Grammatica 2B

Grammatica 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grammatica 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
Je weet wat de onderstaande begrippen zijn en je kunt ze vinden in een zin:
  • Persoonsvorm
  • Werkwoordelijk gezegde 
  • Onderwerp 
  • Lijdend voorwerp 
  • Meewerkend voorwerp

Slide 2 - Tekstslide

Zinsdelen
Als je zinsdelen gaat benoemen, doe je dat in een vaste volgorde. 
Je begint met de persoonsvorm, dan zet je zinsdeelstrepen, dan zoek je het gezegde, het onderwerp, het lijdend voorwerp, het meewerkend voorwerp en daarna de bijwoordelijke bepaling. Die laatste krijgen jullie later.

Slide 3 - Tekstslide

Persoonsvorm (PV)
De PV vind je met de tijdproef: zet de zin in een andere tijd; het woord dat verandert is de persoonsvorm.

Sterre schoot in de roos.
Sterre schiet in de roos. 
Ze gooide uit enthousiasme de boog bijna in de lucht.
Ze gooit uit enthousiasme de boog bijna in de lucht.

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde 
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden die in de zin staan.



Slide 5 - Tekstslide

Onderwerp
Het onderwerp vind je met de vraag: 

wie of wat + gezegde (G)?

Slide 6 - Tekstslide

Wie of wat + G?
Sterre gaf de boog aan Boyan

Slide 7 - Open vraag

Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp vind je met de vraag:

Wie of wat + gezegde (G) + onderwerp (O)?

Slide 8 - Tekstslide

Wie of wat + G + O?
Sterre gaf de boog aan Boyan

Slide 9 - Open vraag

Meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp vind je met de vraag:

Aan of voor wie + gezegde (G) + onderwerp (O) 
+ lijdend voorwerp (LV)?

Slide 10 - Tekstslide

Aan of voor wie + G + O + LV?
Sterre gaf de boog aan Boyan

Slide 11 - Open vraag

Maak de rest van de zinnen af

Slide 12 - Tekstslide

Zinsdelenspel

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide