de dierlijke cel
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke celorganellen ken je?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
welke functies denk je dat het celmembraan heeft?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
het celmembraan communiceert met andere cellen door lipiden?
A
waar
B
fout
Slide 9 - Quizvraag
Het celmembraan bevat hydrofobe kop. Deze is waterafstotend
A
waar
B
fout
Slide 10 - Quizvraag
Wat is geen eigenschap van het celmembraan.
A
flexibel
B
selectief doorlaatbaar
C
zelfsluitend
D
enkele laag
Slide 11 - Quizvraag
Geef een korte definitie van het cytoplasma
Slide 12 - Open vraag
Wat is het verschil tussen hydrofiel en hydrofoob.
Slide 13 - Open vraag
wat weet je nog over de bouw en de functie van het celmembraan?
Slide 14 - Woordweb
Wat zijn transmembraaneiwitten?
Slide 15 - Open vraag
trek een foto van je tekening op p 28
Slide 16 - Open vraag
Wat zijn fosfolipiden
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
wat zou de functie van de kern poriën zijn?
Slide 19 - Open vraag
aan wat denk je bij de term chromosomen?
Slide 20 - Woordweb
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
de celkern maakt zelf de enzymen aan
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
transcriptie is het overschrijven van de genetische code
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quizvraag
wat betekent volgens jullie DNA replicatie?
Slide 25 - Open vraag
bij de vorming van dochtercellen is het belangrijk dat het DNA netjes verdeeld wordt?
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 27 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
