6.3 Warmtetransport

Terugblik
  1. Je kunt voorbeelden noemen van warmtebronnen die chemische energie verbruiken.
  2. Je kunt berekeningen uitvoeren met de verbrandingswarmte van een brandstof.
  3. Je kunt een reactieschema opstellen voor de volledige verbranding van aardgas.
  4. Je kunt uitleggen waarom je bij gastoestellen voor voldoende luchttoevoer moet zorgen.
  5. Je kunt beschrijven hoe je op een gasbrander de gewenste vlam kunt instellen.
  6. Je kunt de temperatuur omrekenen van graden Celsius (°C) naar kelvin (K), en omgekeerd.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Terugblik
  1. Je kunt voorbeelden noemen van warmtebronnen die chemische energie verbruiken.
  2. Je kunt berekeningen uitvoeren met de verbrandingswarmte van een brandstof.
  3. Je kunt een reactieschema opstellen voor de volledige verbranding van aardgas.
  4. Je kunt uitleggen waarom je bij gastoestellen voor voldoende luchttoevoer moet zorgen.
  5. Je kunt beschrijven hoe je op een gasbrander de gewenste vlam kunt instellen.
  6. Je kunt de temperatuur omrekenen van graden Celsius (°C) naar kelvin (K), en omgekeerd.

Slide 1 - Tekstslide

6.3 Warmtetransport 

Slide 2 - Tekstslide

6.3 Leerdoelen
6.3.1 Je kunt drie vormen van warmtetransport onderscheiden.
6.3.2 Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door geleiding plaatsvindt.
6.3.3 Je kunt voorbeelden geven van goede en van slechte warmtegeleiders.
6.3.4 Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door stroming plaatsvindt.
6.3.5 Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door straling plaatsvindt.
6.3.6 Je kunt uitleggen welke voorwerpen straling goed absorberen en welke niet.
6.3.7 Je kunt beschrijven hoe je op zonne-energie kunt koken. (extra stof)

Slide 3 - Tekstslide

Warmtetransport
Verschijnsel dat warmte uit zichzelf beweegt van de plaats met de hoogste temperatuur naar de plaats met de laagste temperatuur.

De warmte wordt van de cv-ketel naar de verschillende kamers in huis vervoerd. 
Daarbij kom je verschillende vormen van warmtetransport tegen.

Slide 4 - Tekstslide

Warmtetransport
Warmtetransport kan plaatsvinden door:
  •  door geleiding plaatsvindt.
  •  door stroming plaatsvindt.
  •  door straling plaatsvindt.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe verplaatst warmte zich?
Warmtetransport = Het verplaatsen van warmte

Warmte gaat altijd van een hoge temperatuur naar een lage temperatuur.

Dit kan op 3 manieren:
Geleiding -> Vaste stoffen
Stroming -> Vloeistoffen + Gassen
Straling -> Zonder tussenstof

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe verplaatst warmte zich?
Geleiding
  • Vaste stoffen, de stof blijft op zijn plaats (doorgeven). 
  • Stoffen die goed warmte doorgeven: Geleiders
  • Stoffen die slecht warmte doorgeven: Isolators
Stroming
  • Vloeistoffen en gassen (zelf brengen)
  • Warmte gaat omhoog, kou gaat omlaag.
Straling
  • Geen tussenstof (gooien)
  • De zon geeft 2 soorten straling:
    Licht & Warmte (infrarood)

Straling
Stroming

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Absorberen of weerkaatsen
Donkergekleurde voorwerpen absorberen een groot deel van de straling die op ze valt. Daardoor stijgt hun temperatuur. 
Lichtgekleurde en glanzende voorwerpen absorberen maar weinig licht en infrarode straling. Ze kaatsen deze straling grotendeels terug. Daarom krijg je het in een wit T-shirt niet zo snel warm.

Slide 13 - Tekstslide