De overheid voor ons allemaal

Welkom!
Herhaling hoofdstuk 7 De overheid voor ons allemaal
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Herhaling hoofdstuk 7 De overheid voor ons allemaal

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Verschillende overheidslagen benoemen
  2. Weten hoe de overheid ons gedrag beinvloedt
  3. Sociale zekerheid: waarom, soorten en wie betaalt?
  4. Collectieve en particuliere sector
  5. Rijksbegroting: inkomsten en uitgaven

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Noem de lagen van de overheid.

Slide 4 - Open vraag

Taken van de overheid 
  1. Gezondheidszorgen (ziekenhuizen)
  2. Sociale zekerheid (uitkeringen)
  3. Zorgen voor volkshuisvesting (wonen)
  4. Zorgen voor onderwijs
  5. Zorgen voor veiligheid (politie, leger, dijken)


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wie gaat er over verbreding van de A2 tussen Utrecht en Amsterdam?
A
Provincie Noord-Holland
B
Provincie Utrecht
C
Gemeente Utrecht
D
Het Rijk

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Wat is GEEN taak van de gemeente?
A
Riolering
B
Recreatiegebieden
C
Sportparken
D
Ouderenzorg

Slide 9 - Quizvraag

Wat doet de overheid voor de economie?
  • Investeren in goede infrastructuur (dat levert werkgelegenheid op);
  • Heffingen leggen op ongewenste activiteiten (om deze af te remmen);
  • Subsidies verstrekken om te steunen en te stimuleren;
  • Kartelafspraken verbieden om te zorgen dat de concurrentie eerlijk is.


Slide 10 - Tekstslide

Kartel
Een kartel is een samenwerking tussen bedrijven waarbij (verboden) prijsafspraken worden gemaakt.

Het doel is om de onderlinge concurrentie te beperken.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe beinvloedt de overheid?
Accijns: extra belasting op alcohol, olie, tabak
Doel: minder consumptie 

Subsidie: financiele bijdrage van de overheid
Doel: meer consumptie
Voorlichting geven (bewustwording)

Slide 12 - Tekstslide

Koppel de juiste woorden aan de zinnen.
De overheid heeft invloed op ons gedrag door:
postief gedag met ... te stimuleren.
in het algemeen ... te geven.
ongewenst gedrag met ... af te remmen.
ongewenst gedrag te ...
extra belastingen en heffingen
voorlichting
verbieden
subsidie

Slide 13 - Sleepvraag

Waarop heft de overheid accijns?
A
Benzine, chocola, kleding
B
Sigaretten, vlees, kleding
C
Alcohol, sigaretten, benzine
D
Alcohol, medicijnen, benzine

Slide 14 - Quizvraag

Juist
Onjuist
De leeftijdsgrens voor de AOW wordt in de komende jaren verlaagd naar 65 jaar.
Mensen van wie de partner vroeg overlijdt, hebben ook voor hun 65ste recht op AOW.
Als je in de WW zit, krijg je altijd 75% van je laatstverdiende brutoloon.
Een werknemer die langer dan twee jaar ziek is, kan een WIA-uitkering krijgen.

Slide 15 - Sleepvraag

Sociale zekerheid

Slide 16 - Woordweb

sociale zekerheid
sociale voorziening
betaald met...
sociale verzekeringen
betaald met...
voorbeeld...
WW en WIA
AOW ANW
sleep de goede letter naar het goede nummer
belastingen
sociale premies
werknemersverzekeringen
volksverzekeringen
Bijstand

Slide 17 - Sleepvraag


Collectieve sector =

overheid en sociale zekerheidinstellingen

  • geen winstdoel


Particuliere sector =

bedrijven en burgers

  • winstdoel


Collectieve en particuliere sector

Slide 18 - Tekstslide

Wat is geen voorbeeld van een collectieve voorziening?
A
Brandweer
B
Dijken
C
Onderwijs
D
Recreatieparken

Slide 19 - Quizvraag

Collectieve sector
Particuliere sector

Slide 20 - Sleepvraag

Privatisering
Overgang van de collectieve sector naar de particuliere sector:

De overheid verkoopt een dienst of activiteit aan een bedrijf in de particuliere sector.


Slide 21 - Tekstslide

Welke ontvangsten hoort niet bij de niet-belastingontvangsten?
A
BTW
B
Boetes
C
Aardgasbaten
D
Winst bedrijven van overheid

Slide 22 - Quizvraag

Welke stelling is niet waar?
A
De winkelier draagt de btw af aan de overheid.
B
BTW en accijns zijn voorbeelden van indirecte belasting.
C
De werknemer betaalt zelf loonbelasting aan de overheid.
D
BV en NV betalen vennootschapsbelasting.

Slide 23 - Quizvraag

Profijtbeginsel
Draagkrachtbeginsel
Solidariteitsbeginsel

Iedereen die werkt, staat een deel van zijn/haar inkomen af aan mensen die geen inkomen hebben.
Je betaalt alleen als je ergens gebruik van maakt. 
Hoge inkomens betalen in verhouding meer belasting dan lage inkomens

Slide 24 - Sleepvraag

Welke uitspraak over de miljoenennota en de rijksbegroting is juist?
A
De rijksbegroting licht de miljoenennota toe
B
De miljoenennota licht de rijksbegroting toe
C
De rijksbegroting en de miljoenennota zijn hetzelfde
D
De rijksbegroting en de miljoenennota hangen niet samen

Slide 25 - Quizvraag

En nu?
Voor donderdag maken blz. 212, 213 (oefenopgaven 7.1 en 7.2, was al huiswerk) en 216 rekenopdrachten vraag 1 t/m 5
De rekenopdrachten bespreek ik donderdag klassikaal!

Slide 26 - Tekstslide