Bronverwijzingen

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ik ben al bezig geweest met de Praktische Opdracht.
Ja, al mega veel gedaan. Kan ik em al inleveren?
Ja, ik heb weinig moeite gehad om 4 bronnen te vinden
Ja, wel al naar gekeken
Nee, alleen mijn onderwerp doorgegeven
Nee, waar staat de opdracht?
Wut??!!Hebben we een PO?!! Hoedan??!
Ja, Maar ik heb problemen of vragen.

Slide 2 - Poll

Programma
  • Actualiteit
  • uitleg kwaliteit bronnen 
  • Opdracht duo's kwaliteit bronnen
  • Uitleg verwijzing in tekst en literatuurlijst
  • Ruimte voor vragen van groepjes over het PO
  • werken aan het PO

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je bent op de hoogte van de actualiteit en kunt meepraten over actuele onderwerpen.
  • Je kan beoordelen of een bron kwalitatief goed is.
  • Je weet of jouw 4 bronnen goed bruikbaar zijn.
  • Je kan correct via de APA methode verwijzen in de tekst.
  • Je kan correct een literatuurlijst maken.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Hoe weet je of een bron betrouwbaar is?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Opdracht
In groepjes gaan jullie elkaar feedback geven op jullie bronnen.

Na 10 minuten kun je vertellen:
Welke bronnen kwalitatief goed zijn en welke niet. Je kunt ook uitleggen waarom ze goed zijn en waarom niet.

Slide 10 - Tekstslide

Welke feedback heb je gekregen ?

Slide 11 - Open vraag

Verwijzen in de tekst
Waarom? 
  1. Ik wil weten van welke bron de tekst afkomstig is. Zo kan ik controleren of het betrouwbaar en van kwaliteit is.
  2. Geen plagiaat. Je moet niet doen alsof de informatie die een ander heeft gevonden van jou komt.
Hoe
1. Parafraseer, zet de tekst uit de bron in je eigen woorden neer.
2. Verwijs naar de oorspronkelijke bron

Slide 12 - Tekstslide

Hoe verwijs je in de tekst?
  • Je parafraseert de tekst van de huidige bron (eigen woorden), na de alinea schrijf je de naam van de schrijver en het jaartal van het artikel. 
  • Geen schrijver? Schrijf de organisatie, bv Amnesty International of de krant Volkskrant.
  • Meerdere schrijvers? Tot drie schrijvers noteer je ze allemaal. bv (Dijkstra, Wolf en Zwaagstra, 2021). Bij twee schrijvers (Dijkstra en Wolf 2021). Bij meer dan 3 (Dijkstra et al. 2021)
  • Geen datum? (Dijkstra, z.d.)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Stel: Meneer het Lam schrijft een boek in 2018, genaamd: studiefinancieringsstelsel: waarom geld van de overheid krijgen leuk is. Hij laat dit uitgeven door uitgeverij Het Lammetje in Utrecht. Hoe verwijs je naar deze bron in de tekst?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Link

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Literatuurlijst
Aan het einde van je Praktische Opdrachten noteer je alle gebruikte bronnen in de tekst op alfabetische volgorde.
Je kan deze website hier goed voor gebruiken

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Ga 1 van jouw bronnen in Scribble zetten en begin met je literatuurlijst.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video