Beknopte bijzin

Welkom
3HT
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom
3HT

Slide 1 - Tekstslide

Hoe voel je je vandaag?

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
- Herhaling bijv. bepaling & bijvoeglijke bijzin
- Uitleg beknopte bijzin
- Aan de slag
- Exitticket

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een bijvoeglijke bepaling?
A
Dat is een zinsdeel.
B
Het is geen zinsdeel, het is een woordsoort
C
Dat is een deel van een zinsdeel.
D
Een bijvoeglijke bepaling is hetzelfde als een bijvoeglijk naamwoord.

Slide 4 - Quizvraag


Benoem de andere bijvoeglijke bepaling bij 'eiland'.

Op een klein eiland in de Atlantische Oceaan woont een Zweedse familie.
A
in de Atlantische Oceaan
B
in de Oceaan
C
Op een klein
D
in de Atlantische

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
De ijsblauwe zee in Noorwegen is bevroren.
A
'IJsblauwe' en 'in Noorwegen'
B
Bevroren
C
'IJsblauwe'
D
'In Noorwegen'

Slide 6 - Quizvraag

Zijn de voegwoorden nevenschikkend of onderschikkend?
nevenschikkende voegwoorden
onderschikkende voegwoorden
en
terwijl
maar
doordat
dus
als
toen
want
hoewel
omdat

Slide 7 - Sleepvraag

Geef aan of de volgende zinnen enkelvoudig of samengesteld zijn. Als de zin samengesteld is, geef dan aan of de zin onderschikkend of nevenschikkend is.
enkelvoudig
een enkelvoudige zin heeft maar één persoonsvorm. Er kunnen wel meer werkwoorden zijn. Deze werkwoorden zijn samen onderdeel van het gezegde (werkwoordelijk of naamwoordelijk)
EV
samengesteld
een samengestelde zin heeft twee (of meer) persoonsvormen.
Verander de zin van tijd om te zien wat de persoonsvormen zijn.
Een samengestelde zin is nevenschikkend of onderschikkend.
Nevenschikkend: twee hoofdzinnen (voegwoorden: en, maar, want, of)
Onderschikkend: hoofdzin en bijzin(nen) (HZ-BZ of BZ-HZ). Onderwerp en persoonsvorm staan in de bijzin uit elkaar of kunnen uit elkaar geplaatst worden door het woordje niet ertussen te plaatsen.
SG
enkelvoudige zin
samengestelde zin
nevenschikkend
samengestelde zin
onderschikkend
Tijdens de voetbalwedstrijd mogen de supporters niets drinken op de tribune.
Hoewel het kampioenschap de club niet meer kon ontgaan, bleef de trainer zenuwachtig voor de wedstrijd.
De uitblinkende middenvelder wilde nog niet zeggen of hij nog een jaar blijft.
De supporters hopen dat hij besluit nog een jaar bij hun club blijft.
Hij heeft het enorm naar zijn zin, maar een avontuur is ook interessant.
De trainer blijft nog een seizoen of hij gaat toch met pensioen.

Slide 8 - Sleepvraag

De bijvoeglijke bijzin begint met een betrekkelijk voornaamwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Het kasteel dat daar staat, is al jaren onbewoond.
De bijvoeglijke bijzin =
A
Het kasteel dat daar staat
B
dat daar staat
C
Het kasteel is al jaren onbewoond
D
is al jaren onbewoond

Slide 10 - Quizvraag

Herken de bijzin.
Iedere zin heeft een bijzin. Wat is de juiste functie van de bijzin?
Een bijzin die je kan vervangen door: 
iets of iemand is een onderwerpszin of een lijdend voorwerpszin 
jou, mij, hem, haar, etc. is een meewerkend voorwerpszin 
iets terwijl je er uit de hoofdzin weghaalt, is een voorzetselvoorwerpzin 
dan, toen of daarom is een bijwoordelijk bijzin 
een bijvoeglijk naamwoord dat voor het zelfstandig naamwoord staat, is een bijvoeglijke bijzin 
een bijvoeglijk naamwoord dat achter de persoonsvorm staat, is een gezegdezin
hint
De bijzinnen zijn dikgedrukt.
Het gouden ei is een boek dat veel mensen ooit gelezen hebben.
Hoewel het een dun boek is, verwerkt Tim Krabbé veel knappe literaire technieken in het verhaal.
Het gouden ei gaat in essentie over het uitproberen van het kwade.
Het verhaal laat zien dat Lemorne de perfecte moord wil plegen.
Dat de hoofdpersonen een psychologische ontwikkeling doormaken, wordt snel duidelijk.
Wie het een ingewikkeld boek vindt, raad ik aan de leeshulp goed te lezen.

onderwerpszin
lijdendvoorwerpszin
meewerkendvoorwerpszin
bijwoordelijke bijzin
Bijvoeglijke bijzin
Hoewel het een dun boek is, verwerkt Tim Krabbé veel knappe literaire technieken in het verhaal.
Het verhaal laat zien dat Lemorne zorgvuldig het perfecte misdrijf wil plegen.
Dat de hoofdpersonen een psychologische ontwikkeling doormaken, wordt snel duidelijk.
Wie het een ingewikkeld boek vindt, raad ik aan de leeshulp goed te lezen.
De lerares die daar werkt is zwanger.

Slide 11 - Sleepvraag

Hoofdzin of bijzin?
Hoe herken je een hoofdzin? De pv en het ow staan naast elkaar (er kan niets tussen).
Voorbeeld: Als ik nieuwe schoenen koop, wil ik ze meteen aan

Hoe herken je een bijzin? Je kunt nog iets tussen het ow en de pv zetten. Voorbeeld: Toen ik thuis kwam, stond mijn boze moeder me op te wachten.



Slide 12 - Tekstslide

bijzin + hoofdzin 
hoofdzin + hoofdzin 
hoofdzin + bijzin
hoofdzin + hoofdzin + bijzin
hoofdzin + bijzin + bijzin
Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes. 
Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes, omdat zij die zo lekker vindt. 
Als je vanavond langskomt, zal ik je het allerlaatste nieuwtje vertellen. 
Ik kom vanavond langs en ik vertel jou dan het laatste nieuwtje. 
Toen opa rookte, vond ik dat vies.

Slide 13 - Sleepvraag

Beknopte bijzin
Bij een beknopte bijzin ontbreken de persoonsvorm en het onderwerp. Er is wel een verzwegen onderwerp. Dat is eigenlijk een onderwerp dat niet genoemd wordt. Het verzwegen onderwerp moet hetzelfde zijn als het onderwerp van de hoofdzin, anders klopt de zin niet.
1. Wachtend op de bus, hielden ze elkaars hand vast. GOED (ze wachten)
2. Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder. FOUT (de bus drinkt geen koffie)

Slide 14 - Tekstslide

vervolg beknopte bijzin
Als een beknopte bijzin niet klopt (omdat het ow in de hoofd- en bijzin niet hetzelfde zijn), is er sprake van een foutieve beknopte bijzin.

Slide 15 - Tekstslide

De beknopte bijzin
Beknopt = korter / ingekort

  • Een beknopte bijzin heeft geen onderwerp
  • Een beknopte bijzin heeft geen  persoonsvorm
  • Een beknopte bijzin heeft als vorm: te + infinitief, of
  • Een beknopte bijzin heeft als vorm: deelwoord

Slide 16 - Tekstslide

Een beknopte bijzin heeft een onderwerp.
A
juist
B
niet juist

Slide 17 - Quizvraag

Een beknopte bijzin heeft een persoonsvorm
A
juist
B
niet juist

Slide 18 - Quizvraag

Hoe herken je een bijzin?
A
Als er een voegwoord tussen de zinnen staat.
B
Als de persoonsvorm en het onderwerp niet naast elkaar staan.
C
Een bijzin is niet te herkennen.
D
Als er een komma tussen de zinnen staat.

Slide 19 - Quizvraag

Lees de zinnen en bepaal of de zin een gewone bijzin of een beknopte bijzin bevat. 
Beknopte bijzin
Gewone bijzin
Lopend naar de overkant werd hij bijna aangereden. 
Als hij mij belt, loop ik even de vergadering uit. 
Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd.

Slide 20 - Sleepvraag

Ik begrijp de herhaling (bijv. bepaling & bijv. bijzin) & de beknopte bijzin.
Ik begrijp alles
Ik begrijp alles maar wil zelf meer oefenen
Ik begrijp alles maar wil samen meer oefenen.
Ik begrijp alleen de herhaling.
Ik begrijp alleen de beknopte bijzin.
Ik begrijp het allebei niet.

Slide 21 - Poll