H5) Adverbs and adjectives (herhaling)

U5) Adverbs en adjectives
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

U5) Adverbs en adjectives

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog over "bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden" ?

Slide 2 - Woordweb

Verschil bijwoord & bijvoegelijk naamwoord

  • Bijvoeglijke naamwoorden  zeggen iets over mensen, dieren of dingen.
  • Gebruik je als je kunt vragen: wat voor iets of wat voor iemand?
  • Voorbeeld: She is beautiful.

  • Bijwoorden  zeggen iets over een werkwoord.
  • Gebruik je als je kunt vragen: Hoe.....?

  • Voorbeeld:  She sings beautifully.


Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je bijwoorden?
  • Door -ly achter een bijvoeglijk naamwoord te zetten.

Voorbeelden:
My sister can sing beautifully.                      Mijn zus kan mooi zingen.
This apple pie was baked perfectly.          Deze appeltaart is perfect gebakken.
He talks very clearly.                                         Hij praat erg duidelijk.
The cat quickly catches the mouse.          De kat vangt de muis snel.




Slide 4 - Tekstslide

Time to check! 
QUIZ! 

Slide 5 - Tekstslide

He _______ reads a book.
A
quick
B
quickly

Slide 6 - Quizvraag

The car is ____.
A
slow
B
slowly

Slide 7 - Quizvraag

He works ___ on his project.
A
calm
B
calmly

Slide 8 - Quizvraag

Mandy is a ____ girl.
A
beautiful
B
beautifully

Slide 9 - Quizvraag

It is a ______ day today. The class is _______ loud today.
A
terrible, terribly
B
terribly, terrible
C
terrible, terrible
D
terribly, terribly

Slide 10 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord

bijwoord
Informatie over mens/dier/ding
Wat voor iets of iemand
quickly
Informatie over een werkwoord
Beautiful
Terrible
Terribly
Impatient
Impatiently
Good
Happy
Happily
+LY achter het bijvoeglijk naamwoord
Enthusiastic

Slide 11 - Sleepvraag

Maak een Engelse zin met een bijvoeglijk naamwoord:

Slide 12 - Open vraag

Maak een Engelse zin met een bijwoord:

Slide 13 - Open vraag