2019 11 4

lesplanning 4 november
terugblik vorige les
planning
vooruitblik leereenheid 3
afronding NU Nederlands - openstaande opdrachten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBO

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

lesplanning 4 november
terugblik vorige les
planning
vooruitblik leereenheid 3
afronding NU Nederlands - openstaande opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

vorige les
afspraken en verwachtingen
feedback 
samengestelde zinnen
moeilijke woorden in en tekst
NU Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

afspraak - tijdens een uitleg 
  • geen oortjes/muziek
  • geen telefoon
  • laptop gesloten
  • niet door uitleg heen praten


Slide 3 - Tekstslide

vorige les
afspraken en verwachtingen
feedback 
samengestelde zinnen
moeilijke woorden in en tekst
NU Nederlands

Slide 4 - Tekstslide

tips
Beter uitleggen.
Duidelijk en kort uitleggen.
Niet alles op het laatste moment doen.
Niet een te lange uitleg geven. 
Strenger zijn.
Harder optreden.

Duidelijker spreken.
Te laat is te laat.
Ons vrij laten: eigen verantwoordelijkheid.
Niet meekijken op telefoon of laptop.
Focus op de les, niet op de student.

Slide 5 - Tekstslide

Wat ik met de tips doe 
Minder aan het woord (kortere uitleg, 
minder herhalen).
Vaker informeren of de opdracht duidelijk is.
Verantwoordelijkheid bij student leggen.

Slide 6 - Tekstslide

afspraken en verwachtingen
We hebben respect voor elkaar .
We helpen elkaar.
We luisteren naar elkaar.
We laten elkaar uitpraten en praten niet door elkaar heen.
Lachen: ja! Uitlachen: nee!
Als we last hebben van een ander zeggen we dat eerlijk. We praten niet achter iemands rug om.  


Slide 7 - Tekstslide

afspraken en verwachtingen

 We zorgen er met zijn allen voor dat het rustig blijft in de klas.  
Het moet duidelijk zijn wat we moeten doen.  
De docent moet streng (maar ook weer niet té streng) zijn.  
De docent moet duidelijk zijn en niet te snel en te veel tegelijk uitleggen.   

 

Slide 8 - Tekstslide

vorige les
afspraken en verwachtingen
feedback 
samengestelde zinnen
moeilijke woorden in en tekst
NU Nederlands

Slide 9 - Tekstslide

voegwoorden

en
maar
of
dus
want

Ik loop in de stad en
ik zie een bekende.

Job is geslaagd voor het examen, maar Jaap moet het nog overdoen.

Ik ga met de fiets, want het is mooi weer.

Slide 10 - Tekstslide

woordvolgorde verandert bij:
Joost gaat niet naar school, omdat hij zich ziek voelt.

Joost gaat niet naar school.
Hij voelt zich ziek.

Slide 11 - Tekstslide

les gemist?

Vraag je docent om de uitleg en de opdracht die bij de les hoort. 

Slide 12 - Tekstslide

vorige les
afspraken en verwachtingen
feedback 
samengestelde zinnen
moeilijke woorden in en tekst
NU Nederlands

Slide 13 - Tekstslide

vergaderroutine
Steeds op dezelfde manier vergaderen.

Slide 14 - Tekstslide

synoniem
Een ander woord dat ongeveer hetzelfde betekent. 

Geeft de schrijver vaak uitleg over het woord in de tekst. 

Slide 15 - Tekstslide

voorbeeld
De schrijver geeft in de tekst vaak een voorbeeld. Je begrijpt door dit voorbeeld de betekenis van het woord. 

Slide 16 - Tekstslide

tegenstelling
De schrijver zet vaak een woord in de tekst dat een tegengestelde betekenis heeft van het moeilijke woord. 
Ken je het tegengestelde woord?
Dan kun je de betekenis van het moeilijke woord hieruit afleiden.

Slide 17 - Tekstslide

afbeelding
De afbeelding bij een tekst kan je helpen de betekenis van een moeilijk woord te vinden.

Slide 18 - Tekstslide

NU Nederlands
A.
Woordenschat

maak opdracht 1.1
Betekenis afleiden uit de tekst
opgave 1  t/m 4.

Slide 19 - Tekstslide

vorige les
afspraken en verwachtingen
feedback 
samengestelde zinnen
moeilijke woorden in en tekst
NU Nederlands

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Leereenheid 3
Interview
handleiding
verslag

Slide 22 - Tekstslide

kijk terug op de leereenheden:
kies een leerdoel
feedbackmoment benutten!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

opdracht
openstaande opdrachten 
NU Nederlands afronden
Klaar?

Slide 25 - Tekstslide

extra oefening beschrijven
Kies een afbeelding
Beschrijf zo uitgebreid mogelijk wat er op de afbeelding te zien is (wat zie je, wat denk je, wat voel je).
Geef je beschrijving een inleiding, middenstuk en een slot.
Gebruik hoofdletters en punten.
Schrijf samengestelde zinnen.
Klaar?


Slide 26 - Tekstslide

Stuur je beschrijving naar d.elgersma@fcroc.nl 
Je ontvangt feedback.
Verwerk deze feedback in je beschrijving.
Zet de definitieve beschrijving in je portfolio.

Slide 27 - Tekstslide