LJ1 6.3 Volgorde van bewerkingen - LJ2 6.4 opdr 50 t/m 60

Vak: Wiskunde
Hoofdstuk: LJ1 - 6.3 / LJ2 - 6.4 deel 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check + arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Wiskunde
Hoofdstuk: LJ1 - 6.3 / LJ2 - 6.4 deel 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check + arrangementen
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
LJ1: Pak je boek van Wiskunde en open deze op blz. 25

LJ2: Open je boek van wiskunde op blz 71. Lees de theorie op blz 71 en 74 zelfstandig door.  Probeer daarna opdracht 50 en 55 zelfstandig te maken. 

Huiswerk controle

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel
Aan het einde van de les:
- Weet je in welke volgorde je bewerkingen/sommen op moet lossen
- Weet je wat de begrippen product, quotiënt, som en verschil betekenen

Leergebied overstijgende doelen:
Denkvermogen
- Realiseert een oplossing volgens plan.
- Formuleert criteria voor de oplossing. 

Slide 3 - Tekstslide

Mini-check + Arrangementen 
Verdiept --> 8 of hoger: Jessica.
Jij mag zelfstandig aan de slag. Je maakt paragraaf 6.3 opdracht 49 t/m 57 op blz 25 t/m 27

De rest doet mee met de mini-check.

Slide 4 - Tekstslide

9 + 5 x -4 =

Slide 5 - Open vraag

(-7 - 2) x -6 =

Slide 6 - Open vraag

8 : -2 x 7 =

Slide 7 - Open vraag

Wie maakt wat
Had je alle vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt 6.3 opdracht 49 t/m 57 op blz 25 t/m 27

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig 6.3 opdracht 49 t/m 57 op blz 25 t/m 27



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een wiskundespel uit de kast
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgend doel
Aan het einde van de les:
- Je leert wat kaart en schaal is en kunt hier mee rekenen. 
- Je kunt een schaallijn tekenen.


Leergebied overstijgende doelen:
Denkvermogen
- Realiseert een oplossing volgens plan.
- Formuleert criteria voor de oplossing. 

Slide 14 - Tekstslide

Arrangementen + mini-check
Verdiept (een 8 of hoger): Bregje
Jij mag zelfstandig aan de slag. Je maakt 6.4 opdracht 50 t/m 59 blz 71 t/m 75

De rest doet mee met de mini-check.

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een schaal?
A
verkleining van de werkelijkheid
B
vergroting van de werkelijkheid
C
verhouding tussen het model en het origineel
D
een kopie tussen het model en de het origineel

Slide 16 - Quizvraag


Je ziet hier een schaallijn 
De schaallijn is 5 cm lang.

Met hoeveel km komt elke cm op de schaallijn overeen?

Slide 17 - Open vraag

Het torentje is in Madurodam 160cm hoog. In het echt is deze 40m hoog. Bereken de schaal.
A
40 : 160 = 0,25 Dus schaal is 1 : 0,25
B
4000 : 160 = 25 Dus schaal is 1 : 25
C
160 : 40 = 4 Dus schaal is 1 : 4
D
160 : 4000 = 0,04 Dus schaal is 1 : 0,04

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste schaal voor plaatje A?
A
schaal 1: 100.000
B
Schaal 1: 25.000

Slide 19 - Quizvraag

Wie maakt wat
Had je de vraag goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt 6.4 opdracht 50 t/m 59 blz 71 t/m 75

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat is 'schaal'?
Het woord 'schaal' gebruik je om aan te geven hoeveel keer je plaatje of afmeting groter moet worden in het echt.
Bijv. 
1 : 500 -----  spreek uit als: "1 op 500"
Dit houdt in dat 1cm in je tekeningen 500cm in het echt is.
Schaal is altijd in cm!!!! Dus reken eerst al je maten om naar cm.

Slide 21 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
Schaal 1:250
Als het modelvliegtuigje 20cm lang is dan is het vliegtuig in werkelijkheid:
250 x 20 = 5000 cm (50m)
 

Slide 22 - Tekstslide

De schaal berekenen
De auto hiernaast is 3,6 cm lang.
In werkelijkheid is deze 3,6m
Bereken de schaal m.b.v. een rekenpijl.

Lengte tekening   x........    lengte werkelijkheid
          3,6                      x........    360
De schaal        Werkelijkheid : tekening         360 : 3,6 = 10
Dus de schaal is 1: 10


Slide 23 - Tekstslide

Kaart en schaal
Hiernaast zie je een kaart waar onder andere de dorpen Hoogersmilde en Uffelte op staan. Op de kaart is de afstand tussen de twee dorpen 8 cm. 

De kaart is op schaal 1 : 200.000 getekend.

Hoe groot is de afstand in werkelijkheid?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

5. Begeleid inoefenen
Geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->
dan maken wij samen opdracht 51 en 57.

Slide 26 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
LJ 1 - Je maakt nu zelfstandig 6.3 opdracht 49 t/m 57 op blz 25 t/m 27
LJ 2- Je maakt nu zelfstandig 6.4 opdracht 50 t/m 59 blz 71 t/m 75



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een wiskundespel uit de kast
timer
1:00

Slide 27 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- Weet je in welke volgorde je bewerkingen/sommen op moet lossen?
- Weet je wat de begrippen product, quotiënt, som en verschil betekenen?

Slide 28 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ2
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- Weet je wat kaart en schaal is en kun je hier mee rekenen?
- Kan je een schaallijn tekenen?



Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Woensdag 22 maart
6.3 opdracht 49 t/m 57

Huiswerk LJ2: 
Woensdag 22 maart
6.4 opdracht 50 t/m 59
Toetsen LJ1: 


Toetsen LJ2: 


Slide 30 - Tekstslide