Begrippen oefenen overheid (h5 en h6)

                                        Begrippen oefenen overheid 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

                                        Begrippen oefenen overheid 

Slide 1 - Tekstslide

                                        Planning
Lesdoelen                                       
Begrippen oefenen lessonup
Begrippenbingo                           

Slide 2 - Tekstslide

                                        Lesdoelen
                                                  Ik ken de begrippen die horen 
                                            bij het onderwerp overheid.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de collectieve sector?
A
overheid en instellingen zonder winst te maken
B
overheid en instellingen die winst willen maken
C
bedrijven en instellingen zonder winst te maken
D
bedrijven en instellingen die winst willen maken

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de particuliere sector?
A
overheid en instellingen zonder winst te maken
B
overheid en instellingen die winst willen maken
C
bedrijven en instellingen zonder winst te maken
D
bedrijven en instellingen die winst willen maken

Slide 5 - Quizvraag

Welke overheid regelt het onderwijs in heel Nederland?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Het Rijk
D
Waterschappen

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van infrastructuur?
A
Wegen
B
Lantaarnpalen
C
Spoorwegen
D
Albert Heijn

Slide 7 - Quizvraag

Welke mensen die werken of beschikbaar zijn om te werken
A
Actieven
B
Niet-actieven

Slide 8 - Quizvraag

Voor wie is een volksverzekering bedoeld?
A
Alle mensen
B
Mensen in loondienst

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een volksverzekering?
A
WW
B
AOW
C
Kinderbijslag

Slide 10 - Quizvraag

Voor wie is een werknemersverzekering bedoeld?
A
Alle mensen
B
Mensen in loondienst

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een werknemersverzekering?
A
WW
B
AOW
C
Kinderbijslag

Slide 12 - Quizvraag

De overheid bestaat uit het rijk en de provincies, juist of onjuist?
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn subsidies?
A
Vernieuwingen van producten.
B
Financiële bijdragen van overheid.
C
Financiëlen bijdrage van bedrijven.
D
Extra belastingen op producten.

Slide 14 - Quizvraag

Wat wil de overheid bereiken met subsidies?
A
Dat consumenten meer gebruik gaan maken van bepaalde producten.
B
Minder innovatie.
C
Dat consumenten minder gebruik gaan maken van bepaalde producten.
D
Dat de overheid een extra inkomstenbron heeft.

Slide 15 - Quizvraag

Waarop heft de overheid accijns?
A
Benzine, chocola, kleding.
B
Sigaretten, vlees, kleding.
C
Alcohol, sigaretten, benzine.
D
Alcohol, medicijnen, benzine.

Slide 16 - Quizvraag

Koppel de juiste woorden aan de zinnen.
De overheid heeft invloed op ons gedrag door:
postief gedag met ... te stimuleren.
in het algemeen ... te geven.
ongewenst gedrag met ... af te remmen.
ongewenst gedrag te ...
extra belastingen en heffingen
voorlichting
verbieden
subsidie

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde

Slide 18 - Quizvraag

                                   Begrippenbingo
                                              Kruis het begrip door 
                                                              wat hoort bij de omschrijving

Slide 19 - Tekstslide