T3: Freedom - H2: Je vrijheid geregeld

T3: Freedom - H2: Je vrijheid geregeld
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mavo 5Secundair onderwijs

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

T3: Freedom - H2: Je vrijheid geregeld

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • De leerlingen kunnen het begrip 'democratie' omschrijven
  • De leerlingen kunnen de voorwaarden van 'democratie' benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Vorm bovenstaande groepjes

Slide 3 - Tekstslide

Vorm bovenstaande groepjes

Slide 4 - Tekstslide

Bestudeer de volgende foto's
  • Wat gaat er telkens mis? Hoe komt dat?
  • Wat heb je voor al deze activiteiten nodig om ze goed te laten verlopen? Waarom?
  • Wie bepaalt hoe de activiteiten verlopen.
  • Ben je altijd vrij om te doen wat je wil? Waarom (niet)?  

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Klassikale bespreking! 

Slide 10 - Tekstslide

Bestudeer de volgende situatie
  • Welke werkwijze vind jij het meest geschikt? Waarom?
  • Waarom kiest de directeur er niet voor om alle leerlingen te betrekken bij de organisatie van het feestjaar?
  • Welk plan van aanpak is het meest democratisch? Waarom?
  • Leg het woord 'democratisch' in je eigen woorden uit.  

Slide 11 - Tekstslide

Klassikale bespreking! 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Vul de vragen van oefening 3 op p 9 in
  • Wanneer is een staatsvorm een democratie?  
  • Aan welke voorwaarden moeten er voldaan zijn om van een democratie te spreken?
  • Waar heeft men voor het eerst een democratisch bestuur georganiseerd?

Slide 14 - Tekstslide

Zet op de tijdsbalk een kruisje in het tijdvak waarin dit gebeurde. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Vul de vragen van oefening 3 op p 9 in
  • Waarom zeggen wij nu dat dat bestuur nog niet democratisch was? 
  • Zoek op in welk jaar vrouwen in België volledig stemrecht kregen
  • Welk soort democratie is België?

Slide 17 - Tekstslide

Zet op de tijdbalk het biologisch symbool voor vrouw bij het tijdvak waarin dit gebeurd. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Kruis bij elke staatsvorm aan of die democratisch of ondemocratisch is. Leg telkens mondeling uit. (p 10)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Wat is democratie?

Slide 23 - Woordweb

Waarom was de 'democratie' in het oude Griekenland toch niet zo democratisch zoals wij die nu kennen?

Slide 24 - Woordweb

In welk jaar kregen vrouwen volledig stemrecht in België?

Slide 25 - Woordweb

In welk tijdvak kregen vrouwen volledig stemrecht?

Slide 26 - Woordweb

Kruis bij elke staatsvorm aan of die democratisch of ondemocratisch is. Leg telkens mondeling uit. (p 10)

Slide 27 - Tekstslide

Bekijk de voorbeelden uit heden en verleden. Plaats de cijfers van de afbeeldingen bij de juiste staatsvorm in de tabel. (p 10) 

Slide 28 - Tekstslide

Maak de oefeningen op   p 11
Zowel Lodewijk XIV als Emmanuel Macron hebben Frankrijk bestuurd.
 
  • Op welke manier verschilt hun macht?
  • Welke gebeurtenis maakte in 1789 een einde aan het absolutisme in Frankrijk? Waarom?
  • Hoe wordt de macht van de Franse president beperkt? 

Slide 29 - Tekstslide

Bekijk het schema van het bestuur van de federale staat België.

Slide 30 - Tekstslide

Maak de oefeningen op p 12
  • Kan er bij deze verkiezingsuitslag één partij alleen besturen? Waarom (niet)?
  • Wat moeten partijen doen als ze toch willen besturen? 
  • Welke partij zal hier het initiatief nemen om samen te werken? Waarom?
  • Welke partijen vormen de meerderheid? 

Slide 31 - Tekstslide

Maak de oefeningen op p 12
  • Zijn er nog andere mogelijkheden? Zo ja, waarom zijn die het dan niet geworden?

  • Welke voorwaarden voor een democratie zie je in dit schema?

  • Is de democratie in België een perfecte democratie? Waarom (niet)?  

Slide 32 - Tekstslide

Vergelijk het schema van de federale staat België met het schema van nazi-Duitsland onder het bestuur van Adolf Hitler. (p 13)

Slide 33 - Tekstslide

Maak de oefeningen op p 13
  • Welke voorwaarden voor een democratie zie je niet meer tijdens Hitlers regeerperiode? 

  • Wat stel je vast als je de macht van de federale staat België met die van nazi-Duitsland vergelijkt?

  • Hoe noem je de staatsvorm van nazi-Duitsland?  

Slide 34 - Tekstslide

Maak de oefeningen op p 13
  • Welke landen gebruiken deze staatsvorm op dit moment? Hoe kan je dit verklaren?
  • In welk systeem is de vrijheid van de mensen het best gegarandeerd
  • Kruis de zaken aan waarvoor je in een dictatuur kan gestraft worden.  

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Lees het artikel - leeftijdsladder: wat mag je doen vanaf welke leeftijd? (p 20)

Slide 37 - Tekstslide

Maak de oefeningen op p 21
  1. Vanaf welke leeftijd zijn deze rechten of plichten van toepassing in België? Zoek het antwoord in het artikel. Noteer 16, 17, 18 in elk vakje. 
  2. Mag het of niet? Zoek het antwoord in het artikel.  

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Lees het artikel op p 24 en vul oefening C p 25 in: Lees de situaties en zoek in de tekst een antwoord op de vraag. 

Slide 40 - Tekstslide