H15.2 Reactiewarmte en energiediagrammen

15.2 Energiebalans
oefenen met :
- rekenen aan reactiewarmtes
- energiediagrammen tekenen
maar eerst wat checkvragen...
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

15.2 Energiebalans
oefenen met :
- rekenen aan reactiewarmtes
- energiediagrammen tekenen
maar eerst wat checkvragen...

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat druk je NIET uit in %?
A
atoomeconomie
B
E-factor
C
rendement
D
alles is in %

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bewering is juist over rendement...
A
kan > 100 % zijn
B
heeft een waarde van 0-100 %
C
Kan negatief zijn

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bewering is juist over atoomeconomie...
A
kan > 100 % zijn
B
heeft een waarde van 0-100 %
C
Kan negatief zijn
D
is altijd 100% bij een vormingsreactie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke reactie heeft een atoomeconomie van 100 %
A
verbranden aluminium
B
verbranden methaan
C
methanol + ethaanzuur wordt ester + water
D
hydrolyse van de olie van glycerol en oliezuur

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de betekenis van de E-factor?
A
Het % afval dat ontstaat bij het maken van een product
B
Het aantal kg product dat nuttig ontstaat
C
Het % nuttig product dat ontstaat.
D
Het aantal kg afval per kg product.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bewering is juist over E-factor...
A
hoe hoger hoe beter
B
hoe lager hoe beter
C
kan negatief zijn

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een exotherme reactie is het teken van de reactiewarmte...
A
positief
B
negatief
C
positief of negatief
D
dat kun je zo niet zeggen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je zeggen over de verbrandingswarmte van glucose en de reactiewarmte van de fotosynthese?
A
Het getal is hetzelfde, het teken ook
B
Het getal is hetzelfde, het teken is anders.
C
Dat hangt van de temperatuur af.
D
Daar moet je eerst aan rekenen, voor je er iets over kunt zeggen.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De energie die nodig is om een reactie op gang te brengen, wordt ... genoemd.
A
reactiewarmte
B
ontbrandingstemperatuur
C
Activeringsenergie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de omschrijving naar de juiste energiediagram
endotherm
exotherm
reactie heeft energie nodig
reactie staat energie af aan omgeving

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Exotherm en endotherm
  • Exotherm = chemische energie wordt omgezet in andere vorm van energie (Echem neemt af,      E <0).

  • Endotherm = andere vorm van energie wordt omgezet in chemische energie (Echem neemt toe,      E>0).

  • Reactiewarmte wordt weergegeven met      E en geeft dus aan of een reactie exotherm of endotherm is.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energiediagram 
Boven: Exotherm
  • chemische energie neemt toe
Onder: Endothem
  • chemische energie neemt toe.

  • Activeringsenergie (Eact) nodig.
  • Reactiewarmte (     E) is energieverschil. 
geactiveerde toestand

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij elk energiediagram hoort 1 beschrijving. Sleep de juiste beschrijving naar het diagram. Niet alle beschrijvingen zijn nodig.
endotherme reactie die spontaan verloopt
endotherme reactie met hoge activeringsenergie
endotherme reactie met lage activeringsenergie
exotherme reactie die spontaan verloopt
exotherme reactie met hoge activeringsenergie
exotherme reactie met lage activeringsenergie

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de vormingswarmte van zuurstof.
Noteer je getal zonder eenheid.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zilvernitride ontleedt al bij de minste aanraking en kan een explosie, een snelle exotherme reactie geven.
Maak een energiediagram van deze reactie. Noteer met de bijbehorende bijschriften, het energieniveau van de beginstoffen, de geactiveerde toestand en de reactieproducten.

Slide 16 - Open vraag

Ea laag (minste aanraking, snel)
exotherm, dus delta E < 0
Zilvernitride is een uiterst instabiele stof. Het zout kan al bij de minste aanraking ontleden in zilver en stikstof. Als zilvernitride ontleedt, kan een explosie, een snelle exotherme reactie plaatsvinden.
Geef de RV.

Slide 17 - Open vraag

2 Ag3N → 6 Ag + N2
dichloormethaan ontstaat door een substitutiereactie van methaan met chloorgas.
Geef de RV in structuurformules.

Slide 18 - Open vraag

CH4 + 2 Cl2 → CH2Cl2 + 2 HCl
Bereken de reactiewarmte van onderstaande reactie per mol methaan.
Maak gebruik van Binastabel 57.

Slide 19 - Open vraag

delta E = -(-0,75)-0+(-1,24)+2(-0,923)
delta E = -2,336x10^5 J/mol

Exotherm. Blijkbaar is het zonlicht hier enkel nodig voor de Ea.
Maak een energiediagram van deze reactie. Noteer met de bijbehorende bijschriften, het energieniveau van de beginstoffen, de geactiveerde toestand en de reactieproducten.

Slide 20 - Open vraag

delta E = -(-0,75)-0+(-1,24)+2(-0,923)
delta E = -2,336x10^5 J/mol

Exotherm. Blijkbaar is het zonlicht hier enkel nodig voor de Ea.
Als je chloorgas wil verkrijgen uit keukenzout (natriumchloride) moet er de hele tijd elektriciteit gebruikt worden om de reactie te laten verlopen. Naast chloorgas ontstaat ook het metaal natrium. Maak een energiediagram van deze reactie. Noteer met de bijbehorende bijschriften, het energieniveau van de beginstoffen, de geactiveerde toestand en de reactieproducten.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Etheen wordt volledig verbrandt tot o.m. vloeibaar water. Geef de RV, maak gebruik structuurformules voor de organische stoffen en geef de fasen.

Slide 22 - Open vraag

H2C=CH2 (g) + 3 O2 (g) → 2 CO2 (g) + 2 H2O (l)
Bereken de reactiewarmte van onderstaande reactie per mol etheen.

Slide 23 - Open vraag

delta E = -(0.52)-0+2(-3.935)+2(-2.86)
delta E = -14,11x10^5 J/mol
Exotherm
Maak een energiediagram van deze reactie. Noteer met de bijbehorende bijschriften, het energieniveau van de beginstoffen, de geactiveerde toestand en de reactieproducten.

Slide 24 - Open vraag

delta E = -(-0,75)-0+(-0,95)+2(-0,923)
delta E = -2,046

Exotherm. Blijkbaar is het zonlicht hier enkel nodig voor de Ea.
Ga verder met de boekopgaven van 15.2

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies