Participatie- beginsituatie -lesweek 4 (nog in ontwikkeling)

Participatie - fase 2 
Introductie module (MZ RSS) - 2023-2024
Lesweek 10 (les 4) 



 Week van 15 april 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Participatie - fase 2 
Introductie module (MZ RSS) - 2023-2024
Lesweek 10 (les 4) 



 Week van 15 april 

Slide 1 - Tekstslide

VOORBEREIDING DEEL 2: 
ZORG VOOR STIFTEN EN MINDMAPBLADEN (GROTE BLADEN)!! BIJ DEEL 2 GAAN ZE AAN DE SLAG! 
Programma- vandaag 
Deel 1 (90 min)
  • Welkom, AWR
  • Algemene planning - herhaling
  • Terugblik
  • Huiswerk bespreken 
  • Lesdoelen 


Deel 2 (45 min)
  • Eindopdracht - Participatie (uitleg) 
  • Introductie dagbesteding 
  • Begrippen dagbesteding 
  • Zelfstandig werken 
  • Huiswerk
  • Afsluiting les 

Le
Lesuren: 3 (45 min x 3) 
Lesweken : 11  (lesweek 7-18) 
Boeken: Methodisch begeleiden, Mensen, Professional in de Maatschappelijk zorg 
Afsluiting: Eindopdracht (BPV & school) 

Slide 2 - Tekstslide

Maak zelf een goede verdeling van de tijd. De les is zo geschreven dat deze in 3x45 min te doen is. Het kan zijn dat je net even iets langer bezig bent met deel 1. qua uitleg omdat een klas dit lastig vindt bijv. 60 min. 
Gebruik dan minder tijd voor deel 2. 

Maak dus zelf even een verdeling van de tijd op je klas en rooster. 

Deel 1 
Welkom en AWR 5  
lesdoelen 2
Programma doornemen 3 
Begrip participatie (voorkennis) 10 min 
-------------------------------------------20 min 
Module + doelen module  10 min
Koppeling examens 10 min 
Eindopdracht 15 min 
Deadlines 5 min
Check opgelet  5 min 
------------------------------------------60 min 
Deel 1- 60-70 min 

Deel 2: 
Beginsituatie ontwikkelingsgebieden herhaling ------------15 min
Opdracht 2 - beginsituatie---------30 min 
Nabespreken 10 min 
Check lesdoelen en afsluiting 15 min 
-----------------------------------------------
70 minuten 


Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Aanwezigheid kan meerdere malen tijdens de les worden gedaan. Bij vroegtijdig verlaten van de les, zonder geldige reden, zal je op 'ongeoorloofd afwezig' staan. 

Ben je te laat? Geef dit dan door aan het einde van de les aan de docent. Dit is jouw verantwoordelijkheid. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene planning/ deadlines 
Let op! Alle informatie komt terug in de lessen. Het is dus belangrijk dat je alle lessen volgt!! 
Mis je een les? Bestudeer dan zelf de lesson-up en vraag naar aantekeningen van je medestudent.
Eigen verantwoordelijkheid! 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige les 
Maak de zinnen af;

Dagbesteding is..................................................................

Een goede dag besteding zorgt voor/ draagt bij aan..............................................

De volgende activiteiten vallen onder dagbesteding..............................................


Slide 5 - Tekstslide

Dagbesteding is een verzamelbegrip voor de activiteiten die je in de loop van een dag allemaal kunt doen. 
 
Een goede dag besteding zorgt voor/ draagt bij aan:
- Zorgt voor structuur in de dag
- Zingeving
- Draagt bij aan zelfstandig leven / regie 

De volgende activiteiten vallen onder dagbesteding: Werk, scholing, vrije tijd, dagelijkse activiteiten.
Huiswerk bespreken - check 
Stage?
- Gelukt met het uitwerken van het format van de beginsituatie? Gestart? 
- Nog vragen? Onduidelijkheden? m.b.t. de beginsituatie.

Geen stage?
- Gelukt met de opdrachten van 1.1 (boek Mensen) of 20.1 (boek methodisch begeleiden)?
- Nog vragen? Onduidelijkheden?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun jij:

- Uitleggen hoe je kansen en mogelijkheden schept voor de cliënten om zich te ontwikkelen d.m.v. het gebruik van de participatieladder.

- benoemen hoe je duidelijke voorlichting geeft afgestemd op het kennis- en taalniveau van de cliënt.

- Je kunt de begrippen re-integratie, resocialisatie en rehabilitatie in eigen woorden uitleggen.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theoretische gedeelte

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is participatie
Is het als volwaardig burger kunnen deelnemen aan wat er in de samenleving gebeurt. 

Een passende dagbesteding hebben is onderdeel van participeren in de samenleving. 

Hoe ziet jouw dag eruit en op welke manier neem jij deel aan de samenleving?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Participatieladder
wordt (in verschillende gemeente) gebruikt om te meten in hoeverre mensen meedoen in de samenleving. 

Lees 3.4 uit professional maatschappelijke zorg

Op welke treden bevind jij je?
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Groeipotentieel
De mogelijkheid om binnen een bepaalde periode op de participatieladder te stijgen.

Begeleiden vanuit de participatieladder
Als begeleider kun je onderzoeken op welke trede de persoon staat en of hij omhoog zou willen. Wat zou betekenen voor de cliënt en wat is ervoor nodig?

Slide 11 - Tekstslide

W.S.W = werken in een sociale werkvoorziening, nu vallen deze mensen onder de participatiewet 
Aan de slag
Zoek in de komende 10 minuten de betekenis op van de volgende begrippen;

- Rehabilitatie (Methodisch begeleiden 26.3)

- Re-Integratie (online)

- Resocialisatie (online)

Zorg dat je in eigen woorden kan uitleggen wat de betekenis is van de woorden.
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rehabilitatie  
Rehabilitatie komt van het Engelse woord rehabilitation. Wat zowel revalidatie als eerherstel betekent. Er zijn verschillende rehabilitatiemethode die worden gebruikt in de psychiatrie, verslavingszorg, gehandicaptenzorg en dak- en thuislozenzorg.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Re-)integratie
Ieder mens maakt deel uit van de maatschappij zelfs wanneer je bent opgenomen in een instelling. Voor velen is een opname ene tijdelijke overbrugging. De algemene doelstelling van de opname is vaak gericht op (weer) weer kunnen functioneren. Dus terugkeer in de maatschappij.


Als beroepskracht maatschappelijke zorg lever je een belangrijke bijdrage aan de re-integratie van je cliënten. Bijvoorbeeld activiteiten die cliënten toe leiden naar werk, school of goede vrije tijdsbesteding.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resocialisatie 


Een proces waarbij cliënten weer stap voor stap gaan deelnemen aan de maatschappij,

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorlichting geven
Om met een cliënt de participatieladder of het rehabilitatieproces te bespreken is het van belang dat je zaken goed kunt uitleggen. Dus de cliënt voorlichting kan geven.

Het kan als doel hebben om kennis bij te brengen over welke handelingen je gaat verrichten of over dat de kennis bijdraagt aan het aanpassen van een mening en dat zorgt weer voor een verandering in houding of gedrag. 

Dit gebeurt methodisch: voorbereidings-, uitvoerings- en evaluatiefase.

De 5 B's kunnen helpen bij het uitvoeren van een voorlichtingsgesprek. Zoek deze op in boek communicatie & gedrag thema 8.1. Lees thema 8.1 door en noteer de 5B's!                 

Slide 16 - Tekstslide

De 5 B’s kunnen je ook helpen bij het uitvoeren van een voorlichtingsgesprek:
Belangrijk: sluit aan bij de voorkennis, interesses, doelen en het begripsniveau van de cliënt en eventueel naastbetrokkenen.
Bruikbaar: geef concrete informatie en sluit aan bij de leefstijl en het dagelijkse leven van de cliënt en eventueel naastbetrokkenen.
Begrijpelijk: geef heldere, eenvoudige informatie, gebruik dus geen ingewikkelde termen of beroepsbegrippen. Maar maak het ook niet té simpel.
Boeiend: gebruik vergelijkingen, geef herkenbare voorbeelden.
Beklijvend: bied structuur in het voorlichtingsgesprek. Vertel eerst het doel van je voorlichting (motivatie), geef daarna de belangrijkste informatie, vervolgens kun je verdiepen. Herhaal tot slot de kernpunten en ga na of de cliënt en eventueel zijn naastbetrokkenen de informatie begrepen hebben. Geef vooraf aan of vragen tussendoor of achteraf gesteld kunnen worden. Bij een ingewikkeld verhaal kan het soms beter zijn om eerst je verhaal te vertellen. En na afloop de cliënt en naastbetrokkenen de gelegenheid te geven om vragen te stellen. Als je een cliënt of naastbetrokkene wilt motiveren, of iets aan hem wilt uitleggen, kan het handiger zijn om hem juist tussendoor vragen te laten stellen.
Voorlichting geven
De 5 B’s kunnen je ook helpen bij het uitvoeren van een voorlichtingsgesprek:

  1. Belangrijk: sluit aan bij de voorkennis, interesses, doelen en het begripsniveau van de cliënt en eventueel naastbetrokkenen.
  2. Bruikbaar: geef concrete informatie en sluit aan bij de leefstijl en het dagelijkse leven van de cliënt en eventueel naastbetrokkenen.
  3. Begrijpelijk: geef heldere, eenvoudige informatie, gebruik dus geen ingewikkelde termen of beroepsbegrippen. Maar maak het ook niet té simpel.
  4. Boeiend: gebruik vergelijkingen, geef herkenbare voorbeelden.
  5. Beklijvend: bied structuur in het voorlichtingsgesprek. 

Slide 17 - Tekstslide

De 5 B’s kunnen je ook helpen bij het uitvoeren van een voorlichtingsgesprek:
Belangrijk: sluit aan bij de voorkennis, interesses, doelen en het begripsniveau van de cliënt en eventueel naastbetrokkenen.
Bruikbaar: geef concrete informatie en sluit aan bij de leefstijl en het dagelijkse leven van de cliënt en eventueel naastbetrokkenen.
Begrijpelijk: geef heldere, eenvoudige informatie, gebruik dus geen ingewikkelde termen of beroepsbegrippen. Maar maak het ook niet té simpel.
Boeiend: gebruik vergelijkingen, geef herkenbare voorbeelden.
Beklijvend: bied structuur in het voorlichtingsgesprek. Vertel eerst het doel van je voorlichting (motivatie), geef daarna de belangrijkste informatie, vervolgens kun je verdiepen. Herhaal tot slot de kernpunten en ga na of de cliënt en eventueel zijn naastbetrokkenen de informatie begrepen hebben. Geef vooraf aan of vragen tussendoor of achteraf gesteld kunnen worden. Bij een ingewikkeld verhaal kan het soms beter zijn om eerst je verhaal te vertellen. En na afloop de cliënt en naastbetrokkenen de gelegenheid te geven om vragen te stellen. Als je een cliënt of naastbetrokkene wilt motiveren, of iets aan hem wilt uitleggen, kan het handiger zijn om hem juist tussendoor vragen te laten stellen.
Deel 2 

Beginsituatie- korte uitleg indien nodig

Activiteitenplan - zelfstandig aan de slag

Huiswerk

Afsluiting les

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht Participatie 
  • Voorblad
  • Inhoudsopgave
  • Inleiding
  • Beginsituatie  en ondersteuningsvragen(zie format)
  • Activiteitenplan (zie format)
  • Rubric BPV


We nemen het activiteitenplan door. Lees eerst zelf en onderstreept de woorden die je lastig vindt. Daarna nemen we het samen door.


Slide 19 - Tekstslide

- Maak een koppeling met de beginsituatie en activiteitenplan
- Maak een koppeling met de eindopdracht en het examen. 
Format activiteitenplan

Slide 20 - Tekstslide

- Maak een koppeling met de beginsituatie en activiteitenplan
- Maak een koppeling met de eindopdracht en het examen. 
Format activiteitenplan

Slide 21 - Tekstslide

- Maak een koppeling met de beginsituatie en activiteitenplan
- Maak een koppeling met de eindopdracht en het examen. 
Aan de slag!
Stage? Ga aan de slag met het afronden van de beginsituatie.
Lees nogmaals het activiteitenplan door. (zie moduleplanner/ printje docent)

Check nogmaals de eindopdracht en rubric. 
Ben je goed onderweg? Heb je nog vragen?

Geen stage? Neem de eindopdracht en formats beginsituatie en activiteitenplan nog eens door. Vragen?
Ga aan de slag met de verwerkingsopdrachten in BOOM. Zie huiswerk!

Slide 22 - Tekstslide

- Maak een koppeling met de beginsituatie en activiteitenplan
- Maak een koppeling met de eindopdracht en het examen. 
Eindopdracht 1
Stap 1 & 2- zijn jullie al mee bezig (geweest). 
Zo niet plan dan op tijd een gesprek met de je begeleider.

Stap 3- Ondersteuningsplan 
-Je gaat het ondersteuningsplan goed doorlezen op je BPV plek. Welke doelen zijn er gesteld als het gaat om werk, scholing of vrije tijd/ dagbesteding? 
- Ga hierover in gesprek met cliënt en indien kan ook met bijv. naastbetrokkenen (denk aan familielid, persoonlijk begeleider etc.). 
- Ga dan eens kijken of je nog activiteiten kunt bedenken die aansluiten bij cliënt.  Adviseer ook eventueel in activiteiten. 

Zie volgende slide voor de volgende stappen 
PS> je vindt de opdracht ook op ITS Learning terug. 

Slide 23 - Tekstslide

Ondersteuningsvragen waarom geen HELP. 
  • HELP maakt afhankelijk, gericht op overnemen van zorg,
  • Een ondersteunings- en /of hulpvraag geeft aan hoeveel ondersteuning iemand nodig heeft
  • Cliënt heeft (indien mogelijk) de regie.

Eindopdracht 2
Stap 4: Het activiteitenplan 
Je gaat een activiteitenplan maken (slide 3 zoomen we hier op in). 

Stap 5 & 6- Je biedt de cliënt ondersteuning t.a.v participatie 
Je gaat het activiteitenplan uitvoeren en je begeleider scoort je middels de Rubric. 
Je laat tijdens het uitvoeren van de activiteiten zien dat je: 
- Aan kan sluiten bij de doelen van het plan 
- Aan kan sluiten bij de cliënt zijn mogelijkheden/wensen 
- De cliënt zelf beslissingen laat nemen 
- Client laat wennen en experimenteren in nieuwe situatie en vaardigheden 
- Client kunt motiveren en ook kunt evalueren

Slide 24 - Tekstslide

Ondersteuningsvragen waarom geen HELP. 
  • HELP maakt afhankelijk, gericht op overnemen van zorg,
  • Een ondersteunings- en /of hulpvraag geeft aan hoeveel ondersteuning iemand nodig heeft
  • Cliënt heeft (indien mogelijk) de regie.

Eindopdracht 3
Als alles is uitgewerkt en gescoord. Lever je de eindopdracht in! Kijk altijd op de eerste slides van de les hier staat het schema met de deadlines/inleverdatum: 
1. Week van 13 mei:
x Activiteitenplan inleveren op school (go/ no go)   

2. Week van 03 juni :
x Activiteitenplan uitvoeren BPV 

3. Week van 14 juni:
x Herkansing activiteitenplan (2e kans) inleveren school  

4. Week van 17 juni 
x Activiteitenplan uitgevoerd? Beoordeling V? - alles inleveren! 

Slide 25 - Tekstslide

Ondersteuningsvragen waarom geen HELP. 
  • HELP maakt afhankelijk, gericht op overnemen van zorg,
  • Een ondersteunings- en /of hulpvraag geeft aan hoeveel ondersteuning iemand nodig heeft
  • Cliënt heeft (indien mogelijk) de regie.

Rubric (score)
1. Rubric school- zie hiernaast de afbeelding 
Waarop je wordt gescoord door school!  ---> 







2. Rubric BPV- zie hiernaast de afbeelding 
Stage- hierop word je gescoord bij stage! ---> 

Slide 26 - Tekstslide

Ondersteuningsvragen:
- Help mij is echt ouderwets. 
Je laat de cliënt zoveel mogelijk zelf doen, zelfregie etc. 

Let op in een examen kan je hierop afgerekend worden. 
Afsluiting + Volgende week
LET OP! Huiswerk: Actie ter voorbereiding van de les:  
Stage:
- Maak je beginsituatie af van de eindopdracht, 
- Lees het format van de activiteitenplan door - onderstreept wat je niet weet/
onduidelijk is. Volgende les gaan we hiermee aan de slag!
- Bedenk vast welke activiteit passend is bij jouw cliënt vanuit de beginsituatie/ zijn haar ondersteuningsvraag

.
Geen stage:
- Maak verwerkingsopdracht 3,4,5 uit het boek Methodisch begeleiden Thema 10
- Lees het format van de activiteitenplan door - onderstreept wat je niet weet/
onduidelijk is. Volgende les gaan we hiermee aan de slag!
                                                                                                      
Volgende week: Activiteitenplan en Begeleiding

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Antwoord: Door appelmoes te maken. :)