Les 1 - 16.1/16.2 -

Wat zou ik verdienen als startende leraar?
A
2915
B
2356
C
1459
D
2739
1 / 29
volgende
Slide 1: Quizvraag
BedrijfseconomieMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijshavo, vwoLeerroute HLeerroute VLeerjaar 4-6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat zou ik verdienen als startende leraar?
A
2915
B
2356
C
1459
D
2739

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je van het salaris vergeleken met een bouwvakker (€2.579)?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Startopdracht

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De cashflow is...
A
het verschil tussen de opbrengsten die een onderneming door de investering heeft en de kosten die zij heeft.
B
het verschil tussen de geldstroom die een onderneming door de investering ontvangt en de geldstroom die zij uitgeeft.
C
de brutowinst + afschrijvingskosten
D
de nettowinst - afschrijvingskosten

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk project is het meest interessant op basis van de cashflows?
A
Project A
B
Project B
C
Project C
D
Geen

Slide 5 - Quizvraag

Totale waarde investering:
A: € 500,000
B: € 800,000
C: € 400,000

Welk project is het meest interessant op basis van de terugverdientijd?
A
Project A
B
Project B
C
Project C
D
Geen

Slide 6 - Quizvraag

Investering C, na drie jaar is de het gehele bedrag van €1 mln terugverdient. Terwijl dat voor project A en B pas na 4 jaar is.

H 16 Personeelsbeleid

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kan:
- één verschil tussen de kenmerken van een individuele en collectieve arbeidsovereenkomsten benoemen
- onderscheid maken tussen primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden
- minimaal twee verschillende soorten arbeidsovereenkomsten benoemen
- minimaal twee plichten van een werkgever en werknemer benoemen
- een opzegverbod noemen van een arbeidsovereenkomst
- twee manieren benoemen waarop een arbeidsovereenkomst kan worden beëindigd

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Afspraken tussen werkgever en werkgever
B
Omschrijving van de werkzaamheden op de werkvloer
C
Het termijn van een proeftijd
D
Afspraken tussen werknemer en werkgever

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drie voorwaarden van een arbeidsovereenkomst

Slide 10 - Tekstslide

- gezagsverhouding: jouw baas vertelt je wat voor werk jij moet doen
- loonbetaling: jij ontvangt loon voor het uitgevoerde werk
- arbeidsverplichting: jij moet zelf het werk uitvoeren dit mag een ander niet voor jou doen
Van wat voor soort overeenkomst is hier sprake?
A
Collectieve arbeidsovereenkomst
B
Nuluren contract
C
Individuele arbeidsovereenkomst
D
Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

voordelen CAO: je hoeft niet te  onderhandelen. 
nadeel: moeilijk om mensen te lokken, Door CAO elk docent gelijk kunnen we niet natuurkunde lokken - vraag en aanbod boekje

Meneer Santema 10 vakantiedagen en meneer de jong 100
Art 19.1 is een voorbeeld van...
A
Primaire arbeidsvoorwaarden
B
Secondaire arbeidsvoorwaarden

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

primaire: vakantiegeld en toeslagen, de beloningen in geld, het verrichte werk, overwerk en onregelmatige werktijden
secundaire: werktijden, reisvergoeding, werkkleding, aantal vakantiedagen, lease auto.

wat is het woord los in nederlands?
primaire -> belangrijkste/eerste
secondaire -> tweede
Art 1.2 Geeft aan dat het gaat om...
A
een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd
B
een arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

bepaalde tijd: looptijd is expiliciet opgenomen in het contract: tijdelijk contract
onbepaalde tijd: voor de looptijd geld er geen einddatum

er zijn regels voor automatische omzetting -> in de AH vaak na 18de eruit

automatische omzetting:
- drie tijdelijke contracten van 6 maanden -> 4de is vast 
- bij tweede of volgende contract langer dan 36 maanden --> vast
- drie tijdelijke contracten binnen twee jaar -> vast

Slide 17 - Tekstslide

nuluren: alleen voor gewerkte uren krijg je betaald. Recht op minimaal 3 uur loon

min maxcontract: minimum en maximum aantal arbeidsuren. het minimale aantal uren zijn garantie uren

rechtsvermoeden arbeidsomvang: eisen dat het contract wordt aangepast naar 36 uur omdat afgelopen twee maanden 36 uur 20-40 uur

Welke reden voor ontslag is niet terecht? Je wordt ontslagen:
A
omwille van dwingende reden, je verkeerd gedrag vertoont zoals wanneer je iets gestolen hebt.
B
tijdens de eerste twee jaar ziekte van de werknemer.
C
terwijl je nog in je proeftijd zit.
D
omwille van gewichtige redenen, zoals een verliesgevend bedrijf.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opzegverbod: omstandigheden waarin de werkgever een arbeidsovereenkomst wel wilt beëindigen maar het niet mag beëindigen.
belangrijkste opzegverboden:
- tijdens eerste twee jaar ziekte
- als de werknemer tijdens ziekte te weinig wordt geholpen met re-integratie in het bedrijf en daarom verplicht langer door moet betalen
- tijdens zwangerschap of bevallingsverlof

Andere redenen om niet te mogen ontslaan
- bij discriminatie
- staan op gelijkheidsbehandelingen  
- als werknemer ouderschapsverlof of zorgverlof wilt opnemen
- lid van een vakbond is en deelneemt aan vakbondsactiviteiten
- lid van een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging
- lid van een politiek orgaan
- als het bedrijf wordt overgenomen
- op zondag niet wilt werken
- als men een militaire dienstplicht vervuld

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen verplichting voor een werkgever ?
A
De werkgever moet zich als goed werkgever gedragen.
B
De werkgever moet loon betalen.
C
De werkgever moet zorgen voor gezonde en veilige werkomstandigheden.
D
De werkgever moet zorgen dat de werknemer naar zijn werk kan komen.

Slide 20 - Quizvraag

business card geven maar niet verplicht

- loon betalen
- bij ziekte loon betalen
- gezonde en veilige werkomstandigheden
- vakantiedagen toekennen en aan de regels houden
- een getuigschrift afgeven
- rekening houden met werk en rusttijden
- goed werkgever zijn
- arbeid zo goed mogelijk verrichten
- persoonlijk verrichten
- aanwijzingen en opdrachten opvolgen
- als goed werknemer gedragen

Slide 21 - Tekstslide

door het tekenen gaan beide partijen verplichtingen aan 

werknemer: 
- arbeid zo goed mogelijk verrichten
- persoonlijk verrichten
- aanwijzingen en opdrachten opvolgen
- als goed werknemer gedragen

werkgever:
- loon betalen 
- bij ziekte loon betalen
- gezonde en veilige werkomstandigheden
- vakantiedagen toekennen en aan de regels houden
- een getuigschrift afgeven 
- rekening houden met werk en rusttijden
- goed werkgever zijn
Kijk met een kritische blik naar de arbeidsovereenkomst. Je wilt de komende 10 jaar in het onderwijs blijven werken zou jij dit ondertekenen, ligt je antwoord toe?
Let op woorden als: boetenbeding, nevenwerkzaamheden, concurrentiebeding

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zou jij de lesstof voor kunnen gebruiken?
A
Bijbaan
B
Niet
C
Voor de toets
D
Thuis aan de eettafel

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke opgaven
16.2 ; 16.3 ; 16.4 ; 16.7 ; 16.9

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel sommen uit het boek heb je al gemaakt?
A
10+
B
10-5
C
4-1
D
Ik ga deze week beginnen :)

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Ik heb geen moeite met het oefenen van de belangrijke opgaves'
Helemaal eens
Eens
Neutraal
Oneens
Helemaal Oneens

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

05:40
De werkgever doet tekort aan het arbobeleid, dit is het
A
beleid dat een werkgever binnen zijn bedrijf voert op het gebied van arbeidsomstandigheden.
B
beleid dat de werkgever toepast bij het uitbetalen van werknemers.
C
beleid dat de werknemer aanvaard als hij in dienst is voor de werkgever.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies