3.2 Geleidbaarheid en Weerstand

3.2 Geleidbaarheid en Weerstand
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.2 Geleidbaarheid en Weerstand

Slide 1 - Tekstslide

De weerstand R bereken je met:
A
R = I/U
B
R = U/I

Slide 2 - Quizvraag

We zien hier een (U,I)-diagram
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

De weerstand van een spanningszoeker is
A
heel groot
B
heel klein

Slide 4 - Quizvraag

Het dikkere draadje heeft een grotere
A
geleidbaarheid
B
weerstand

Slide 5 - Quizvraag

Dit (I,U)-diagram hoort bij een weerstand van
A
0,35 Ohm
B
2,9 Ohm

Slide 6 - Quizvraag

Bij een Ohmse weerstand is er een recht evenredig verband tussen
A
stroomsterkte en weerstand
B
spanning en weerstand
C
spanning en geleidbaarheid
D
spanning en stroomsterkte

Slide 7 - Quizvraag

Een Ohmse weerstand heeft een constante
A
weerstandswaarde
B
geleidbaarheid
C
spanning
D
stroomsterkte

Slide 8 - Quizvraag

Deze grafiek toont een recht evenredig verband
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Dit (I,U)-diagram hoort bij een lampje. Als je de spanning opvoert, neemt de weerstand
A
toe
B
af

Slide 10 - Quizvraag

Hoe langer een draad, hoe kleiner zijn geleidbaarheid (en hoe groter zijn weerstand). Welke grafiek hoort bij de langere draad?
A
1
B
2

Slide 11 - Quizvraag

Bij welke grafiek(en) is er sprake van een Ohmse weerstand?
A
alleen 1
B
alleen 2
C
1 en 2
D
geen van beide

Slide 12 - Quizvraag

Er geldt R = 1/G
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag


Slide 14 - Open vraag


Slide 15 - Open vraag

Bereken de stroomsterkte in deze stroomkring

Slide 16 - Open vraag