MD Inductie, transformatie en spoelen - Les2 - Inductie door draaiende winding

Inductie, transformatie en spoelen
ELE2A Hoofdstuk 1
Inductie door een draaiende winding
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ElectronicaMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Inductie, transformatie en spoelen
ELE2A Hoofdstuk 1
Inductie door een draaiende winding

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen voor deze les
  1. Je kunt uitleggen hoe inductie werkt met een draaiende winding;
  2. Kun je de omvatte flux van de winding berekenen.
  3. Kun je de momentele geïnduceerde spanning berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

timer
2:00
Vorige les???

Slide 3 - Woordweb

De omvatte flux van een winding
De omvatte flux is het aantal fluxlijnen die ingesloten worden door de winding.

Slide 4 - Tekstslide

De omvatte flux van een winding
Hierbij geldt:
  1. Hoe groter de fluxdichtheid B hoe groter de omvatte flux.
  2. Hoe groter de windingen (qua oppervlakte) hoe groter de omvatte flux.

Slide 5 - Tekstslide

De omvatte flux van een winding
De omvatte flux is in dit plaatje bij de horizontale stand het grootst. Dit noemen we 
Φmax

Slide 6 - Tekstslide

De omvatte flux van een winding
Zodra de winding gaat draaien verandert de omvatte flux. Deze is niet meer de maximale flux maar wordt kleiner.

Slide 7 - Tekstslide

De omvatte flux van een winding
De omvatte flux kan berekend worden met de volgende formule:

Φ=Φmaxcos(α)

Slide 8 - Tekstslide

Oefening
Hoe groot is de omvatte flux wanneer  

α=90°

Slide 9 - Tekstslide

Inductiespanning
Hoe groot is de omvatte flux wanneer

Φ=Φmaxcos(α)
Φ=Φmaxcos(90°)=Φmax0=0Wb
α=90°
Φmax=10Wb
α=90°
cos(90°)=0

Slide 10 - Tekstslide

De omvatte flux in grafiekvorm
Wanneer we de omvatte flux in een grafiek uitzetten tegen de hoek alpha dan krijgen we een cosinus te zien.

Slide 11 - Tekstslide

De omvatte flux in grafiekvorm
Waarom zouden we dit willen weten???

Slide 12 - Tekstslide

Berekenen van de inductiespanning
De grootte en richting van de inductiespanning per winding wordt bepaald door de fluxverandering en de tijd waarin dat gebeurt.



Let op het - teken.

E=NΔtΔΦ

Slide 13 - Tekstslide

De geïnduceerde spanning
De geïnduceerde spanning gedraagt zich als een sinus. De geïnduceerde spanning kan berekend worden met:


e=Emaxsin(α)

Slide 14 - Tekstslide

De maximamaal geïnduceerde spanning
De maximaal geïnduceerde spanning is te berekenen met:


E=Blv

Slide 15 - Tekstslide

De snelheid van de winding
De snelheid van de winding is met het toerental n te berekenen:



n in [omw/min]


v=πd60n

Slide 16 - Tekstslide

Oefening
Een winding is 20cm lang en heeft een radius van 5cm. De winding draait met een toerental van 3000 omw./min in een magnetisch veld met een fluxdichtheid van 0,5T. De oppervlakte van de polen zijn even groot als het oppervlakte van de winding. Hoe groot is de maximale flux en de maximale inductiespanning?

Slide 17 - Tekstslide

Oefening
Een winding is 20cm lang en heeft een radius van 5cm. De winding draait met een toerental van 3000 omw./min in een magnetisch veld met een fluxdichtheid van 0,5T. De oppervlakte van de polen zijn even groot als het oppervlakte van de winding. Hoe groot is de maximale flux en de maximale inductiespanning?
B=0,5T, l=20cm -> 0,2m  en r=5cm->0,05m->d=0,1m n=3000omw/min

Slide 18 - Tekstslide

Oefening
Een winding is 20cm lang en heeft een radius van 5cm. De winding draait met een toerental van 3000 omw./min in een magnetisch veld met een fluxdichtheid van 0,5T. De oppervlakte van de polen zijn even groot als het oppervlakte van de winding. Hoe groot is de maximale flux en de maximale inductiespanning?
A=l2r=0,220,05=0,02m2
Φmax=BA=0,50,02=0,01Wb

Slide 19 - Tekstslide

Oefening
Een winding is 20cm lang en heeft een radius van 5cm. De winding draait met een toerental van 3000 omw./min in een magnetisch veld met een fluxdichtheid van 0,5T. De oppervlakte van de polen zijn even groot als het oppervlakte van de winding. Hoe groot is de maximale flux en de maximale inductiespanning?
Emax=Blv=0,50,215,7=1,57V
v=πd60n=π0,150=15,7sm

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen: paragraaf 1.1.7 (Meten van magnetische velden)

Maken: vr 11 t/m 14 (blz 76)

Slide 21 - Tekstslide