KERN les 78

KERN les 78
Hoe schrijf je verschillende werkwoordsvormen?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

KERN les 78
Hoe schrijf je verschillende werkwoordsvormen?

Slide 1 - Tekstslide

TNN 
-Laptop altijd mee (opgeladen)
-KERN boek mee

-Telefoon in tas
-Eten en drinken in de aula
-Make-up in tas



Slide 2 - Tekstslide

Je leert hoe je verschillende tijden van de persoonsvorm en het voltooid deelwoord schrijft.
R: Ik weet hoe je de persoonsvorm en het voltooid deelwoord schrijft.
T1: Ik kan de persoonsvorm en het voltooid deelwoord van een gegeven werkwoord opschrijven.
T2: Ik kan in een zin de juiste persoonsvorm of voltooid deelwoord invullen.
I: Ik kan zelf juist gespelde zinnen maken met een pv. en ww. 

Slide 3 - Tekstslide

Woorden les 78
-de keel schrapen: door een beweging (hoesten of kuchen) van slijm ontdoen
-opdraven: komen als iemand het zegt
-indruisen: tegen in strijd zijn met iets
-applaudisseren: klappen, je handen tegen elkaar slaan uit bewondering voor iets
-klam: vochtig en koud
Maak opdracht 10, blz. 161

Slide 4 - Tekstslide

indruisen
de keel schrapen
klam
opdraven

Slide 5 - Sleepvraag

Lees belangrijk! blz. 160

Slide 6 - Tekstslide

Lees belangrijk! blz. 160

Slide 7 - Tekstslide

Als het werkwoord (min -en) eindigt op een letter uit 't kofschip.
Dan krijgt de verleden tijd:
A
-te of -ten
B
-de of -den

Slide 8 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord eindigt op:
A
-en
B
-d
C
-t
D
-dt

Slide 9 - Quizvraag

De verleden tijd van 'ik werk' is:
A
wij werken
B
Ik werkde
C
Ik werkte
D
Wij werkden

Slide 10 - Quizvraag

De verleden tijd van verhuisd is:
A
verhuizen
B
verhuisde
C
verhuiste

Slide 11 - Quizvraag

De verleden tijd van 'hij geeft' is:
A
Hij geefde
B
Hij geefte
C
Hij gaf
D
Hij heeft gegeven

Slide 12 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van 'hij geeft' is:
A
Hij geefde
B
Hij geefte
C
Hij gaf
D
Hij heeft gegeven

Slide 13 - Quizvraag

Schrijf de persoonsvormen op.

Slide 14 - Tekstslide

Is de persoonvorm in tegenwoordige of verleden tijd?

Slide 15 - Tekstslide

Welke 3 voltooid deelwoorden zie je?

Slide 16 - Tekstslide

Welke voegwoorden zie je?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak les 78 af (opdracht 6 t/m 12)
blz. 160+161


Klaar? NUMO

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

I: Ik kan zelf zinnen maken met een gegeven werkwoord en hierbij de werkwoordsvorm juist schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll