In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Hairs By Alysha heeft 6 werknemers. Ze beseft dat als ze haar bedrijf zou vestigen in een lageloonland zoals Spanje dat de bedrijfskosten dan omlaag gaan. Ze besluit om haar bedrijf te vestigen in Spanje. Van wat voor werkloosheid is hier spraken?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Seizoenswerkloosheid
Slide 4 - Quizvraag
Hieronder staan manieren waarop Nederland meer werkgelegenheid kan creëren. Welke hoort er niet bij?
A
De overheid zorgt voor een project waar er een brug gebouwd moet worden.
B
De btw tarieven gaan omlaag.
C
Gemeente Nissewaard creëert nog een middelbare school in Hekelingen.
D
Meer importeren vanuit het buitenland.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is onjuist?
A
Als de lonen stijgen daalt de werkgelegenheid.
B
Als de lonen stijgen stijgt de werkgelegenheid.
C
Bedrijven hebben het liefst een loonstijging van 6%.
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Hoort de overheid bij de particuliere sector?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
In welke economie is er veel marktwerking?
A
Plan economie
B
Vrije markteconomie
Slide 12 - Quizvraag
In welke economie is er veel overheid bemoeienis?
A
Plan economie
B
Vrije markteconomie
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
"Bedrijven mogen zelf bepalen wat ze verkopen, maar de overheid zorgt wel voor arbeidsomstandigheden." Bij welke economie hoort dit?
A
Planeconomie
B
Vrije markteconomie
C
Sociale markteconomie
Slide 15 - Quizvraag
"De overheid bepaalt wie en wat er wordt geproduceerd." Bij welke economie hoort dit?
A
Planeconomie
B
Vrije markteconomie
C
Sociale markteconomie
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Bij welke economie hoort Nederland?
A
Planeconomie
B
Vrije markteconomie
C
Sociale markteconomie
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Wat is de voornaamste reden dat onderwijs een collectieve goed is?
A
Het is van belang voor iedereen.
B
De overheid wilt de kwaliteit ervan zelf regelen.
C
Je kunt niet iedereen er apart voor laten betalen.
D
Het moet betaalbaar blijven voor iedereen.
Slide 20 - Quizvraag
Is een tuinpad een collectieve goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 21 - Quizvraag
Is een snelweg een collectieve goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Wat is juist?
A
Onderwijs is een voorbeeld van privatisering.
B
Privatisering is dat de productie van iets van particulieren naar de overheid verhuist.
C
Privatisering is dat de productie van iets van overheid naar particulieren verhuist.
D
Dijken zijn een voorbeeld van privatisering.
Slide 24 - Quizvraag
Waarom doet de overheid aan privatisering?
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Naar welke adviesinstelling kan de overheid als het gaat om "Wat gebeurt er als we de lage btw tarief weer verlagen naar 6%."