H3L67 - 3HE/3VF - Woensdag - 4.8 Grammatica woordsoorten - betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent

Welkom 3HE/3VF : )


Planning van dit uur
  • Presentatie Noortje en Andrea
  • Voorlezen (hoofdstuk 10) ('Ik moet je verraden') 
  • Uitleg betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent 
  • Zelfstandig werken: 
    Havo: maak opdracht 8, 9 en 12 van 4.8 Grammatica woordsoorten 
    Vwo: maak opdracht 5, 6 en 9 van 4.8 Grammatica woordsoorten 

Aan het einde van deze les
  • weet je wat een betrekkelijk voornaamwoord (btv) met ingesloten antecedent is. 

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Dia-toetsen (week 21) 
  • Pro Demos: politieke excursie (week 23) 
  • SO Grammatica H1 t/m H5 (week 24)
  • 'Ik moet je verraden': gastles en open-boek-toets (week 26)
  • Repetitie hoofdstuk 4 en 5 (toetsweek) 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom 3HE/3VF : )


Planning van dit uur
  • Presentatie Noortje en Andrea
  • Voorlezen (hoofdstuk 10) ('Ik moet je verraden') 
  • Uitleg betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent 
  • Zelfstandig werken: 
    Havo: maak opdracht 8, 9 en 12 van 4.8 Grammatica woordsoorten 
    Vwo: maak opdracht 5, 6 en 9 van 4.8 Grammatica woordsoorten 

Aan het einde van deze les
  • weet je wat een betrekkelijk voornaamwoord (btv) met ingesloten antecedent is. 

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • Dia-toetsen (week 21) 
  • Pro Demos: politieke excursie (week 23) 
  • SO Grammatica H1 t/m H5 (week 24)
  • 'Ik moet je verraden': gastles en open-boek-toets (week 26)
  • Repetitie hoofdstuk 4 en 5 (toetsweek) 

Slide 1 - Tekstslide

Het 
meisje
dat
het
karretje
pakte
is 
aardig.

Slide 2 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord
  • Verwijst naar antecedent (een woord dat al eerder is genoemd) 

Voorbeelden: dat, die, wie, waar, wat 

Lotte die dat karretje pakt, is een stommeling. 

Slide 3 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord


Lotte die dat karretje pakt, is een stommeling.
Betrekkelijk
voornaamwoord
Antecedent

Slide 4 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent


Wie dat karretje pakt, is een stommeling.
Betrekkelijk
voornaamwoord
Antecedent

Slide 5 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord 


Degene die dat karretje pakt, is een stommeling.
Betrekkelijk
voornaamwoord
Antecedent

Slide 6 - Tekstslide

Oefenen
De persoon door wie ik gisteren gebeld ben, was verkeerd verbonden.

Wat is in deze zin het betrekkelijk voornaamwoord?

En wat is het antecedent?


Slide 7 - Tekstslide

Oefenen
Wie nooit beweegt, merkt daarvan op lange termijn de gevolgen.

Wat is in deze zin het betrekkelijk voornaamwoord met ingesloten antecedent? 

Kan iemand er een zin van maken met een los betrekkelijk voornaamwoord en los antecedent? 


Slide 8 - Tekstslide

Onbepaald voornaamwoord
- Verwijst naar iets of iemand zonder precies te zeggen over wie of wat het gaat
- Betekenis blijft vaag

Voorbeelden: iemand, niemand, iets, niets, iedereen, allemaal (altijd in combinatie met ander woord), het (het regent) 

Slide 9 - Tekstslide

Betrekkelijk voornaamwoord
dat
Verwijst naar onzijdig zelfstandig naamwoord enkelvoud (het-woorden
Het meisje dat 
die
Verwijst naar alle andere zelfstandig naamwoorden (mannelijk en vrouwelijk, enkelvoud en meervoud) 
De jongen die 
wie
Verwijst naar personen, meestal na een voorzetsel
Lotte voor wie het wachten lang duurt
waar
Verwijst naar dingen, combineert met een voorzetsel
Ik heb schoenen gekocht waarmee ik in de regen kan wandelen (met voorzetsel)
Ik heb schoenen gekocht waar ik in de regen mee kan wandelen (gesplitst)
Dit is de plek waar ik ga chillen (zonder voorzetsel)
wat
Verwijst naar iets, niets of alles
Wachten is niet iets wat zij graag doet
Verwijst naar een superlatief
Je geduld bewaren is het beste wat je kunt doen
Verwijst naar een hele zin
Lotte ging naar een andere rij, wat niet slim bleek 

Slide 10 - Tekstslide