Jaar 1, periode 1, week 7

Welcome
English week 7
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welcome
English week 7

Slide 1 - Tekstslide

Today
Aim
Check-in
Halloween
Crash course grammar
Presentations
Next week

Slide 2 - Tekstslide

Aim
At the end of the lesson:
You have learned at least three facts about your classmates
You know at least two facts about the origin of Halloween
You are able to express your opinion about Halloween
(You have learned a (new) grammar rule and are able to apply it in a sentence)

Slide 3 - Tekstslide

Check-in
Discuss in English with your classmate about:
1. a small win or accomplishment you had last week
2. a challenged you faced last week
3. something you are looking forward to
3 minutes
Could be something related to school or personal!
2 minutes plenary discussion

timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

What do you know about Halloween?

Slide 5 - Woordweb

Halloween
When? 
31 October
Where? 
(mainly US, UK, Ireland & Canada)
Hands up, if you celebrate it!
Why? 
You'll find out in the video!

Slide 6 - Tekstslide

Video
1. Download the document (Halloween quiz) in It's learning week 7 & read the questions (1 minute)
2. Watch the video and answer the questions (3 min)
3. Afterwards compare your answers with a neighbour (1 min)



timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Answers
1A
2A
3A
 4B
 5B
 6C

Slide 9 - Tekstslide

Difficult words?
Connect the words with the correct translation.



Slide 10 - Tekstslide

Scarecrow
jack-o-lantern
ancient
Celtic lore
havoc
commemorate
Gekerfde pompoen
Herdenken
Verwoesting
oud/vroeger
vogelverschrikker
Traditionele cultuur/mythes

Slide 11 - Sleepvraag

Opinion (5 min)
Write down (1 min)
1. Individually:  What are the similarities between Halloween and Sint Maarten?
Discuss (2 min):
2: In pairs: - Do you believe we should celebrate Halloween instead of Sint Maarten? Why (not)?
- Is Halloween (scary costumes, unhealthy food etc.) a bad influence on children?

Slide 12 - Tekstslide

Crash course grammar
Options:
1. Explanation in adverbs/adjectives (bijwoorden/bijvoegelijk naamwoorden)
2. In It's learning PowerPoint with variety of videos/exercises/links on different grammar topics. Tip: put it on presentation mode. 
3. Finish lessons -> Chapter 1 Taalblokken
4. Work on presentation
5. Work on vocabulary assignment 
Till? 

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een bijvoegelijk naamwoord?
A
Wanneer het iets zegt over een zelfstandig werkwoord
B
Wanneer het iets zegt over een werkwoord
C
Wanneer het iets zegt over een bijwoord
D
Wanneer het iets zegt over het weer

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer gebruik je een bijwoord?
A
Wanneer het iets zegt over een zelfstandig naamwoord
B
Wanneer het iets zegt over een werkwoord
C
Wanneer het iets zegt over een bijvoegelijk naamwoord
D
Wanneer het iets zegt over een ander bijwoord

Slide 15 - Quizvraag

Overzicht
Gebruik: beiden om iets te omschrijven
Adjective (bijv. nmw)                   Adverb (bijwoord)
Zegt iets over een zelf. nmw.   Zegt iets over een ww of bijv.nmw
Eindigt ook wel met - ing                  Eindigt vaak met -ly
                                                 Uitzonderingen: 
                                                              o.a. good-well/fast/long/low/fair
The orange car was driving slowly

Slide 16 - Tekstslide

Exercise 1
Identificeer in de volgende zinnen de adjectives en adverbs. 
Schrijf bij het woord wat het is: bijv. nmw. of bijwoord. 

Slide 17 - Tekstslide

The teacher was incredibly angry because of the screaming girl.

Slide 18 - Open vraag

The old lady was wearing a blue raincoat and walking very fast.

Slide 19 - Open vraag

Exercise 2
Gebruik een adverb of adjective in de volgende zinnen. Schrijf er ook bij op welk woord het slaat. 

Slide 20 - Tekstslide

You are doing very ..... (good) on that ..... (extreme) difficult task.

Slide 21 - Open vraag

Melanie ..... (quick) ate her lunch so she could leave her ..... (intense) ..... (boring) job as soon as possible.

Slide 22 - Open vraag

Presentations
Feedback forms (give feedback to 4 students)
Timer
Questions (no form = think of questions)
Behaviour:
Silence
No laughing -> exit the room
Thunderous applaus!


Slide 23 - Tekstslide

Aim:
Which two facts did you learn about Halloween?
Which three new facts did you learn about your classmates? 
(check-in, Halloween, presentations)

Slide 24 - Tekstslide

Which two facts did you learn about Halloween?

Slide 25 - Open vraag

Which three new facts did you learn about your classmates?

Slide 26 - Open vraag

Next week
Presentations


Don't forget to finish Chapter 1 in Taalblokken!
Don't forget to hand in the vocabulary assignment if you're presenting or stand-by!

Slide 27 - Tekstslide