Hoofdstuk 3. De zwarten in de Amerikaanse natie

Hoofdstuk 3. De zwarten in de Amerikaanse natie
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 50 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3. De zwarten in de Amerikaanse natie

Slide 1 - Tekstslide


Deelvragen

- Welke opvattingen bestonden er over de zwarte bevolking in de periode 1776-1860?
- Op welke manier liep het staatsvormingsproces rond het midden van de 19e eeuw vast. 
- Met welke vormen van ongelijkheid hadden zwarten te maken in de periode 1865-1955?
- Werden zwarten na 1955 opgenomen in de natie?

Slide 2 - Tekstslide


Waarom slavernij?


  • De meeste plantages in Amerika waren bezit van Europeanen
  • Plantageprducten, zoals koffie, tabak, katoen en suiker, zijn erg populair in Europa
  • Om de producten te verbouwen waren veel landarbeiders nodig.
  • De oorspronkelijke bewoners van dit gebied waren volgens de Europeanen 'ongschikt' voor deze arbeid of al uitgemoord in de eeuwen ervoor.



Slide 3 - Tekstslide


Transatlantische slavenhandel

  • Europese handelaren namen producten, zoals munitie, wapens en alcohol mee naar Afrika.
  • Daar werden ze door Afrikaanse stammen geruild tegen tot slaaf gemaakten: dit waren meestal gevangengenomen leden van andere Afrikaanse stam. 
  • Deze tot slaaf gemaakten werden vervolgens vervoerd naar slavenmarkten in Zuid-Amerika.





De afbeelding laat zien op welke wijze slaven werden vervoerd op een slavenschip. Dergelijke tekeningen werden meestal gemaakt om aan te geven op welke vreselijke manier de slaven werden vervoerd. Deze tekening is gemaakt in opdracht van een commissie van de Engelse regering.

Slide 4 - Tekstslide

plantageproducten
tot slaaf gemaakten
🇬🇧
🇺🇸
o.a. wapens, munitie
🇪🇸
🇵🇹
🇳🇱

Slide 5 - Tekstslide


Aan boord van een slavenschip

  • Vervoer en behandeling van de tot slaaf gemaakte mensen was vreselijk
  • Slaven werden vaak naakt en geketend aan elkaar vervoerd
  • Onhygiënische en ziekmakende omstandigheden leidden vaak tot de dood
  • Dode slaven werden, zonder enige vorm van respect, overboord gegooid.
  • Een slavenschip kon je soms op 5 zeemijlen (9 kilometer) afstand ruiken







Slide 6 - Tekstslide


Slavernij in het noorden 

  • Onder het bestuur van de Engelsen waren de eerste tot slaaf gemaakten ingevoerd vanuit Afrika.
  • In de noordelijke staten was weinig landbouw en meer industrie.
  • In de industrie heb je arbeiders nodig en geen tot slaaf gemaakten.
  • Slavernij werd in de meeste noordelijke staten afgeschaft tussen 1777-1804.
New York rond 1830

Slide 7 - Tekstslide


Discriminatie in het noorden 

  • Hoewel er geen slavernij was, was er veel discriminatie in het noorden
  • De meeste Amerikanen zagen de zwarten als minderwaardig
  • Zwarte kinderen mochten niet naar een 'blanke' school, en konden zwarte mensen veel minder makkelijk een stuk grond kopen.
  • Zwarten mochten ook niet getuigen tegen een witte verdachte in een rechtzaak.
  • Zwarten hadden geen kiesrecht.
In de afbeelding zie je witte vrouwen en zwarte mannen met elkaar dansen. De zwarte mannen zijn als een soort 'wilde apen' afgebeeld. Deze racistische afbeelding is gemaakt als waarschuwing tegen 'teveel vrijheid voor de zwarten'.
Let op!
Deze afbeelding is door de tekenaar als bewust racistisch bedoeld.

Slide 8 - Tekstslide


Slavernij lijkt te verdwijnen...

  • Aan het einde van de 18e eeuw leek ook in de zuidelijke staten de slavernij te verdwijnen.
  • Oorzaak: de meeste tot slaaf gemaakten werkten op de tabaksplantages.
  • De vraag naar tabak neemt af en de winst nam af. 
  • Plantagehouders hielden hierdoor te weinig over voor om tot slaaf gemaakten van eten te voorzien.
Tabaksplantage

Slide 9 - Tekstslide


Katoenplantages in het zuiden

  • Katoen plukken en schoonmaken is erg tijdrovend werk
  • Lange tijd stond plukken en schoonmaken in evenwicht met elkaar: een tot slaaf gemaakte kon maar een beperkte hoeveelheid katoen schoonmaken.
  • Bij het schoonmaken worden de zaden uit de katoenbollen gehaald.
  • Hierdoor hoefden er niet meer tot slaaf gemaakten dan nodig ingezet worden bij het plukken.
Boomtown San Francisco in 1851

Slide 10 - Tekstslide

Cotton Gin
1793

  • Door de bevolkingsgroei (vooral in Engeland), nam de vraag naar katoen toe.
  • Er werden allerlei uitvindingen gedaan om de productie te vergroten.
  • De Cotton Gin van Eli Whitney kon snel zaden uit de katoenbollen halen.
  • Katoen werd goedkoper en de vraag ernaar steeg enorm.
  • Hierdoor waren veel meer (zwarte) katoenplukkers op de plantages nodig.
  • Het aantal tot slaaf gemaakten nam daarom snel toe in het zuiden van de VS.

Slide 11 - Tekstslide


Slavernij en de Grondwet

  • In de Northwest Ordinance was opgenomen dat in het gebied geen slavernij was toegestaan.
  • Op 1 januari 1808 kwam er een landelijk verbod op slavenhandel vanuit Afrika.
  • "Tot slaaf gemaakten dragen minder bij aan de welvaart": tellen niet als 1 persoon, maar als 3/5 persoon. Vijf tot slaaf gemaakten tellen als drie mensen mee.
  • Hiermee konden territoria met veel tot slaaf gemaakten tóch staat worden.
Hoewel er een verbod was op het invoeren van nieuwe tot slaaf gemaakten uit Afrika, was het wél toegestaan om tot slaaf gemaakten te houden. Daarnaast was er enorm veel illegale slavenhandel vanuit Afrika. Samen met het Verenigd Koninkrijk stelden de VS in 1814 een controle in op smokkelhandel in slaven.

Berucht is de rechtzaak over het schip La Amistad. Hierin werd, uiteindelijk, bewezen dat de tot slaaf gemaakten aan boord niet in Amerika, maar in Afrika waren geboren. Hiermee was de wet overtreden: de tot slaaf gemaakten waren ontvoerd uit Afrika.

Slide 12 - Tekstslide

Missouri Compromise
1820-1821

  • Tussen het noorden (staten zonder slavernij) en het zuiden (staten met slavernij) was oneindigheid: kwam er wel of geen slavernij in de nieuwe staten?
  • In het Missouri Compromise werd afgesproken dat alle staten boven de zuidelijke grens van de staat Missouri geen staten met slavernij zouden komen.
  • Californië lag onder die grens, maar werd een staat zonder slavernij (in 1850)
  • Hierdoor was het evenwicht tussen beide groepen weer uit balans 
Met het Missouri Compromise moest het aantal staten met - en zonder slavernij in evenwicht blijven. Dit was van belang voor de machtsverhoudingen in de Senaat.

Slide 13 - Tekstslide

Missouri Compromise 
1820-1821
Nieuwe staten boven deze lijn mochten geen 'slavenstaten' worden. Staten onder deze lijn werden staten met slavernij. Dit leverde als snel problemen op bij het opnemen van een aantal nieuwe staten.

Slide 14 - Tekstslide


Opstanden

  • Opstanden op de plantages kwamen weinig voor. Dit had vooral te maken met het gebrek aan scholing, waardoor organiseren van een opstand lastig was.
  • Daarnaast speelde het christelijke geloof van de tot slaaf gemaakten een belangrijke rol: het vertrouwen in een beter leven na de dood.
  • In 1831 kwam de tot slaaf gemaakte Nat Turner in opstand. De opstand werd snel onderdrukt en Nat Turner werd gedood.

Nadat de opstand van Nat Turner was neergeslagen, vluchtte hij het bos in. Daar werd hij twee maanden later ontdekt.

De grote afbeelding is afkomstig uit een speelfilm over Nat Turner.

Slide 15 - Tekstslide


Abolitionisten

  • To abolish betekent afschaffen
  • Deze groep, die voornamelijk in het noorden actief was, is tegen slavernij.
  • Ze hadden zich verenigd in de America Anti-Slavery Society
  • Een van de oprichters was William Lloyd Garrison, die al eerder de anti-slavernij krant The Liberator uitbracht.
Frederick Douglas leefde tot 1838 in slavernij toen hij succesvol vluchtte naar het noorden. Daar sloot hij zich aan bij de abolitionisten van William Lloyd Garrison. Hij werd de belangrijkste spreker van de organisatie.
Abolitionisme kwam niet alleen in de Verenigde Staten voor. Deze afbeelding is gemaakt door de British Anti-Slavery Society.

Slide 16 - Tekstslide

Uncle Tom's Cabin
1852

  • Roman van de Amerikaanse schrijfster Harriet Beecher Stowe
  • In het Nederlands vertaald als De negerhut (?) van Oom Tom
  • In het boek wordt het leven van de tot slaaf gemaakten op de plantages beschreven, en wordt gezien als een protest tegen de slavernij
  • Voor veel Amerikanen (uit Noorden) werd hierdoor de situatie op de plantages in een keer duidelijk.





Het boek Uncle Tom's Cabin sloeg in als een bom. Volgens de legende, zei president Lincoln, toen hij aan haar werd voorgesteld in het Witte Huis: "Dus dit is de kleine dame die deze grote oorlog begon."

Slide 17 - Tekstslide

Bleeding Kansas
1856

  • Toen Kansas een staat kon worden, mocht de bevolking beslissen of er wel of geen slavernij zou zijn toegestaan.
  • Buurstaten stuurden zowel voor- als tegenstanders van slavernij naar Kansas om de stemming te beïnvloeden.
  • Tussen beide groepen kwam het in de zomer van 1856 tot gewelddadigheden.
  • In 1861 werd Kansas een staat zonder slavernij.

Slide 18 - Tekstslide


Underground Railroad

  • Deze ondergrondse spoorweg was geen echte spoorweg, maar een verzetsoganisatie de tot slaaf gemaakten hielp te ontsnappen uit het zuiden.
  • Voormalige tot slaaf gemaakten gingen terug naar het zuiden om van daaruit mensen te helpen vluchten.
  • Een bekende conductrice van de Underground Railroad is Harriet Tubman. Zij maakte 13 reizen en redde 70 mensen van de plantages uit het zuiden.
Hoewel de Underground Railroad geen echte spoorweg was, werden wel termen gebruikt die met spoorwegen te maken hadden, zoals: stations en conducteurs
Harriet Tubman was op 27-jarige leeftijd gevlucht naar het noorden en besloot zich vanuit daar in te gaan zetten bij het bevrijden van andere tot slaaf gemaakten uit het zuiden. Zij maakte 13 reizen en redde 70 mensen van de plantages uit het zuiden. 

Slide 19 - Tekstslide


Slavernij in het zuiden

  • De zuidelijke staten wilden slavernij niet afschaffen. Zij hadden daarvoor de volgende argmenten:
  1. Volkenkundig: "wit en zwart zijn gescheiden ontstaan en dat moet zo blijven"
  2. Biologisch: "het lichaam van zwarten is minder sterk, ze hebben hulp nodig"
  3. Sociaal-economisch: "in het zuiden worden de zwarten beschermd en opgevoed. In het noorden worden fabrieksarbeiders uitgebuit. Slavernij is dus beter"
Veel plantagehouders zagen zichzelf als een soort vader voor de tot slaaf gemaakten: ze moesten worden opgevoed, soms met mishandeling. Dat hoorde er volgens hen bij.
Let op!
Deze uitspraken zijn gebaseerd op standpunten van voorstanders van slavernij.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Het Zuiden scheidt zich af
1860

  • In november 1860 werd Abraham Lincoln tot president gekozen.
  • Lincoln was tegen slavernij en krijg veel stemmen uit het Noorden.
  • Voor de zuidelijke staat South Carolina was dit reden om zich in december 1860 af te scheiden van de Verenigde Staten.
  • Andere staten sloten zich aan en werden samen de Geconfedereerde Staten van Amerika (1861)

De verkiezing van Abraham Lincoln als president, was voor de Zuidelijke staten de 'druppel'. Dit is de vlag van de Zuidelijke staten.

Slide 22 - Tekstslide

Staten zonder slavernij
Staten met slavernij, maar scheidden zich niet af van de Verenigde Staten.
Staten met slavernij die zich na 15 april 1861 afscheiden van de Verenigde Staten
Staten met slavernij die zich voor 15 april 1861 afscheiden van de Verenigde Staten

Slide 23 - Tekstslide

De oorlog begint
1861

  • Lincoln wist eerst niet hoe hij moest reageren op de afscheiding van de Zuidelijke staten.
  • Toen Fort Sumter in april 1861 door het Zuiden werd aangevallen, ging Lincoln de strijd aan.
  • De eerste grote slag, de Slag bij Bull Run (juli 1861), werd een overwinning voor het Zuiden. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Einde van de burgeroorlog
1865

  • Tijdens een veldslag in november 1864 hadden de Noordelijke legers een groot deel van de infrastructuur in het Zuiden verwoest. Hierdoor werd het bevoorraden van de Zuidelijke legers steeds moeilijker.
  • Op 9 april 1865 gaf de Zuidelijke generaal Lee zich over aan de Noordelijke generaal Grant 
John Wilkes Booth was een zuidelijke activist en had het vermoedelijk moeite dat de zuidelijke generaal zich over had moeten geven. Hij vermoordde Abraham Lincoln op 14 april 1865 tijdens een voorstelling in het Ford’s Theatre in Washington.

Slide 26 - Tekstslide


Reconstruction


  • Wederopbouw van het Zuiden tussen 1865-1877.
  • Lincoln wilde graag dat de Verenigde Staten zouden worden hersteld, maar zijn moord maakte dat niet mogelijk.
  • Het Congres wilde het Zuiden hard aanpakken. Dit wordt de Radical Reconstruction genoemd: het Zuiden wordt bezet en pas als ze instemmen met de gelijkheid voor zwarten zal dit worden opgeheven.
Op sommige plekken in het Zuiden ontstonden rellen vanwege de Reconstruction, zoals in Memphis.

Slide 27 - Tekstslide


Gevolgen van de oorlog


  • Ruim 600.000 doden: de grootste oorlog ooit op Amerikaans grondgebied
  • Het Zuiden lag economisch in puin: plantages verwoest, handel beperkt.
  • Blijvende verschillen tussen het Noorden en Zuiden, die ook vandaag nog merkbaar zijn.
  • Ontstaan van een (eenzijdig) romantisch beeld van de vroegere plantages in de 20e eeuw: de antebellum-periode (latijn: 'vóór de oorlog').
De succesvolle film Gone with the Wind laat vooral zien hoe het echte leven op de plantages niet was. Het geeft een romantisch beeld van het leven op en rondon de plantages, waarbij veel gebruik werd gemaakt van karikaturen, bijvoorbeeld het beeld van de 'domme, zwarte slaaf'.

Slide 28 - Tekstslide


Gevolgen voor de zwarten (1)


  • Zwarten krijgen dezelfde rechten als blanken. Er komen hiervoor wijzigen op de grondwet: 13e, 14e en 15 amendementen (alle zwarten vrij, burgerrechten, kiesrecht)
  • Veel achterstand in ontwikkeling: geen goed onderwijs genoten en veel scholen weigeren zwarte kinderen. 
  • Discriminatie blijft ondanks de wijzigingen in de Grondwet.
Leraren uit het Noorden reizen naar het Zuiden om daar les te geven aan zwarte kinderen.

Slide 29 - Tekstslide


Gevolgen voor de zwarten (2)


  • Sharecropping systeem: plantages worden verdeeld in kleine stukken. Zwarten kunnen in natura een stuk grond pachten door te werken op de plantages. Eigenlijk een nieuw soort slavernij.
  • Black Codes: plaatselijke wetten in het Zuiden die discriminatie mogelijk maakt.
  • Voorbeelden: zwarten hadden geen stemrecht, mochten geen wapens dragen, en mocht een zwarte niet getuigen tegen een blanke.

Slide 30 - Tekstslide


Gevolgen voor de zwarten (3)


  • Oprichting van de terreurorganisatie Ku Klux Klan (KKK) door oud-officieren uit het Zuiden. Hun doel: geweld tegen zwarten en Carpetbaggers (Noordelingen die naar het Zuiden waren gereisd om daar geld te verdienen)
  • Ondanks tegenwerking blijven zwarten samenwerken met witten en worden ze politiek actief
  • Freedmen's Bureau: organisatie die zich inzet voor vrijgemaakte slaven.
Sommige Amerikanen (in zowel het Noorden als het Zuiden) vonden dat de Freedmen's Bureau zwarten 'lui' maakte.

Slide 31 - Tekstslide

Wit extremisme
 Veel witte amerikanen zagen hun "way of life" bedreigd worden door de zwarte gemeenschap.
Vooral na de afschaffing van de slavernij.

Ku Klux Klan
Al opgericht in 1865. In 1915 opnieuw opgericht, tijdens de jaren '20 en '30 gebruikte de KKK extreem geweld tegen zwarte Amerikanen


















A group of Ku Klux Klan members burning a cross in Knoxville, Tennessee. September 4, 1948.
The white suits, the pointy hats and a burning cross were the Klan’s trademarks.

The KKK feels very connected to the racial theories of the Nazis.
Here two children of KKK members bring the nazi salute.

The Confederate flag was the flag of the southern (slave) states during the American Civil War. Today it stands as a symbol of white supremism in the USA.

Slide 32 - Tekstslide

Jim Crow wetten 
(1880-1965)
In de zuidelijk staten werden wetten doorgevoerd om de witte en de zwarte bevolking te scheiden. (segregatie) 
1896!

















A poster announcing a show of a white artist performing as a black person in 1900. The act usually consisted of funny dances.
Veel vluchten naar de Noordelijke staten. Daar ontstaan al snel achterstandsbuurten in de grote steden. 

Slide 33 - Tekstslide

Segregatie (1896!)
"Gescheiden maar gelijk"













Slide 34 - Tekstslide

A bus station in the State of North Carolina in 1940

Slide 35 - Tekstslide

De Great Migration 1919-1930

Slide 36 - Tekstslide

Verbetering 
  • De zwarte middenklasse kon groeien door het werk en beter onderwijs in de Noorderlijke en Westelijke steden
  • De zwarte bevolking had toegang tot bepaalde rechten in het Noorden en Westen (stemmen, "vrij" reizen met het OV, minder onderdanig op te stellen naar de witte bevolking) 

Slide 37 - Tekstslide

Verslechtering
Zwarte migranten moesten in de armste wijken wonen (Getto's), omdat:
  • Ze lagere lonen kregen  en/of niet werden aangenomen. 
  • Witte huisbazen en huiseigenaren weigerden om te verhuren aan de zwarte bevolking. 


Slide 38 - Tekstslide

De bijdrage van de zwarte bevolking aan WOII

Slide 39 - Tekstslide

De zwarte soldaten
Het leger was volledig gesegregeerd en de marine weigerde aanvankelijk om zwarte mariniers toe te laten. 
  • --> sprake van een paradox: er wordt gevochten tegen een land die wordt bekritiseerd om haar hevige discriminatie, maar de VS vecht zelf met een gesegregeerd leger. 
  • Er was echter de angst dat gedwongen integratie tot rassenrellen en hevig verzet zou leiden in het leger. 

Toch laat dit de zwarte soldaten zich niet weerhouden om segregatiewetten op hun basis te negeren. Ze eisten mee te vechten op het slagveld (Tuskegee Airmen) en waren na de oorlog vastberaden om hun volledige burgerrechten op te eisen. 

Slide 40 - Tekstslide

Successen voor de zwarte bevolking in de VS
De zwarte bevolking hoopte op een verbetering van haar positie bij het uitbreken van WOII. Het volgende stimuleerde dit:
  • Double V (Double Victorie) --> de NAACP pleitte voor een overwinning op racisten in het buitenland en in het binnenland. 
  • CORE (congress of Racial Equality) werd opgericht --> protesteerde vreedzaam tegen segregatie in steden zoals Washington en Chicago. 
  • Executive Order 8802  --> raciale discriminatie werd in de oorlogsindustrie verboden.  Getekend door president Roosevelt 1941.
  • Executive Order 9981 -->  Discriminatie op basis van ras, religie, nationaliteit wordt verboden in de Amerikaanse strijdkrachten. Getekend door president Truman in 1948.

Slide 41 - Tekstslide

De opkomst van de Civil Rights Movement (burgerechtenbeweging)



Zwarte Amerikanen wilden dezelfde rechten als witte Amerikanen.

In 1954 verklaarde het Amrikaanse Hooggerechtshof dat segregatie gebaseerd op huidskleur in strijd is met de Amerikaanse grondwet.

















pro- and anti segregation protests, 1954.

Slide 42 - Tekstslide

zwarte burgerrechten activisten
Waarvan zijn ze bekend? Check Google.
Dr Martin Luther King
                                           Malcolm X


                                    
 Rosa Parks

Slide 43 - Tekstslide

Martin Luther King
- Leider van de burgerrechtenbeweging
- Dominee
- geweldloos verzet
- Speach "Ihave a dream" 

Martin Luther King & Malcolm X  worden uiteindelijk vermoord. 

Slide 44 - Tekstslide

Succes van de Civil Rights Movement
Boycot van bussen leidt in 1956 tot het verbod op segregatie- regels voor bussen. 

In 1964: Civil Rights Act
Verbod op wetten 
die discrimineren

Slide 45 - Tekstslide

En in onze tijd ?
Enorme verschillen:
Economie
Onderwijs
(Ziekenzorg) verzekeringen 
Politiegeweld 
(Hoge) gevangenisstraffen


Slide 46 - Tekstslide

In 2015 schiet de 21e jarige Dylan Roof negen mensen dood in een kerk in Charleston, South Carolina

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Video

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video