7.2 Europa zonder grenzen?

Klas 5
5.2/7.2 Europa zonder grenzen?



1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Klas 5
5.2/7.2 Europa zonder grenzen?



Slide 1 - Tekstslide

7.1 Wat voeren we uit?
Invoer / import
Uitvoer / export
  • Nederland heeft een open economie
  • Tegenovergestelde: gesloten economie

Veel in- en uitvoer in verhouding tot het nationaal inkomen
weinig in- en uitvoer in verhouding tot het nationaal inkomen
Redenen import:
  • ons klimaat niet geschikt voor verbouwen bepaalde landbouwproducten
  • grondstoffen niet of beperkt in ons land aanwezig
  • producten uit het buitenland kunnen goedkoper en/of beter zijn
  • zorgt voor ruimere keuze voor consument
Redenen export:
  • export levert inkomsten
  • zorgt voor werkgelegenheid
  • Nederland zelf is maar kleine afzetmarkt
Vraag 2

Slide 2 - Tekstslide

7.1 Wat voeren we uit?
Wederuitvoer

  • Eerst goederen invoeren, bewerken en weer uitvoeren

Slide 3 - Tekstslide

7.1 Wat voeren we uit?

Slide 4 - Tekstslide

7.1 Wat voeren we uit?
Importquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdient) dat wordt uitgegeven aan import
Exportquote
het percentage van het nationaal inkomen (= wat totaal in een land wordt verdient) dat wordt verdeint met export
Vraag 4
Vraag 6

Slide 5 - Tekstslide

7.1 Wat voeren we uit?
Betalingsbalans
Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en ontvangste uit het buitenland.
  • Inkomsten
  • Uitgaven
Export -> er komt geld het land in -> inkomsten
Import -> er gaat geld uit -> uitgaven
Vraag 9
Vraag 10

Slide 6 - Tekstslide

Nederlanders houden graag vakantie in het buitenland. Als ze met een buitenlandse vliegmaatschappij reizen dan is er sprake van:
A
export van goederen.
B
export van diensten.
C
import van goederen.
D
import van diensten.

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van een land met een open economie?
A
Weinig invoer (import) en uitvoer (export) in verhouding tot de productie.
B
Veel invoer (import) en veel uitvoer (export) in verhouding tot de productie.

Slide 8 - Quizvraag

Het voordeel van import voor de Nederlandse consument is ...
A
meer keuze in goederen en diensten.
B
minder keuze in goederen en diensten.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen vorm van internationale handel?
A
Nederland verkoopt aan China
B
Duitsland koopt van Nederland
C
Brussel koopt van Londen
D
Amsterdam verkoopt aan Eindhoven

Slide 10 - Quizvraag

De handelsbalans geeft de waarde weer van de:
A
geïmporteerde en geëxporteerde goederen
B
geïmporteerde en geëxporteerde diensten
C
geïmporteerde en geëxporteerde goederen en diensten

Slide 11 - Quizvraag

Als de wisselkoers van de euro stijgt, dan ...
(twee antwoorden zijn goed)
A
wordt de euro duurder voor het buitenland.
B
dan wordt de euro goedkoper voor het buitenland.
C
is de euro meer waard in het buitenland.
D
is de euro minder waard in het buitenland.

Slide 12 - Quizvraag

Als de wisselkoers daalt ...
A
daalt de export van dat land.
B
stijgt de export van dat land.

Slide 13 - Quizvraag

Als de wisselkoers van de euro stijgt ...
A
verbetert onze concurrentiepositie.
B
verslechtert onze concurrentiepositie.

Slide 14 - Quizvraag

Concurrentiepositie
Verbeteren internationale concurrentiepositie:
  • Beter en/of goedkoper produceren
  • Onderwijs
  • Gezondheidszorg
  • Infrastructuur
  • Investeringen in innovaties

Slide 15 - Tekstslide

Wat is concurrentiepositie?
A
het succesvol zijn van een bedrijf ten opzichte van zijn concurrenten
B
het aandeel van een bedrijf in de totale verkoop in een bedrijfstak
C
het onderzoek naar succesfactoren bij concurrenten
D
het onderzoek naar de vraag van consumenten

Slide 16 - Quizvraag

7.2 Europa zonder grenzen?
Deze les
  • Interne markt
  • Harmonisatie
  • EMU
  • ECB

Slide 17 - Tekstslide

7.2 Europa zonder grenzen? (deel 1)
  • Europese Unie
  • 28 deelstaten (jan. 2018)
  • Samenwerken op economische gebied
Vraag 12

Slide 18 - Tekstslide

7.2 Europa zonder grenzen? (deel 1)
Interne markt
(gemeenschappelijke markt)
  • Grenzen tussen de lidstaten zijn weggevallen
  1. Vrij verkeer van goederen en diensten
  2. Vrij verkeer van personen
  3. Vrij verkeer van kapitaal
Vraag 14
Vraag 16

Slide 19 - Tekstslide

7.2 Europa zonder grenzen? (deel 1)
  • tarieven btw en vennootschapsbelasting
  • milieuregels
Veel samenwerking, maar ook verschillen...
Gelijkwaardige concurrentie belangrijk, dus regels gelijk maken -> harmonisatie
Oefenopgaven blz. 223
opgaven 11 en 13

Slide 20 - Tekstslide

7.2 Europa zonder grenzen? (deel 2)
Nu verder met les:
  • EMU
  • ECB

Slide 21 - Tekstslide

7.2 Europa zonder grenzen? (deel 2)
EMU (Europese Monetaire Unie)
  • Landen die deelnemen aan de EMU vormen de eurozone
  • ECB (Europese Centrale Bank) is de centrale bank van landen met de Euro

Slide 22 - Tekstslide

7.2 Europa zonder grenzen? (deel 2)
Taken ECB
  • Zorgen voor prijsstabiliteit (behouden koopkracht Euro)
  • Bepalen rente voor de banken
  • In omloop brengen bankbiljetten

Slide 23 - Tekstslide

7.2 Europa zonder grenzen? (deel 2)
EMU (Europese Monetaire Unie)
  • Landen die deelnemen aan de EMU vormen de eurozone
  • ECB (Europese Centrale Bank) is de centrale bank van landen met de Euro

Slide 24 - Tekstslide