Ethiek H1 Introductie les 2

• Ethiek
• MBO
• Studiejaar 1

Lesdoel

Je na deze les het begrip dilemma beschrijven.

Je weet na deze les wat waarden en normen zijn.

Je kunt aangeven welke waarden je belangrijk vind.

Je kan verschillende normen opschrijven die horen bij een waarde.

Je komt iemand tegen, die jou enthousiast begroet. Je kent hem zeker, maar je komt maar niet op zijn naam.
Biecht je dat op?

1. Ja
2. Nee

Dilemma

> Een situatie waarin je moet kiezen tussen twee uitersten

> Een lastige situatie waarin geen voordehand liggende oplossing is 

>  Waardenconflict  

vriendschap < > eerlijkheid

Waarden 

> Waarden zijn zaken die we belangrijk vinden om na te streven

> Waarden zijn zaken die iets voor je betekenen > waardevol

Voorbeelden: liefde, gelijkheid, respect ...

 

Wat is een belangrijke waarde
in jouw leven?

Normen

> Normen zijn gedragsregels

> Normen zijn regels die je moet nastreven om een waarde te bereiken

Voorbeeld: Je moet niet roken dat is slecht voor je gezondheid

Waarden en normen

                       

                                       norm

                                       norm 

waarde                       norm

                                       norm

                                       norm

waarde > norm > wetgeving

Gelijkheid > Mannen en vrouwen gelijk behandelen > Wet Gelijke Behandeling Man en Vrouw (WGMV)

 

Privacy > Persoonsgegevens mag je niet zomaar doorgeven > Wet  Bescherming Persoonsgegevens (Wbp)

Een dilemma is

1. Een manier om mensen voor je te winnen
2. Een positie van macht
3. Een moeilijke keuze met veel voor- en nadelen
4. Een debattechniek

Wat is een norm?

1. eigenschap
2. gedragsregel
3. wet
4. waarde

Rust is een ....

1. norm
2. waarde

Eerlijk zijn is een

1. norm
2. waarde

Als de trein aankomt, wacht je tot de mensen uitgestapt zijn, voordat jij instapt.

Welke waarde is dat?

1. liefde
2. gezondheid
3. geduld
4. gehoorzaamheid

Welke norm hoort niet bij de waarde: Respect voor anderen?

1. Als iemand struikelt, dan moet je lachen.
2. Als iemand een presentatie geeft, dan ben je stil.
3. Je belt je oma op haar verjaardag.
4. Schelden met kanker doe je niet.

Schrijf normen op die ook wetten zijn.

play.kahoot.it

Bedenk een dilemma