2V Over Taal 4-6 les 2

2V NEDERLANDS
Woordenschat en Over Taal
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

2V NEDERLANDS
Woordenschat en Over Taal

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling: met je buddy
- Wanneer gebruik je wel en geen spatie? Voorbeeld
- Bedenk een zin met een woord dat een positief en negatief gevoel kan oproepen.
- Bedenk een verhaal waarin je moedertaal, vreemde taal en tweede taal uitlegt.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Kleine kinderen zeggen woorden soms verkeerd (verhaspeling). Wat zou een kind bedoelen met
'Je moet het niet voorklappen!'
A
Je moet het niet verkeerd klappen.
B
Je moet hem klappen.
C
Je moet het niet verklappen.
D
Je moet het niet voorzeggen.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Taalontwikkeling
Paulien Cornelisse: Het ontstaan van taal

https://www.youtube.com/watch?v=Thbb7DsxZZA


Slide 8 - Tekstslide


https://www.youtube.com/watch?v=_JmA2ClUvUY&t=4s


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Het woord 'ambulance' is een leenwoord en komt uit het
A
Duits
B
Engels
C
Frans
D
Arabisch

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent w8 ff?
A
wachten
B
wachten nu!
C
even wachten
D
wacht even

Slide 13 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van jongerentaal:

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide