Periode 1 les 9 Observeren, signaleren en rapporteren

Observeren, signaleren, rapporteren
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Observeren, signaleren, rapporteren

Slide 1 - Tekstslide

Nabespreken week 8
Wat heb je in de praktijk gedaan met betrekking tot de onderwerpen van vorige week?
Heb je nog vragen over het huiswerk of de theorie uit het boek?

Slide 2 - Tekstslide

Observeren en  Rapporteren

Slide 3 - Tekstslide

Welke stappen neem je?

* Waarnemen
*Observeren
*Signaleren
*Rapporteren

Slide 4 - Tekstslide

Wat is waarnemen?

Slide 5 - Tekstslide

Waarnemen
Wat is waarnemen??

Slide 6 - Tekstslide

Waarnemen
Waarnemen:
  • Opnemen van informatie d.m.v. de zintuigen
  • Onbewust, de hele dag, elk moment
  • Selectief waarnemen: Je bepaalt (bewust of onbewust) zelf wat je wilt waarnemen

Slide 7 - Tekstslide

Waarnemen
  • Oren= luisteren
  • Ogen= kijken
  • Tastzin= voelen
  • Reukzin= ruiken
  • Smaakzin = proeven

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen waarnemen en observeren?

Slide 9 - Tekstslide

Observeren

Bewust, doelgericht iets waarnemen

Slide 10 - Tekstslide

Signaleren
  • Het vaststellen van veranderingen bij de zorgvrager. 
  • Signaleren van veranderingen kan leiden tot eventuele acties.
  • De stap na signaleren = rapporteren

Slide 11 - Tekstslide

Waarom is rapporteren belangrijk?

Slide 12 - Tekstslide

Rapporteren
Het schriftelijk/mondeling verslag doen van gebeurtenissen of situaties die zijn waargenomen. 

Je rapporteert het zorgproces van de zorgvrager

Slide 13 - Tekstslide

Rapporteren
Wat hoort er allemaal in een rapportage?

Slide 14 - Tekstslide

rapportage
Wie rapporteert: 
Iedereen die bij de zorg betrokken is

Wat rapporteer je: 
Alle informatie die belangrijk is voor goede zorgverlening. 
Bijvoorbeeld hoe het gaat met iemand, evt. problemen, behaalde doelen, veranderingen, wensen, afspraken, etc.

Slide 15 - Tekstslide

rapportage
Waar moet je op letten als je een rapportage schrijft?
We noemen 3 punten (of meer!)

Slide 16 - Tekstslide

Rapportage
  • Eenduidig (begrijpelijk voor iedereen) 
  • Objectief 
  • Concreet 
  • Zorgvuldig 
  • Hoofd- en bijzaken scheiden 

Slide 17 - Tekstslide

Wees specifiek!
Niet zo.. 
Mw. ging vandaag vaak naar het toilet.

Maar zo..
Mw. ging vandaag 5x naar het toilet , normaal is dit 3x

Slide 18 - Tekstslide

SOAP
Rapporteren via SOAP
  • Subjectief
  • Objectief
  • Analyse/Evaluatie
  • Plan

Slide 19 - Tekstslide

SOAP

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld SOAP 1
S: Mijnheer zegt dat wij allemaal tegen hem zijn.
O: Schreeuwde in de huiskamer. Vloekte en schold tegen de vrouwelijke medebewoners.
A: Kan of wil zijn gevoelens niet op een meer aanvaardbare wijze uiten.
P: Met hem praten over zijn gevoelens en zijn gedrag in de huiskamer.

Slide 21 - Tekstslide

Voorbeeld SOAP 2
S:  Mijnheer weigert deel te nemen aan de groepsactiviteiten en zegt dat ze achterlijk zijn.
O: Liep om 11.00 uur schreeuwend en wild gebarend de huiskamer uit. Kwam tien minuten later terug en weigerde te spreken.
A: Vindt het nog steeds moeilijk op aanvaardbare wijze op zijn gevoelens te reageren, vooral in voor hem bedreigende situaties.
P: Moedig hem ertoe aan aan de groepsbijeenkomsten van deze middag mee te doen.

Slide 22 - Tekstslide

SOAP
Dhr. de Wit geeft aan pijn te hebben. Dhr. vertrekt zijn gezicht en loopt moeilijk. Mogelijk last van zijn versleten knie?

Wat mist in deze rapportage?

Slide 23 - Tekstslide

SOAP
Mw. de Haas loopt verward heen en weer op de gang. Mw. extra haldoldruppels gegeven.

Wat mist in deze rapportage?

Slide 24 - Tekstslide

Vragen

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 13 en 14
Eventueel verder werken aan de eindopdracht

Slide 26 - Tekstslide