Achter de balie toets

Achter de balie:
Jas uit? 
Telefoon in de telefoonzak?


1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Achter de balie:
Jas uit? 
Telefoon in de telefoonzak?


Slide 1 - Tekstslide

Planning
Eerst uitleg:
  •  Voorbereiden van de was
  • Hygiëne en schoonmaken
  • Afronden bedragen
+  boekje afronden. 
Daarna openboektoets

Slide 2 - Tekstslide

Voorbereiden van de was

Slide 3 - Tekstslide

Dit doe je voordat de was de machine in gaat:



- zakken leeghalen
- ritssluiting dicht doen
- donkere kleding omdraaien
- kleding met prints omdraaien
- vlekkenmiddel op vlekken
- etiket lezen
- was sorteren
- etiket lezen
- was sorteren
ALTIJD EERST WASSORTEREN!!!

Slide 4 - Tekstslide

Wassymbolen: staan op kledinglabel
Hoe je het moet wassen/behandelen 

Slide 5 - Tekstslide

Hygiëne
3 soorten:
Algemene hygiëne: de handelingen die je elke dag doet om gezond te blijven
Bedrijfshygiëne:  het schoonhouden van bedrijfsruimten en omgaan met bedrijfsafval.
Persoonlijke hygiëne: handelingen als jezelf verzorgen, douchen, tanden poetsen 

Slide 6 - Tekstslide

Schoonmaakfrequentie.
Een moeilijk woord voor ‘hoe vaak maak je schoon’  
Dagelijks: Keuken/ WC en opruimen 
Wekelijks: Dweilen, stoffen  en badkamer
Periodiek: Ramen zemen / kast opruimen

Slide 7 - Tekstslide

Schoonmaak regels
• Werk van schoon naar vuil. 
• Werk van boven naar beneden.
• Begin altijd op een vast punt.  
• Werk van de zijkant naar het midden. 
• Combineer gelijke werkzaamheden. 

Slide 8 - Tekstslide

Schoonmaaktechnieken
Bij droog schoonmaken hoort:
• stofzuigen;
• vegen;
• stof afnemen.

Slide 9 - Tekstslide

Klamvochtig schoonmaken
Stofwissen
micro-vezeldoek

Slide 10 - Tekstslide

Nat schoonmaken
• dweilen;
• moppen;
• ramen zemen;
• schoonmaken van sanitair.
(Sanitair = wc/ badkamer)

Slide 11 - Tekstslide

Afronden van bedragen
Als klanten contant afrekenen, moet je de centen afronden.
vb: € 48,32    wordt      € 48,30
€ 26,48    wordt     € 26,50
€ 7, 35  wordt     ???? 

Slide 12 - Tekstslide

Onthouden
centen eindigen op 5 en 0 veranderen niet.
eindigt op 3, 4 , 6 of 7? dan naar 5 afronden
 eindigt op 1, 2 , 8 of 9 ?  dan naar 0  afronden. 

Slide 13 - Tekstslide

Toets

Slide 14 - Tekstslide