Team Sprint español - Compañeros 1 Unidad 2.2

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

LA CLASE DE HOY

* Welke woorden heb je vorige week geleerd?

* Getallen / vocabulaire 

* welke woorden heb je vandaag geleerd?

Welke woorden heb je vorige week geleerd?

Video: Los números de 1 al 100 

Sleep het nummer naar het getal in het Spaanse.

setenta

noventa

veinte

cuarenta

diez

cincuenta

sesenta

70

90

20

40

10

50

60

Wat betekent: "treinta mesas"

1. Dertig tafels.
2. Twintig tafels
3. Veertig tafels
4. Negentig tafels

Wat betekent: "cien niños"

1. Veertig kinderen
2. Zestig kinderen
3. Honderd kinderen
4. negentig kinderen

Wat betekent: "ochenta alumnos"

1. Dertig leerlingen
2. Zestig leerlingen
3. Negentig leerlingen
4. Tachtig leerlingen

Wat betekent: "cuarenta libros"

1. Veertig boeken
2. Twintig boeken
3. Zestig boeken
4. Negentig boeken

Hoe zeg je in het Spaans: 70

Hoe zeg je in het Spaans: 40

Hoe zeg je in het Spaans: 50

Hoe zeg je in het Spaans: 20

Sleep het nummer naar het getal in het Spaanse.

noventa y ocho

treinta y cuatro

ochenta y ocho

sesenta y siete

treinta y nueve

cincuenta y cuatro

cuarenta y nueve

98

34

88

67

39

54

49

Wat betekent: "treinta y tres gatos"

1. Drieënveertig katten
2. Drieënnegentig katten
3. Drieëndertig katten
4. Drieënzeventig leerlingen

Wat betekent: "cuarenta y nueve libros"

1. vierennegentig boeken
2. Negenendertig boeken
3. Drieënnegentig boeken
4. Negenenveertig boeken

Wat betekent: "Ochenta y ocho sillas"

1. Achtendertig stoelen
2. Achtentachtig stoelen
3. Achtenzestig stoelen
4. Zevenentachtig stoelen

Hoe zeg je in het Spaans: 73 boeken

Hoe zeg je in het Spaans: 86 katten

Hoe zeg je in het Spaans: 93 pennen

Hoe heet dit voorwerp?

Hoe heet dit voorwerp?

Hoe heet dit voorwerp?

Hoe heet dit voorwerp?

Hoe heet dit voorwerp?

Hoe heet dit voorwerp?

Muchas gracias
Y hasta la próxima vez 

Welke woorden heb je vandaag geleerd?