VWO6 lessenserie hoofdstuk 2 2022-2023

De filosoof Plato was eerder een leerling geweest van?
A
Aristoteles
B
Socrates
C
Thales
D
Spinoza
1 / 46
volgende
Slide 1: Quizvraag
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De filosoof Plato was eerder een leerling geweest van?
A
Aristoteles
B
Socrates
C
Thales
D
Spinoza

Slide 1 - Quizvraag

Perspectiefwisselingen
  1. We kijken eerst naar de periode van de keizers rond en ná onze jaartelling
  2. En kijken vervolgens terug naar de antieke filosofen

Slide 2 - Tekstslide

Imperator Caesar Augustus
27 v. Chr. - 14 n. Chr.



  • Na de dood van Julius Caesar breken er burgeroorlogen uit.
  • Uiteindelijk is er niemand machtiger dan Octavianus (De adoptiefzoon van Caesar). De rust in het rijk is terug.
  • De senaat bedankt hem hiervoor en geeft de titel Augustus ('de verhevene') te geven. 
  • Augustus wordt de eerste keizer (princeps) van het Romeinse Rijk.

Slide 3 - Tekstslide

Augustus
  • Pax Romana: 200 jaar vrede
  • Opperbevelhebber
  • Grote voorspoed
  • Meer handel, meer wegen, meer uitvindingen

Slide 4 - Tekstslide

Keizer Aurelianus (214 - 275 v. Chr.)
Op 25 december 274 na Christus maakte de Romeinse keizer Aurelianus de Sol Invictus tot een officiële cultus naast de traditionele Romeinse culten. Tot ongeveer het jaar 2000 werd Sol Invictus nog in het late Romeinse Rijk aangeduid.

Slide 5 - Tekstslide

KERSTMIS
De datum van kerstmis valt altijd op 25 december. Deze datum is in Rome rond het jaar 274 (330) als datum gekozen, waarschijnlijk in verband met het zonnewendefeest van 'sol invictus' (de onoverwinnelijke zon) met de bedoeling dit heidens feest om te zetten in een christelijke feestdag.

Slide 6 - Tekstslide

In plaats van het romeinse feest van de 'sol invictus' besloten christenen een ander feest te vieren, namelijk
A
Hemelvaart
B
Kerst
C
Pasen
D
Pinksteren

Slide 7 - Quizvraag

Waarom heeft de zondag,
de naam zondag gekregen?
A
Het is de dag waarop je niet zondig mag zijn
B
Op deze dag worden je zonden vergeven
C
Het is de dag van de zon, ter ere van de zonnegod
D
Gemiddeld gezien de dag met de meeste zonne-uren

Slide 8 - Quizvraag

Constantijn de Grote
273-337
Visoen in 312
Bisschoppen
Concilie van Nicea
325
Jezus gelijk aan God
geloofsvrijheid 

Slide 9 - Tekstslide

Wanneer gaf keizer Constantijn vrijheid van godsdienst?
A
315
B
309
C
313
D
311

Slide 10 - Quizvraag

Het kerstverhaal volgens Lucas 2 : 1 - 20
In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Bethlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad.

Slide 11 - Tekstslide

Culturen over de hele
wereld hebben een
verhaal over de zondvloed.
A
Waar
B
Niet waar.

Slide 12 - Quizvraag

Thales 624-546
(pag. 22)
OPDRACHT:
Beantwoord de volgende vragen in je schrift/worddocument:
  • In welke eeuw is Thales geboren?
  • Wat is de oerstof volgens Thales?
  • Hoe kon Thales met deze oerstof veranderingen in de werkelijkheid verklaren?
  • Wat vind jij van deze theorie?

Slide 13 - Tekstslide

Wie was Thales van Milete?
A
een krijgsheer
B
een staatsman
C
een sofist
D
een natuurfilosoof

Slide 14 - Quizvraag

Wat is volgens Thales het basisbestanddeel van de wereld?
A
aarde
B
water
C
lucht
D
vuur

Slide 15 - Quizvraag

Mythen
Wetenschap
Koppel de juiste thema's
De natuurverklaren
De natuurverklaren
Goden
observeren 
Socrates
Thales
Magie
Natuurwetten

Slide 16 - Sleepvraag

Socrates

Slide 17 - Tekstslide

Socrates


Filosoof van de ethiek

(menselijk gedrag)


Absolute waarden


Niets opgeschreven.
(Plato)

Slide 18 - Tekstslide

Ethiek
''Nadenken over wat goed en fout handelen is''

Ethiek is onderdeel van filosoferen. Grondlegger: Socrates, Athene (469 v.Chr.)

Slide 19 - Tekstslide

Ideeënleer 
Ik weet dat ik niets weet
Onbewogen beweger
Socrates
Aristotoles
Plato

Slide 20 - Sleepvraag

Socrates stond bekend om zijn manier van
A
leven
B
debateren
C
genieten
D
schoonmaken

Slide 21 - Quizvraag

Vroege dialogen.
Lijkt erg op het denken  van Socrates.
Vragen stellen en tot de conclusie komen:

ik weet het niet.



Slide 22 - Tekstslide

Anaximander
Empedocles
Democritus
Aristarchus
Thales van Milete
Pythagoras
Archimedes
De mens is geëvolueerd uit andere dieren
Ontdekte de materie 'lucht'
Atomen en de wet van de traagheid
De zon is groter dan de aarde
Voorspelling zonsverduistering
Frequentie
Hefboomwerking

Slide 23 - Sleepvraag

Naar Breakout Rooms 

Slide 24 - Tekstslide

Thales 624-546
(pag. 22)
OPDRACHT:
Beantwoord de volgende vragen in je schrift/worddocument:
  • In welke eeuw is Thales geboren?
  • Wat is de oerstof volgens Thales?
  • Hoe kon Thales met deze oerstof veranderingen in de werkelijkheid verklaren?
  • Wat vind jij van deze theorie?

Slide 25 - Tekstslide

Socrates stond bekend om zijn manier van
A
leven
B
debateren
C
genieten
D
schoonmaken

Slide 26 - Quizvraag


Mensvisies...

Slide 27 - Tekstslide

Visies op de mens
  • Christendom/Jodendom: de mens is geschapen

  • Pascal: de mens is broos, maar als enige in staat om na te denken.


  • Plato: mens bestaat uit lichaam (sterfelijk) en ziel (onsterfelijk)


  • Aristoteles: mens bestaat uit lichaam, ziel en geest (denken)


  • Moderne tijd: hersenschors is de kern (logisch denken, redeneren,     rekenen, taal)

Slide 28 - Tekstslide


Begrenzingen...

Slide 29 - Tekstslide

Filosofisch principe

Slide 30 - Tekstslide

Filosofisch principe

Uit niets komt niets voort...

Slide 31 - Tekstslide

Anaximenes (Milete 585 - 526 v. Chr.)

Slide 32 - Tekstslide

Anaximenes (Milete 585 - 526 v. Chr.)

Slide 33 - Tekstslide

Anaximenes (Milete 585 - 526 v. Chr.)

Slide 34 - Tekstslide

Anaximenes (Milete 585 - 526 v. Chr.)

Slide 35 - Tekstslide

Anaximenes (Milete 585 - 526 v. Chr.)

Slide 36 - Tekstslide

Filosofisch principe

Slide 37 - Tekstslide

Filosofisch principe

Uit niets komt niets voort...

Slide 38 - Tekstslide


Nieuwe begrenzingen...

Slide 39 - Tekstslide

Descartes
'Telkens als ik eraan zou twijfelen of ik wel besta, twijfel ik. En om te twijfelen moet ik wel bestaan'.

Cogito ergo sum - Ik denk, dus ik ben.

Rationalisten: door goed na te denken kun je tot zekere kennis komen.

Slide 40 - Tekstslide

Geest is...
Gods adem... 
Bewustzijn...
Verstand...
"Ik denk dus ik ben" Rene Descartes

Slide 41 - Tekstslide

Descartes

Slide 42 - Tekstslide

Van wie is de uitspraak 'Verlichting is dat de mens zijn zelfgekozen onmondigheid achter zich laat'?
A
Galileo Galileï
B
Immanuel Kant
C
René Descartes
D
Baruch de Spinoza

Slide 43 - Quizvraag

Welke bewering is niet van Descartes?
A
Godsdienstige waarheden zijn boven elke twijfel verheven
B
Het verstand is een betrouwbaarder bron van kennis dan de zintuiglijke waarneming.
C
Kennis is gebaseerd op absolute zekerheden.
D
Twijfel is noodzakelijk om tot zekere kennis te komen.

Slide 44 - Quizvraag

Empirisme
Rationalisme
Je verstand en logisch redeneren is de basis voor kennis
Waarneming door je zintuigen is de basis voor kennis
Natuurkunde
Filosofie
Sterrenkunde
Isaac Newton
René Descartes
Galileo Galilei

Slide 45 - Sleepvraag

Goed of Fout 
Goed

Fout

Twee filosofen, die in Duitsland werkzaam waren, worden wel als de grondleggers van de verlichting beschouwd namelijk René Descartes en Baruch Spinoza. 
Copernicus bewees de bewering van Galilei dat niet de aarde, maar de zon het middelpunt van het heelal is.
Galilei bewees Copernicus’ bewering dat niet de aarde, maar de zon het middelpunt van het heelal is.
Descartes ontwierp een eigen filosofisch systeem, gebaseerd op wiskundige methoden. 

Slide 46 - Sleepvraag