Formuleren - incongruentie en onjuiste inversie

Formuleren H4
Incongruentie 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Formuleren H4
Incongruentie 

Slide 1 - Tekstslide

'De leraren schrijft op het bord.'
Klopt deze zin?
Ja!
Nee!

Slide 2 - Poll

Incongruentie
Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudige persoonsvorm. Bij een meervoudig onderwerp hoort een meervoudige persoonsvorm.
ow + pv zijn dan congruent
Incongruentie
ontstaat vaak:
- als het onderwerp meervoudig lijkt, maar enkelvoudig is;
- als persoonsvorm en het onderwerp ver uit elkaar staan;
- als een meewerkend voorwerp ten onrechte voor het onderwerp wordt aangezien. 

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden van incongruentie
- De jeugd in de grote steden als Amsterdam en Rotterdam hebben een schrijnend gebrek aan speelplaatsen.
- Eneco verwacht dat het gebruik van gas, water en elektriciteit de komende jaren alleen maar verder zullen toenemen.
- (Aan) Mensen die belangstelling hebben voor de functie (mv) worden vriendelijk verzocht hun sollicitaties te richten aan het dagelijks bestuur (ow). 

Slide 4 - Tekstslide

Incongruentie voorkomen:
Bedenk telkens wat de kern is van het onderwerp. Is die enkelvoud of meervoud?
De rest van het onderwerp geeft alleen extra informatie.
vb: De groep fietsers / wandelaars / scholieren

Slide 5 - Tekstslide

'Een hoop conflicten ontstaan door een gebrek aan onderlinge communicatie.'
Noteer het foute woord.

Slide 6 - Open vraag

'Dus jij denkt dat dit soort mensen nooit voor een Koninklijke onderscheiding in aanmerking zullen komen.' Noteer het foute woord.

Slide 7 - Open vraag

'Alle inzenders werden gevraagd om hun ontwerpen van naam en adres te voorzien.'
Noteer het foute woord.

Slide 8 - Open vraag

'De media stelt de politici onnodig kritische vragen, die dan toch niet beantwoord worden.'
Noteer het foute woord.

Slide 9 - Open vraag

Verder oefenen:
H4 Grammatica: opdr. 1 (blz. 131)
H4 Formuleren: Startopdracht + opdr. 1 (blz. 135)

Slide 10 - Tekstslide

Inversie
- Bij vraagzinnen
Ga jij naar het schoolfeest?
- Zin start met ander zinsdeel dan ow
Twee weken geleden hadden we een schoolfeest.
- Zin start met bijzin
Aangezien het dit weekend -7 graden was, bleven we lekker binnen. 

Slide 11 - Tekstslide

Controle inversie
- Stel vast welke woorden na het nevenschikkende voegwoord zijn weggelaten.
- Bepaal of de zin correct is als die woorden tussen het voegwoord en pv worden ingevuld.




Slide 12 - Tekstslide

Onjuiste inversie?
Gisteren heb ik 's middags een paar uur keihard gewerkt en heb ik 's avonds nog een uurtje kunnen fitnessen. 

Gisteren heb ik 's middags een paar uur keihard gewerkt en gisteren heb ik 's avonds nog een uurtje kunnen fitnessen.

Het kan, dus inversie is correct.

Slide 13 - Tekstslide

Onjuiste inversie?
Met die opmerking ben je te ver gegaan en zal ik morgen de directeur van je gedrag op de hoogte moeten stellen. 

Met die opmerking ben je te ver gegaan en met die opmerking zal ik morgen de directeur van je gedrag op de hoogte moeten stellen.
Het kan niet, dus inversie is niet correct. 

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen met inversie:
Grammatica H4: opdr. 2 (blz. 131)
Formuleren H4: opdr. 2 (blz. 135) --> 
Onderstreep telkens het eerste zinsdeel. Kan je het op de eerste plaats na het woordje 'en' plaatsen?

Slide 15 - Tekstslide