Oefentoets

Erfelijkheid en eiwitsynthese
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Erfelijkheid en eiwitsynthese

Slide 1 - Tekstslide

Een jongen verft zijn haar paars.
Wat is waar:
A
Zijn genotype is veranderd
B
Zijn fenotype is veranderd
C
Zowel zijn genotype als zijn fenotype is veranderd
D
Zijn genotype en fenotype zijn niet veranderd

Slide 2 - Quizvraag

Een kikkervisje wordt een kikker. Is het genotype, fenotype, allebei of geen van beide veranderd?
A
Alleen het Genotype
B
Alleen het fenotype
C
Zowel genotype als fenotype
D
Geen van beide

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen zitten er in een lichaamscel van de mens?
A
46
B
48
C
23
D
24

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel geslachtschromosomen zitten er in een spermacel van de mens?
A
46
B
48
C
2
D
1

Slide 5 - Quizvraag

Welk geslachtschromosoom zit er in een eicel van de mens?
A
X-chromosoom
B
Y-chromosoom
C
X of Y chromosoom
D
X en Y chromosoom

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel paren chromosomen zitten er in de zaadcel van een man?
A
23
B
2
C
1
D
0

Slide 7 - Quizvraag

Een onderzoeker vindt een cel met daarin één X chromosoom, wat voor cel is dit?
A
Een eicel of zaadcel
B
Een lichaamscel van de man
C
Een lichaamscel van een vrouw
D
Kun je niet weten

Slide 8 - Quizvraag

In welke cel zijn de chromosomen met genen juist weergegeven? Leg je antwoord uit

Slide 9 - Open vraag

Zijn de genen voor de aanmaak van melanine in een spiercel even actief als in een huidcel? Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Open vraag

Bij een hond komen in bepaalde cellen 39 chromosomen voor.

Zijn deze cellen geslachtscellen of lichaamscellen? Leg je antwoord uit.

Slide 11 - Open vraag

Het Startcodon stof methionine, begon met de 3 stikstofbasen welke?
A
G-U-C
B
G-G-A
C
A-U-G
D
C-C-G

Slide 12 - Quizvraag

Lees af:
G-G-A

Slide 13 - Tekstslide

Het tweede aminozuur dat gemaakt werd uit de basen C-C-G is
A
Proline
B
Arginine
C
Asparagine
D
Tryptofaan

Slide 14 - Quizvraag

Welke is het stopcodon?
C-C-U
A-C-C
U-A-A
G-U-U

Slide 15 - Tekstslide