Practicum ADHD/ADD

• Sales
• HBO
• Studiejaar 4

Practicum 

Leerbelemmeringen ADHD/ADD

Leerdoelen

• De docent kan uitleggen wat de leerbelemmering inhoudt en hoe je deze kunt herkennen;

• De docent kan uitleggen hoe je in onderwijssituaties (in je rol als docent) rekening kunt houden met de leerbelemmering.

Wat gaan we doen?

• Stellingen ADHD/ADD
• Theorie
• Casus
• Terugblikken

Stellingen

1. Leerlingen met ADHD of ADD hebben vaker moeite met dingen als plannen, starten met een taak en hun aandacht erbij houden.

2. Als je uitleg duidelijk is, hoef je voor leerlingen met ADHD of ADD geen extra aanpassingen te doen.

Stellingen

3. ADHD of ADD beïnvloedt niet alleen de concentratie, maar ook hoe gemotiveerd een leerling is.

4. Leerproblemen bij ADHD of ADD komen meestal doordat deze leerlingen minder slim zijn.

Stellingen

5. Onderwijs dat goed aansluit bij wat een leerling nodig heeft, helpt leerlingen met ADHD of ADD beter dan les voor de hele klas op één manier.

Theorie ADHD

ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. 

Studenten met ADHD hebben vaak last van:

 

• Aandachtsproblemen (moeite met concentratie, snel afgeleid)

• Hyperactiviteit (altijd in beweging, onrustig)

• Impulsiviteit (moeilijk kunnen remmen van reacties of gedrag)

Theorie ADHD

In de klas zie je dit bijvoorbeeld terug in:

• Niet stil kunnen zitten

• Door de les heen praten

• Snel beginnen zonder goed te luisteren

• Moeite met structuur en plannen

• Frustratie als iets niet snel lukt

Theorie ADD

Wat is ADD?

ADD staat voor Attention Deficit Disorder. Het is een subtype van ADHD, maar zonder de hyperactiviteit.

 Studenten met ADD hebben vooral moeite met:

• Concentratie

• Starten van taken

• Georganiseerd werken

• Informatie verwerken (vertraagd)

• Vergeten van afspraken en opdrachten

Theorie ADD

In de klas zie je dit terug als:

• Dromerig gedrag, passief of afwezig lijken

• Langzaam werken, snel overprikkeld

• Stil of teruggetrokken zijn

• Lage frustratietolerantie

Wat betekent dit voor jou als docent?

Wat werkt wél:

• Structuur en voorspelbaarheid

Geef duidelijk aan wat er van de student verwacht wordt. Werk met dag- of lesdoelen.

• Korte en heldere instructies

Beperk mondelinge uitleg tot de kern, geef eventueel visuele ondersteuning of stappenplannen.

• Herhalen en checken

Vraag actief of de student de opdracht begrepen heeft. Herhaal waar nodig.

Wat betekent dit voor jou als docent?

• Beweegmogelijkheden bieden

Laat drukke studenten even staan, bewegen of iets actiefs doen als dit helpt.

• Positieve benadering

Benoem wat goed gaat. Focus op inzet, niet alleen op resultaat.

• Hulpmiddelen gebruiken

Denk aan timers, checklists, apps voor planning of visuele schema’s.

Wat betekent dit voor jou als docent?

Wat liever niet doen:

• Langdradige uitleg geven zonder afwisseling

• Alleen straffen of corrigeren zonder uitleg of ondersteuning

• Verwachten dat de student “zich gewoon aanpast”

• Frustratie opvatten als onwil in plaats van onvermogen

Belangrijk om te onthouden:

Belangrijk om te onthouden:

  

• ADHD en ADD zijn geen keuzes, maar neurodiverse kenmerken.

• Elke student is uniek: wat werkt voor de één, werkt niet voor de ander.

• Een goede relatie en begrip maken vaak al het verschil.

Opdracht: Toolkit voor Docenten – Omgaan met ADD of ADHD in de Klas

Gebruik dit sjabloon om een praktische toolkit te maken voor het begeleiden van studenten met ADD of ADHD. Werk in groepjes van 3 en vul de onderdelen hieronder in. Kies één profiel: ADD of ADHD.

1. Gekozen profiel (omcirkel of highlight):

ADD / ADHD

2. Korte uitleg van de leerbelemmering:

(Beschrijf in eigen woorden wat de beperking inhoudt)

3. Gedrag dat je als docent kunt signaleren:

(Welke signalen zie je in de klas?)

Opdracht: Toolkit voor Docenten – Omgaan met ADD of ADHD in de Klas

4. Didactische aanpassingen:

(Wat kun je in je les aanpassen om beter aan te sluiten?)

5. Pedagogische benadering:

(Hoe kun je als docent het beste reageren of begeleiden?)

6. Concreet voorbeeld van een lesaanpassing of interventie:

(Beschrijf een praktische aanpassing of aanpak)

Opdracht: Post -it

1. Pak een post-it en verwerk per onderdeel:

- Hoe herken je (symptomen van) ADHD?

- Hoe herken je (symptomen van) ADD?

- Wat doe je als docent juist wel?

- Wat doe je als docent juist niet?

2. Plak deze op de betreffende flipover

3. Schrijf voor jezelf op wat je meeneemt uit deze les, wat je zelf al zou kunnen toepassen.