Laatste les voor de toets

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Toetsvoorbereiding

Planning 

• Bespreken oefentoets
• Nog wat vragen oefenen

Schrijf drie eigenschappen op die alle metalen gemeenschappelijk hebben

Hieronder staan telkens twee stoffen naast elkaar.
glas en water
goud en aluminium
keukenzout en suiker
Schrijf voor elk tweetal één eigenschap op die hetzelfde is voor de twee stoffen.

is erg buigzaam

is rood van kleur

wordt aangetrokken door een magneet

wordt niet aangetast door lucht en vocht

heeft een kleine dichtheid

Goud

Lood

Aluminium

IJzer

Koper

Jaap en Astrid zien een sieradenkistje bij de juwelier.
Astrid zegt:
‘Dat grijzige en glanzende vind ik wel aardig, maar verder is het nogal ouderwets en duur.’
Jaap beschrijft het als volgt:
‘Een gaaf kistje, wel erg zwaar, maar wat wil je: het is van zilver geloof ik.’
Welke van de woorden in de beschrijvingen horen bij een stofeigenschap?

Hieronder staan zes materialen:
Zink, perspex, porselein, baksteen, pvc, goud

a. Welke van deze materialen zijn organische materialen?
b. Welke van deze materialen zijn metalen?
c. Welke van deze materialen zijn keramische materialen?

Waar of niet waar?
a. Lood wordt aangetrokken door een magneet
b. Lood is zacht en is gemakkelijk te vervormen
c. Sommige metalen zijn doorzichtig
d. Glas wordt niet aangetast door bijtende stoffen
e. Polytheen is een metaal
f. De grondstof voor keramische materialen is zand

Wat is de juiste volgorde bij het aansteken van een brander?

Welke noodvoorzieningen horen er in een practicumlokaal aanwezig te zijn? Noem er 4