5/11/2021 Leesvaardigheid les 3 - hoofdgedachte

Wat weet je nog over verschillende manieren van lezen?
- Terugkoppeling boekpresentatie
- Herhalen theorie: bepalen van het onderwerp en deelonderwerpen
- Nieuw: inleiding, slot en hoofdgedachte

- Maken en bespreken opdracht 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog over verschillende manieren van lezen?
- Terugkoppeling boekpresentatie
- Herhalen theorie: bepalen van het onderwerp en deelonderwerpen
- Nieuw: inleiding, slot en hoofdgedachte

- Maken en bespreken opdracht 

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les:

De inleiding, slot en de hoofdgedachte van een tekst bepalen




Slide 2 - Tekstslide

Hoe bepaal je het onderwerp van een tekst?
Elke tekst gaat ergens over; dat is het onderwerp

Je leest de tekst oriënterend. Het onderwerp vind je door te kijken naar: 
  • naar de titel
  • illustraties
  • tussenkopjes en
  • anders gedrukte woorden

Slide 3 - Tekstslide

Hoe bepaal je de deelonderwerpen van een tekst?
Een tekst is verdeeld in een inleiding, middenstuk en een slot

In het middenstuk (kern) worden verschillende delen van het onderwerp besproken:
  • soms bestaat een deelonderwerp uit één alinea
  • soms vormen meerdere alinea's samen een deelonderwerp. -> Dan staan er vaak tussenkopjes boven de tekst.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Eerste deel van de tekst is de inleiding ->
voorbeeld of anekdote

Laatste deel van de tekst is het slot  -> 
korte samenvatting of een conclusie

Hoofdgedachte -> een volledig zin die het belangrijkste samenvat wat er over het onderwerpen wordt geschreven. -> precies lezen

Slide 6 - Tekstslide

Zelf aan de slag:
Klassikaal maken startopdracht (blz. 72)

Individueel maken opdracht 4 (blz. 76)
timer
12:00

Slide 7 - Tekstslide

Uitwerkingen opdr. 4 - blz. 76
2 Hij stelt vragen waarop je als lezer antwoord wilt hebben.
3 a geestelijke (al. 3): iemand in dienst van de kerk
b legende (al. 3): verhaal over een heilige waarin wonderen voorkomen
c duur komen te staan (al. 3): ervoor moeten boeten
d openlijk (al. 4): niet geheim
e uiten (al. 4): zeggen of laten blijken wat je denkt of voelt
f emigranten (al. 4): mensen die verhuizen naar een ander land
g commercie (al. 4): handel (om geld te verdienen)
h ingeburgerd (al. 5): gewoon geworden

Slide 8 - Tekstslide

Uitwerkingen opdr. 4 - blz. 76
4 Met ongehuwde mannen had hij de grootste kans op een sterk leger en dat had hij nodig om zijn rijk te beschermen. Gehuwde mannen werden afgeleid door hun vrouwen.

5 dat hij liefde belangrijker vond dan de wet

6 naar het gebruik om niet openlijk je liefde aan iemand te uiten

Slide 9 - Tekstslide

Uitwerkingen opdr. 4 - blz. 76

Slide 10 - Tekstslide

Uitwerkingen opdr. 4 - blz. 76
8. Slot van de tekst bestaat uit alinea 6!
In die alinea wordt kort samengevat wat er in de rest van de tekst staat (herkenbaar aan het signaalwoord ‘dus’). Met alinea 5 wordt (het tweede deel van) het middenstuk van de tekst afgesloten, het deel dat gaat over de plaatsen waar Valentijnsdag gevierd werd/wordt.

9. C 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe bepaal je de hoofdgedachte van een tekst en hoe herken je de inleiding en het slot? 

Door de tekst 'precies'  te lezen.

Slide 12 - Tekstslide