Bronverwijzingen, Vluchtelingen en Eritrea

Programma
  • herhalen 4.4 of 4.5
  • Uitleg verwijzing in de tekst
  • Uitleg maken literatuurlijst
  • Maken opdracht paragraaf 4.5 opdracht 13 blz. 133
  • Maken opdracht paragraaf 1.3 opdracht 10 en 13.
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
  • herhalen 4.4 of 4.5
  • Uitleg verwijzing in de tekst
  • Uitleg maken literatuurlijst
  • Maken opdracht paragraaf 4.5 opdracht 13 blz. 133
  • Maken opdracht paragraaf 1.3 opdracht 10 en 13.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan beoordelen of een bron kwalitatief goed is.
  • Je weet of jouw bronnen goed bruikbaar zijn.
  • Je kan correct via de APA methode verwijzen in de tekst.
  • Je kan correct een literatuurlijst maken.
  • Je kan aangeven of jou migrantengroep goed geïntegreerd is in het nieuwe land.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Vragen bij de video
1. Het motief van Mana om te migreren naar Nederland is ECONOMISCH / SOCIAAL / POLITIEK, want …
2. Nederland heeft een restrictief toelatingsbeleid. Leg uit waarom Mana toch een verblijfsvergunning krijgt. Gebruik in je antwoord ook de regels en wetten rondom migratie.
3. Mana wil zijn broertje laten overkomen naar Nederland, als dat lukt. Mag dat volgens de Nederlandse of Europese wetgeving? Leg je antwoord uit.
4. Mana moet integreren in Nederland. In de video hoor je dat veel Eritrese vluchtelingen een grote afstand tot de Nederlandse samenleving hebben. Geef hiervoor twee verklaringen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Vragen bij metropolis
Er zijn drie manieren waarop nieuwkomers en de autochtone bevolking met elkaar kunnen omgaan: assimilatie, segregatie en integratie. Kies voor elk voorbeeld uit de video (Nederland, New York en Zuid-Afrika) het begrip dat het beste erbij past. Leg je keuze uit.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe weet je of een bron betrouwbaar is?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Verwijzen in de tekst
Waarom? 
  1. Ik wil weten van welke bron de tekst afkomstig is. Zo kan ik controleren of het betrouwbaar is.
  2. Geen plagiaat. Je moet niet doen alsof de informatie die een ander heeft gevonden van jou komt.
Hoe
1. Parafraseer, zet de tekst uit de bron in je eigen woorden neer.
2. Verwijs naar de oorspronkelijke bron

Slide 11 - Tekstslide

Hoe verwijs je in de tekst?
  • Je parafraseert de tekst van de huidige bron (eigen woorden), na de alinea schrijf je de naam van de schrijver en het jaartal van het artikel. 
  • Geen schrijver? Schrijf de organisatie, bv Amnesty International of de krant Volkskrant.
  • Meerdere schrijvers? Tot drie schrijvers noteer je ze allemaal. bv (Dijkstra, Wolf en Zwaagstra, 2021). Bij twee schrijvers (Dijkstra en Wolf 2021). Bij meer dan 3 (Dijkstra et al. 2021)
  • Geen datum? (Dijkstra, z.d.)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Stel: Meneer het Lam schrijft een boek in 2018, genaamd: studiefinancieringsstelsel: waarom geld van de overheid krijgen leuk is. Hij laat dit uitgeven door uitgeverij Het Lammetje in Utrecht. Hoe verwijs je naar deze bron in de tekst?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Link

Literatuurlijst
Aan het einde van je Praktische Opdrachten noteer je alle gebruikte bronnen in de tekst op alfabetische volgorde.
Je kan deze website hier goed voor gebruiken

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Telefoon in de tas
Maken opdracht paragraaf 4.5 opdracht 13 blz. 133
Maken opdracht paragraaf 1.3 opdracht 10 en 13.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wat weet jij over vluchtelingen?
Kennisquiz

Slide 25 - Tekstslide


Een vluchteling is iemand die...
A
vertrekt uit zijn eigen land omdat het daar voor die persoon niet veilig is
B
vertrekt uit zijn eigen land om ergens anders werk en geluk te vinden

Slide 26 - Quizvraag


Hoeveel mensen zijn er in 2019 wereldwijd op de vlucht? 
A
25,8 miljoen mensen
B
70,8 miljoen mensen

Slide 27 - Quizvraag


Hoeveel procent van de vluchtelingen wereldwijd is jonger dan 18 jaar? 
A
51%
B
23%

Slide 28 - Quizvraag


De meeste vluchtelingen worden opgevangen … 
A
in Europa
B
rondom het land waaruit gevlucht wordt

Slide 29 - Quizvraag


Als een vluchteling in Nederland bescherming en verblijfsrecht aanvraagt noem je dat
A
Asiel aanvragen
B
Verblijfsvergunning aanvragen

Slide 30 - Quizvraag


Uit welke land komen op dit moment de meeste vluchtelingen?


A
Zuid-Soedan
B
Syrië

Slide 31 - Quizvraag


Hoeveel mensen vroegen in 2019 asiel aan in Nederland? 

A
22.533 asielzoekers
B
92.533 asielzoekers

Slide 32 - Quizvraag


Een vluchteling mag in Nederland blijven als …



A
Hij of zij niet veilig is/ vervolgd wordt in het moederland vanwege zijn ras, godsdienst of politieke overtuiging, of omdat hij/zij tot een bepaalde sociale groep behoort of een bepaalde nationaliteit heeft.
B
Hij of zij in het moederland geen toekomst meer heeft vanwege armoede, honger, natuurramp of slecht onderwijs.

Slide 33 - Quizvraag


Mensen die armoede ontvluchten en naar Nederland komen, die … 

A
mogen niet in Nederland blijven
B
mogen wel in Nederland blijven

Slide 34 - Quizvraag


Mensen die vluchten voor armoede zouden ook in Nederland moeten kunnen blijven. 

A
Oneens
B
Eens

Slide 35 - Quizvraag


Welk antwoord heeft je het meest verbaasd?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Ga 1 van jouw bronnen in Scribble zetten en begin met je literatuurlijst.

Slide 45 - Open vraag

Slide 46 - Video

Slide 47 - Video

Opdracht
In duo's gaan jullie elkaar feedback geven op jullie bronnen.

Na 10 minuten kun je vertellen:
Welke bronnen kwalitatief goed zijn en welke niet. Je kunt ook uitleggen waarom ze goed zijn en waarom niet.

Slide 49 - Tekstslide

Welke feedback heb je gekregen ?

Slide 50 - Open vraag

Programma
1. Verwijzen in de tekst
2. Literatuurlijst maken
3. Redenen van migratie
4. filmpje en vragen Eritrese Vluchteling

Slide 51 - Tekstslide