep de (voeding)stoffen naar de juiste functies (meerdere opties mogelijk!)
Energierijke stof
Bouwstof
Beschermende stof
Reserve stof
Water
Mineralen
Vetten
Eiwitten
Vitaminen
Koolhydraten
Vezels

Slide 27 - Sleepvraag

Aan de slag

Start begrippenlijst
Maak opdrachten: 1, 2, 8 en 9
(blz 164-165)
Nakijken en verbeteren

Vragen stellen!
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide