In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 7 - werkwoordspelling
1. Herhaling vorige les
2. Lesdoelen
3. Uitleg/ oefenen
4. Zelfstandig werken
5. Afsluiting in Lessonup
Slide 3 - Tekstslide
De hond ... (blaffen, vt) gisteren naar iedere voorbijganger.
A
blafte
B
blaftte
C
blafde
D
blafdde
Slide 4 - Quizvraag
Tot ergernis van de oppas ... (huilen, vt) de kinderen de hele avond.
A
huilden
B
huildden
C
huilten
D
huiltten
Slide 5 - Quizvraag
Wanneer schrijf je in de persoonsvorm verleden tijd een dubbele d of dubbele t?
Slide 6 - Open vraag
Enkele wielrenners ... (verwonden, vt) zich gisteren bijna tijdens een val.
A
verwonden
B
verwondden
Slide 7 - Quizvraag
Hoe weet je of een werkwoord sterk of zwak is?
timer
1:00
Slide 8 - Open vraag
Je leert de persoonsvorm van sterke werkwoorden in de verleden tijd spellen.
Lesdoelen
Slide 9 - Tekstslide
Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden.
Aantekeningen bij werkwoord-spelling
Slide 10 - Tekstslide
Werkwoorden
In het Nederlands bestaan sterke en zwakke werkwoorden. Om werkwoorden goed te kunnen spellen, moet je weten wat het verschil is tussen beide soorten werkwoorden.
Slide 11 - Tekstslide
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden zijn wel sterk genoeg om in de verleden tijd van vorm te veranderen.
lopen - liepen
zoeken - zochten
gaan - gingen
Zwakke werkwoorden zijn nietsterk genoeg om in de verleden tijd van vorm te veranderen.
hopen - hoopten
maken - maakten
bestellen - bestelden
Slide 12 - Tekstslide
zwakke werkwoorden
sterke werkwoorden
werkwoorden die +te/ten
of +de/den
krijgen in de verleden tijd
werkwoorden die veranderen in de verleden tijd.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Uitlegfilmpje!
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Wat: Cursus 7 paragraaf 11 opdracht 1 t/m 5 blz. 244/245 maken. Schrijf de antwoorden in je schrift.