Periode 4 - H5. Informeert en adviseert de klant

Indeling periode

  • Lesweek 1 - 9 mei                  - H5. Informeert en adviseert de klant
  • Lesweek 2 - 16 mei               - H6. Handelt de verkoop af 
  • Lesweek 3 - 23 mei              - H7. Rond de klantreis af in de verkoopomgeving
  • Lesweek 4 - 30 mei              - VRIJ
  • Lesweek 5 - 6 juni                 - H8. Werkoverleg
  • Lesweek 6 - 13 juni               - H9. Retailmarketing
  • Lesweek 7 - 20 juni               - Oefentoets over periode 3 en 4 / TOETS voor de versnellers
  • Lesweek 8 - 23/27 juni        - Examenweek - TOETS H1 t/m H9
  • Lesweek 9 - 4 juli                   - Herkansingsweek
  • Lesweek 10 - 11 juli                 - VRIJ
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Indeling periode

  • Lesweek 1 - 9 mei                  - H5. Informeert en adviseert de klant
  • Lesweek 2 - 16 mei               - H6. Handelt de verkoop af 
  • Lesweek 3 - 23 mei              - H7. Rond de klantreis af in de verkoopomgeving
  • Lesweek 4 - 30 mei              - VRIJ
  • Lesweek 5 - 6 juni                 - H8. Werkoverleg
  • Lesweek 6 - 13 juni               - H9. Retailmarketing
  • Lesweek 7 - 20 juni               - Oefentoets over periode 3 en 4 / TOETS voor de versnellers
  • Lesweek 8 - 23/27 juni        - Examenweek - TOETS H1 t/m H9
  • Lesweek 9 - 4 juli                   - Herkansingsweek
  • Lesweek 10 - 11 juli                 - VRIJ

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BSA punten (3)
  • 1 punt - Opdrachten in de hoofdstukken (digitaal)
  •               - Vakleer Praktijk - Opdracht
  • 2 punten - Toets H1. t/m H9.
  •               - Vakleer Hospitality en veiligheid

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik toets H1. t/m H4.

Slide 3 - Tekstslide

D
Terugblik toets H1. t/m H4.

Slide 4 - Tekstslide

D
Terugblik toets H1. t/m H4.
Welke stelling klopt niet ? (1pt.)
A. Een microbedrijf heeft minder dan 10 werknemers in dienst.
B. Een kleinbedrijf heeft tussen de 10 en 49 werknemers in dienst.
C. Een middelgroot bedrijf heeft tussen de 50 en 250 werknemers.
D. Een grootbedrijf heeft minimaal 500 werknemers in dienst.

Slide 5 - Tekstslide

D
Terugblik toets H1. t/m H4.
Welke 3 stromen zijn er in een bedrijfskolom?(1pt.)
A. De goederenstroom, distributiestroom en de geldstroom
B. De goederenstroom, geldstroom en de informatiestroom
C. De goederenstroom, de geldstroom en de afvalstroom
D. De goederenstroom, informatiestroom en distributiestroom


Slide 6 - Tekstslide

B
Terugblik toets H1. t/m H4.
Welke stelling klopt niet (1pt.)
A. Een consument behoort tot de bedrijfskolom.
B. Een bedrijfskolom begint met de oerproducent.
C. De goederenstroom is een onderdeel van de bedrijfskolom.
D. Een bedrijfskolom geeft een overzicht van de weg die goederen afleggen.



Slide 7 - Tekstslide

A
Terugblik toets H1. t/m H4.
Welke stelling over de bedrijfskolom is juist? (1pt.)
A. De goederenstroom loopt van beneden naar omhoog.
B. De informatiestroom loopt beide richtingen op.
C. De goederenstroom loopt beide richtingen op.
D. De geldstroom loopt van hoog naar laag .






Slide 8 - Tekstslide

B
Terugblik toets H1. t/m H4.
Hoeveel procent van het aankoopbedrag mag een aanbetaling maximaal zijn? (1pt.)
A. 50 %
B. 10%
C. 25%
D. 75%




Slide 9 - Tekstslide

A
Terugblik toets H1. t/m H4.
Laura heeft een luxe juwelierswinkel. Ze verkoopt o.a. sierraden van een bekende ontwerper. De prijzen liggen hoog en er wordt veel service verleent. Hier is sprake van .....? (1pt.)
A. Prijsdistributie
B. Servicedistributie.
C. Sierradendistributie
D. Prijs- en servicedistributie.





Slide 10 - Tekstslide

D
Terugblik toets H1. t/m H4.
Een duidelijk voorbeeld van een "'shopping good'' Is . (1pt.)
A. Een auto.
B. Een pot pindakaas.
C. Een trouwring.
D. Een spijkerbroek.






Slide 11 - Tekstslide

D
Terugblik toets H1. t/m H4.
Hoe kan je het assortiment van een supermarkt omschrijven?
A. Smal en ondiep.
B. Diep en breed.
C. Smal en breed.
D. Diep en smal.







Slide 12 - Tekstslide

B
Terugblik toets H1. t/m H4.
Wanneer is het juiste moment om een klant aan te spreken “inspringmoment”? (1pt.)
A. Klant kijkt zoekend rond.
B. Klant verlaat de winkel.
C. Klant rekent af.
D. Klant loopt de winkel in.








Slide 13 - Tekstslide

A
Terugblik toets H1. t/m H4.
Welke branche specifieke werkzaamheden voer je uit in een supermarkt.
A. Aanvullen van artikelen vanuit het magazijn
B. Het vragen van een I.D. bij aankoop van een krat bier.
C. Het inpakken van een cadeau.
D. Het schoonmaken van de verkoopruimte.










Slide 14 - Tekstslide

B
Terugblik toets H1. t/m H4.
Een verkoper begroet een klant die net de winkel binnenloopt. Dit doet hij omdat…(1pt.)
A. dit beleefd staat, de klant weet aan wie hij/zij vragen kan stellen en om diefstal te voorkomen.
B. dit beleefd staat, de klant zich welkom voelt en zich “bekeken” voelt.
C. de klant weet aan wie er vragen gesteld kunnen worden, de klant zich welkom voelt en meer gaat kopen.
D. zo mogelijk diefstal kan worden voorkomen, zich “bekeken” voelt en de winkel verlaat









Slide 15 - Tekstslide

A

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zintuigen prikkelen

timer
5:00
Zelf bladzijden 152 t/m 157 lezen, wat bedoelen ze met iedere zintuig en noteer/check de moeilijke woorden.

Slide 23 - Tekstslide

A
Zintuigen prikkelen

  • Proberen, passen, proeven, ruiken, voelen, zien en horen
  • Hygiëne 
  • Experience center
  • Workshop
  • Delicatessenwinkel
  • Geurmarketing
  • 360 graden visuals
  • "een staal mee krijgen"

Slide 24 - Tekstslide

A
b

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00
Maken opdracht 5a/b t/m 8

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Noem verkoopargumenten:
Jas
Reader
Telefoon

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00
KORTE PAUZE

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
20:00
Maken opdrachten 9 t/m 12

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik op de les
  • Optel- aftrekmethode
  • Deel/vergelijkendemethode
  • Cross-selling
  • Deep-selling
  • Up-selling
  • Zintuigen (welke)
  • Koopweerstand

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
15:00
Laatste gedeelte les.

Afmaken opdrachten H5

2 t/m 4b
5a/b t/m 12

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies