voorzetsel à + znw/(plaats)naam/land

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling ch 2 C/D
Bron D: à/ de bepaald lidwoord

Slide 2 - Tekstslide

Focusleren 5min
Bron D : à/de bepaald lidwoord P/89

Slide 3 - Tekstslide

à: In/naar: plaatsnaam/land
à : je vais à Paris (plaats)
en : vrouwelijk landen (E)
au : Mannelijk landen (E)
aux : Meervoud landen (S)
Je vais aux Pays-Bas

Slide 4 - Tekstslide

Laten even oefenen
  1. Tu habites ......Belgique?
  2. Nous sommes........Pays-Bas
  3. Nous allons ......Portugal
  4. Elle habite......Amsterdam 

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden
Tu habites eBelgique?
Nous sommes aux Pays-Bas
Nous allons au Portugal
Elle habite à Amsterdam

Slide 6 - Tekstslide

à = in, naar, op, bij
le/la/l'/les = de/het
à + le > au (M. EV)  Je vais au restaurant/Ik ga naar het restaurant

à + la (V. EV) Je suis à la boulangerie./ ik ben bij de bakker 

à + l' (EV met KL) Tu vas à l'hôtel. / ga jij naar het hotel

à + les > aux (MEERVOUD) On va aux matchs. wij gaan naar de wedstrijden.

Slide 7 - Tekstslide

le verbe aller

Slide 8 - Tekstslide

le verbe aller
Aller = gaan



ik ga
je vais
jij gaat
tu vas
hij/zij/men gaat
il/elle/on va
wij gaan
nous allons
jullie gaan/ u gaat
vous allez
zij gaan
ils/elles vont

Slide 9 - Tekstslide

de + bepaald lidwoord
de = van, uit                      le/la/l'/les = de/het
de + le > du (M. EV) C'est le fils du directeur. Hj is de zoon van de directeur
de + la (V. EV) Je suis le prof de la classe. Ik ben de leraar van de klas
de + l' (EV met KL) C'est l'entrée de l'hôtel. Dit is de ingang van het hotel 
de + les > des(MEERV)  Il est le père des enfants. Hij is de vader van de kinderen

Slide 10 - Tekstslide

Stappenplan:

Slide 11 - Tekstslide

Québec est une ville _____ Canada
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 12 - Quizvraag

______ Toulouse, il fait beau aujourd'hui.
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 13 - Quizvraag

Je veux aller ... toilettes
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 14 - Quizvraag

Le prof donne un conseil ... élèves.
A
à
B
à la
C
à l'
D
aux

Slide 15 - Quizvraag

Ils vont participer ... parcours.
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 16 - Quizvraag

Mon rêve est d'aller _______ Etats-Unis.
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 17 - Quizvraag

Dans quelques semaines, je vais partir _______ Italie avec mes parents.
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 18 - Quizvraag

Il y a beaucoup de touristes _____ Montpellier en été
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 19 - Quizvraag

_______ Chine, ils parlent chinois.
A
à
B
en
C
au
D
aux

Slide 20 - Quizvraag

les élèves ... classe
A
de
B
de l'
C
du
D
de la

Slide 21 - Quizvraag

la capitale .. Maroc
A
de
B
de l'
C
du
D
de la

Slide 22 - Quizvraag

Je vais (naar het) maison.

Slide 23 - Open vraag

Je suis (in de) Antilles.

Slide 24 - Open vraag

Ma soeur va (naar de) États-Unis en avion

Slide 25 - Open vraag

les fruits .. arbres
A
de
B
de l'
C
des
D
du

Slide 26 - Quizvraag

C'est le stylo (van de) garçon.

Slide 27 - Open vraag

Oefenen
Ex 15, 16, 17 p 68 t/m 70

Slide 28 - Tekstslide