Herhaling werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Dif-uur werkwoordspelling

Herhaling en verder...

Wat weet je nog over het vervoegen van een werkwoord in de tegenwoordige tijd?

Je stelt eerst de vraag: is dit een persoonsvorm?

Is het een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, dan moet je het vervoegen met 

de ik-vorm, de ik-vorm +t of het hele werkwoord 

Wat weet je nog over het vervoegen van een werkwoord in de verleden tijd?

Je stelt eerst de vraag: is dit een persoonsvorm?

Is het een zwak werkwoord in de verleden tijd, dan moet je het vervoegen met 

het kofschip

Wat weet je nog over het vervoegen van het voltooid deelwoord?

Je bepaalt eerst weer of het een PV is of niet. 

Of je gebruikt het kofschip als je het niet zeker weet

En hoe werkt de verlengproef?

werkwoordspelling

1. Het hout is opgebrandt.
2. Het hout is opgebrand.

werkwoordspelling tegenwoordige tijd

1. hij bediend
2. hij bedient
3. hij bediendt

Ik ... (worden) gek van de werkwoordspelling.

Henk ... (worden) ook gek van al die gekke werkwoorden.

Je zegt het hetzelfde, maar je schrijft het anders. Vaak ... (worden) een werkwoord ook verkeerd geschreven.

plassen – hij heeft ...

verlagen – hij heeft ...

Sluit Lesson Up af en ga naar het algemene scherm in Teams, daar hangt onder de vergadering de opdracht