Vitaliteit: Slapen, dat is fijn! Of toch niet!

Vitaliteit: Slapen, dat is fijn! Of toch niet!
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vitaliteit: Slapen, dat is fijn! Of toch niet!

Slide 1 - Tekstslide

De les van vandaag:
1. Ik weet welke fases we doorlopen in onze slaap
2. Wat slaap met ons doet
3. Welke slaapritmes er zijn (welke heb jij?)

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij slapen?

Slide 3 - Woordweb

Wat is jouw avond routine?
Hoe bereid jij je voor op slaap?

Slide 4 - Open vraag

Wil je nog iets weten over slaap?

Slide 5 - Open vraag

Stelling: Een persoon heeft minimaal 8 uur slaap per nacht nodig om goed te functioneren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Stelling: Een persoon heeft minimaal 8 uur slaap per nacht nodig om goed te functioneren.
Niet waar. Hoewel het algemene advies is dat volwassenen 7-9 uur slaap per nacht nodig hebben, is slaapbehoefte zeer persoonlijk. Sommige mensen functioneren goed op minder dan 7 uur, terwijl anderen meer dan 9 uur nodig hebben.
Stelling: Een persoon heeft minimaal 8 uur slaap per nacht nodig om goed te functioneren.
Niet waar. Hoewel het algemene advies is dat volwassenen 7-9 uur slaap per nacht nodig hebben, is slaapbehoefte zeer persoonlijk. Sommige mensen functioneren goed op minder dan 7 uur, terwijl anderen meer dan 9 uur nodig hebben.

Slide 7 - Tekstslide

Stelling: Het inhalen van slaap in het weekend kan slaaptekort door de week compenseren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Stelling: Een persoon heeft minimaal 8 uur slaap per nacht nodig om goed te functioneren.
Niet waar. Hoewel het algemene advies is dat volwassenen 7-9 uur slaap per nacht nodig hebben, is slaapbehoefte zeer persoonlijk. Sommige mensen functioneren goed op minder dan 7 uur, terwijl anderen meer dan 9 uur nodig hebben.
Stelling: Het inhalen van slaap in het weekend kan slaaptekort door de week compenseren.


Niet waar. Hoewel extra slaap in het weekend enigszins kan helpen, lost het de negatieve effecten van slaaptekort door de week niet volledig op. Regelmatig slaappatroon is belangrijker voor de gezondheid.

Slide 9 - Tekstslide

Stelling: Blootstelling aan (blauw) licht voor het slapengaan kan de slaapkwaliteit verminderen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Stelling: Een persoon heeft minimaal 8 uur slaap per nacht nodig om goed te functioneren.
Niet waar. Hoewel het algemene advies is dat volwassenen 7-9 uur slaap per nacht nodig hebben, is slaapbehoefte zeer persoonlijk. Sommige mensen functioneren goed op minder dan 7 uur, terwijl anderen meer dan 9 uur nodig hebben.
Stelling: Blootstelling aan (blauw) licht voor het slapengaan kan de slaapkwaliteit verminderen.
Waar. Blauw licht, uitgezonden door schermen zoals die van smartphones, tablets en computers, kan de productie van melatonine, het slaaphormoon, onderdrukken. Dit kan het moeilijker maken om in slaap te vallen en de slaapkwaliteit beïnvloeden.

Slide 11 - Tekstslide

Stelling: Een drankje alcohol voor het slapen helpt je beter te slapen.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Stelling: Een persoon heeft minimaal 8 uur slaap per nacht nodig om goed te functioneren.
Niet waar. Hoewel het algemene advies is dat volwassenen 7-9 uur slaap per nacht nodig hebben, is slaapbehoefte zeer persoonlijk. Sommige mensen functioneren goed op minder dan 7 uur, terwijl anderen meer dan 9 uur nodig hebben.
Stelling: Een drankje alcohol voor het slapen helpt je beter te slapen.

Niet waar. Hoewel alcohol je sneller in slaap kan laten vallen, verstoort het de slaapkwaliteit en vermindert het de hoeveelheid REM-slaap, wat belangrijk is voor geheugen en leren.

Slide 13 - Tekstslide

Stelling: Regelmatige lichaamsbeweging kan helpen om beter te slapen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Stelling: Een persoon heeft minimaal 8 uur slaap per nacht nodig om goed te functioneren.
Niet waar. Hoewel het algemene advies is dat volwassenen 7-9 uur slaap per nacht nodig hebben, is slaapbehoefte zeer persoonlijk. Sommige mensen functioneren goed op minder dan 7 uur, terwijl anderen meer dan 9 uur nodig hebben.
Stelling: Regelmatige lichaamsbeweging kan helpen om beter te slapen.


Waar. Regelmatige lichamelijke activiteit, vooral in de ochtend of middag, kan de slaapkwaliteit verbeteren door de duur van de diepe slaap te verlengen. Het is echter belangrijk om intensieve trainingen dichtbij bedtijd te vermijden, omdat deze het lichaam kunnen activeren en het inslapen kunnen vertragen.

Slide 15 - Tekstslide

Slaap: hoe zit dat?
Welke fases zijn er?
Wat doet je lichaam tijdens slaap?
Hoe verbeter je jouw slaap?

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 1: De slaapfases
Welke fases zijn er?
Wat zijn de kenmerken?
Waarom zijn de fases belangrijk?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat viel jouw het meest op in de video (als je aan slaap denkt)

Slide 19 - Open vraag

Opdracht 1: De slaapfases
Welke fases zijn er?
Wat zijn de kenmerken?
Waarom zijn de fases belangrijk?

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

1. Ongeveer welk percentage van de Nederlanders heeft problemen met slapen?
A
10%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 23 - Quizvraag

2. Welk hormoon regelt onze slaap-waakcyclus?
A
Insuline
B
Melatonine
C
Testosteron
D
Oestrogeen

Slide 24 - Quizvraag

3. Hoeveel verschillende fases kent een slaapcyclus?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 25 - Quizvraag

4. Wat is de BELANGRIJKSTE functie van REM-slaap?
A
Spierherstel
B
Geheugenconsolidatie
C
Groei van weefsel
D
Verlaging van hartslag

Slide 26 - Quizvraag

5. Welke van onderstaande is GEEN gevolg van chronisch slaaptekort?
A
Verminderde concentratie
B
Verzwakt immuunsysteem
C
Verlaging van eetlust
D
Verhoogd risico op ongelukken

Slide 27 - Quizvraag

6. Wat betekent 'chronotype'?


A
Slaapstoornis
B
Natuurlijke voorkeur voor slaapritme
C
Slaapmedicijn
D
Genetische afwijking

Slide 28 - Quizvraag

7. Welke tip uit de video is NIET bevorderlijk voor een goede nachtrust?
A
Slaapkamer donker en koel
B
Regelmatig sporten (niet vlak voor bed)
C
Cafeinehoudende dranken in de avond vermijden
D
Overdag dutjes doen

Slide 29 - Quizvraag

8. Wat is de optimale temperatuur voor een goede nachtrust?


A
16-18 graden
B
20-22 graden
C
23-25 graden
D
26-28 graden

Slide 30 - Quizvraag

9. Welk licht heeft een negatieve invloed op de melatonineproductie?

A
Rood licht
B
Blauw licht
C
Groen licht
D
Geel licht

Slide 31 - Quizvraag

10. Wat is een effectieve manier om te ontspannen voordat je gaat slapen?

A
TV Kijken
B
Op social media scrollen
C
Muziek luisteren (ontspannend)
D
Zware inspanning

Slide 32 - Quizvraag

Opdracht 3: Jouw avondroutine
Ontwerp een avondroutine van 30 - 60 min
Minimaal 3 activiteiten (kan ook hygiene zijn)
Beschrijf waarom het een positieve activiteit is om te slapen

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Wat neem je mee uit de les van vandaag?

Slide 35 - Open vraag

Wat zou je nog over slaap willen weten?

Slide 36 - Open vraag