5.2 Taken van de regering

5.2 Taken van de regering
Welke taken heeft de regering?
En welke rol speelt de koning daarbij?



Begrippen: staatssecretaris, ministerraad, Prinsjesdag, troonrede, rijksbegroting, constitutionele monarchie.. en meer.


Blz. 58
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.2 Taken van de regering
Welke taken heeft de regering?
En welke rol speelt de koning daarbij?



Begrippen: staatssecretaris, ministerraad, Prinsjesdag, troonrede, rijksbegroting, constitutionele monarchie.. en meer.


Blz. 58

Slide 1 - Tekstslide

Regering ≠ Kabinet
De regering bestaat uit de Koning en de ministers
Het kabinet bestaat uit ministers en staatssecretarissen


Slide 2 - Tekstslide

Taken van de regering
Het kabinet: De ministers + staatssecretarissen.
Ze lossen de dagelijkse problemen op en hebben de dagelijkse leiding over het land.

- Ze maken wetsvoorstellen
- Zorgen dat wetten worden uitgevoerd.
- Stellen de jaarlijkse begroting op (Prinsjesdag)

Slide 3 - Tekstslide






Wat wordt er bekend gemaakt op Prinsjesdag?



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Vraag 1:
Wat is de rijksbegroting?

Vraag 2:
Wat zijn de algemene beschouwingen?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Koning 
-De koning is staatshoofd door erfopvolging en lid van de regering. De bevoegdheden en de macht van de koning zijn beperkt door de Grondwet (constitutie)

- de ministers zijn verantwoordelijk voor het beleid en daarom zijn de ministers verantwoordelijk voor wat de koning zegt en doet in het openbaar (ministeriële verantwoordelijkheid).
De koning is onschendbaar.

- De koning als staatshoofd overlegt regelmatig met de minister-president en de ministers.
De inhoud van al deze gesprekken is geheim; dit wordt het Geheim van Noordeinde genoemd

Slide 8 - Tekstslide

Formele taken koning
 - Handtekening zetten onder alle wetten

 - Het voorlezen van de Troonrede op Prinsjesdag

 - Beëdigen ministers

Slide 9 - Tekstslide

Informele taken koning 
Verbinden: hij is Koning voor iedereen. En dat maakt ons samen een groep

Vertegenwoordigen: relaties onderhouden met andere landen


Aanmoedigen: positieve vibe in zijn toespraken nu.nl reacties

Slide 10 - Tekstslide

Republiek
Staatshoofd wordt gekozen door het volk. Bijv. Biden in de VS.





Elke vier jaar wordt een ander staatshoofd gekozen.

Monarchie
Staatshoofd wordt bepaald door erfopvolging 




Dit hebben we in Nederland. Koning Willem Alexander geeft het op zijn beurt weer door aan zijn dochter Amalia.

Slide 11 - Tekstslide

Maken
Blz 60: Opdracht 10, 11, 12
Blz 62: Opdracht 15, 16, 17

Slide 12 - Tekstslide

Extra oefenvragen

Slide 13 - Tekstslide

Wie zitten er in de regering?
A
Ministers en de staatsecretarissen
B
Ministers en de Koning
C
Koning en de Koningin
D
Kabinet en de Koning

Slide 14 - Quizvraag

Welke taken hebben ministers?
A
wetsvoorstellen maken en de wetten uitvoeren
B
stemmen over wetten en de troonrede voorlezen
C
handtekening zetten onder wetten en de wetten uitvoeren
D
stemmen over wetten en de Tweede Kamer controleren

Slide 15 - Quizvraag

de regering bestaat uit:
A
Coalitiepartijen
B
Oppositiepartijen

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel zetels hebben de coalitiepartijen minstens nodig om te regeren?
A
51
B
76
C
101
D
150

Slide 17 - Quizvraag

I. Coalitiepartijen stemmen vaak tegen de plannen van de regering
II. De minister-president is lid van een van de oppositiepartijen
A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
I en II zijn beide juist
D
I en II zijn beide onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Wie zitten er in het kabinet??
A
Koning en staatssecretarissen
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Koning en ministers

Slide 19 - Quizvraag

Wie is het staatshoofd van Nederland?
A
Rutte
B
voorzitter Tweede Kamer
C
Koning Willem-Alexander
D
Koningin Maxima

Slide 20 - Quizvraag

Wat gebeurt er op Prinsjesdag?
A
Dan leest de Koning de Troonrede voor.
B
Dan leest de Koning de Miljoenennota voor.
C
Dan leest de Koning de Rijksbegroting voor.

Slide 21 - Quizvraag

Stap 1 van de kabinetsformatie
Stap 2 van de kabinetsformatie
Stap 3 van de kabinetsformatie
Stap 4 van de kabinetsformatie
De formateur kiest de ministers en staatssecretarissen.
De Tweede Kamer benoemd een informateur. Hij of zij kijkt welke partijen kunnen en willen samenwerken.
De partijen stellen een regeerakkoord op.
De Koning benoemt het nieuwe kabinet.

Slide 22 - Sleepvraag

Wat zit er NIET in het
Prinsjesdag-koffertje?
A
De Troonrede
B
De Rijksbegroting
C
De Miljoenennota
D

Slide 23 - Quizvraag