3W3 Het spijsverteringsstelsel

3
Het spijsverteringsstelsel
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

3
Het spijsverteringsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les weet je: 
namen van spijsverteringsorganen
- wat vertering is, welke stoffen dit betreft, wat de bijbehorende verteringsproducten zijn
bouwlagen van het maagdarmkanaal
-  wat peristaltiek is
- welke organen verteringssap maken
- de functie van het gebit en de tandformule

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WOORDWEB
Aan welke organen, processen, stoffen denk je bij  "Spijsverteringsstelsel"?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Het spijsverteringsstelsel
STARTOPDRACHT
STAP 1 Weet je hoe de organen bij de nummers heten? Noteer de namen die je weet (zonder boek)

STAP 2 Bekijk de afbeelding op blz 148 van je boek,  controleer en vul aan

Eerder klaar? Lees p 148 t/m 150

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Het spijsverteringsstelsel
Vertering =
Kleiner maken van voedingsstoffen + omzetten in verteringsproducten die door het bloed kunnen worden opgenomen.

-Wat is het verschil tussen voedings-middel,  -stof en verteringsproduct?
-Moeten alle voedingsstoffen verteerd worden voor opname?
eiwitten

koolhydraten

vetten
vitamines

mineralen

water

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Het spijsverteringsstelsel
Het spijsverteringsstelsel neemt pas producten op als die klein genoeg zijn...
  • grote stoffen moeten klein gemaakt worden
  • dit klein maken heet verteren

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Het spijsverteringsstelsel
Voedingsstof en verteringsproduct

Voedingsstoffen worden door enzymen in spijsverteringssappen omgezet in verteringsproducten
eiwitten

koolhydraten

vetten
aminozuren

glucose

vetzuren glycerol cholesterol

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Het spijsverteringsstelsel
voedingsstof en verteringsproduct...
  • eiwitten, koolhydraten en vetten moeten dus klein gemaakt worden (verteerd)
  • hun verteringsproduct is klein genoeg om opgenomen te worden door het spijsverteringsstelsel
voedingsstof
verteringsproduct
functie
eiwitten

koolhydraten

vetten
aminozuren

glucose

vetzuren glycerol cholesterol
bouwstof

brandstof

brand- en bouwstof

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT 
  • Lees 5.1 tot en met 5.12 , blz 148 -150
  • Noteer moeilijke woorden of onduidelijkheden en vraag na

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ
1. De spijsvertering start in: 
A. de mond
B. de slokdarm
C. de maag
D. de darmen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ
2. Stoffen die klein gemaakt moeten worden voor het lichaam ze op kan nemen zijn: 
A. koolhydraten 
B. vetten 
C. eiwitten
D. A, B en C zijn juist

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ
3. Koolhydraten worden door afgebroken tot het verteringsproduct:  
A. aminozuren 
B. vetzuren
C. glycerol
D. glucose

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ
4. Vitaminen worden door afgebroken tot het verteringsproduct:  
A. aminozuren 
B. vetzuren
C. glycerol
D.  ze hoeven niet eerst verteerd te worden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ
5. Drinkyoghurt is een voorbeeld van een:    
A. voedingsstof
B. voedingsmiddel
C. verteringproduct

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEAMSOPDRACHT (15 min)
Je beantwoordt een aantal vragen over: 
- alles wat je gisteren hebt gegeten en gedronken OF
- een zelfbedacht menu waarvan jij denkt dat het voldoet aan de eisen voor gezonde voeding

Eerder klaar? Begin met opdracht 1 t/m 6 van Take Care H5


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Het spijsverteringsstelsel
Een enzym is een stof die een afbraakreactie kan versnellen. Zo gaat de vertering dus sneller.
  • voor elke voedingsstof is er een apart enzym
  • het enzym splitst een stof in een  verteringsproduct

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Het spijsverteringsstelsel
Enzymen worden gemaakt in spijsverteringsklieren...
  • veel organen in het maagdarmkanaal hebben spijsverteringsklieren
  • elke klier heeft een spiertje zodat de inhoud wordt weggeknepen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Het spijsverteringsstelsel
elke klier maakt...
  • slijm (S)
  • één of meerdere enzymen (E)
  • aanvullende stoffen (A)
slijmproducerende cellen
S
enzymproducerende cellen
E
cellen, die aanvullende
stoffen produceren
A

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Het spijsverteringsstelsel
Organen die stoffen maken om het voedsel te verteren zijn...
1 mond (speeksel of mondsap)
2 maag (maagsap)
3 lever (galsap)
1
2
3

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Het spijsverteringsstelsel
Organen die stoffen maken om het voedsel te verteren zijn...
4 alvleesklier (alvleessap)
5 dunne darm (darmsap)
4
5

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Het spijsverteringsstelsel
  • voedingsvezels worden NIET verteerd
  • deze vezels helpen bij de peristaltiek

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Het spijsverteringsstelsel
Het hele maagdarmkanaal is opgebouwd uit een aantal lagen:
  • slijmlaag (geplooid, bevat de spijsverteringsklieren)
  • een dubbele spierlaag (kring- en lengtespieren)
slijmlaag
S
kringspieren
K
lengtespieren
L

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Het spijsverteringsstelsel
De dubbele spierlaag zorgt ervoor dat het voedsel...
  • één kant op gaat
  • goed gekneed wordt met verteringssappen

Deze golfachtige beweging heet peristaltiek.

Slide 23 - Tekstslide

ABCD QUIZ/pauze?
OPDRACHT
Lees paragraaf 5.1.3 blz 150-151 
Maak de kruiswoordpuzzel

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.2 Het gebit
Het gebit bestaat uit elementen, de tanden en kiezen.
  • tanden hebben één wortel en zijn om te bijten en scheuren
  • kiezen hebben meerdere wortels en zijn om te pletten en malen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.2 Het gebit
Een tand of kies is opgebouwd uit:
  • een kroon, het zichtbare deel
  • een wortel, die in de kaak zit
kroon
K
wortel
W

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.2 Het gebit
Een tand of kies is opgebouwd uit:
  • de kroon bestaande uit hard glazuur
  • onder de kroon zit het tandbeen, bedekt met een laag cement
  • het cement geeft houvast in het tandvlees
glazuur
G
cement
C
tandbeen met cement omgeven
B

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.2 Het gebit
Een tand of kies is opgebouwd uit:
  • in het tandbeen zit  de tandholte, waar bloedvaten en zenuwen zitten
  • bloedvaten en zenuwen verlaten de tand of kies via het wortelkanaal
tandholte
H
wortelkanaal
W

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.2 Het gebit
Een volwassen gebit bevat elk kwadrant...
  • 2 snijtanden
  • 1 hoektand
  • 5 kiezen

Dus totaal: 32 
2
1
5

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les...
1 Noem je de namen van de spijsverteringsorganen
2 Leg je uit wat vertering is en welke stoffen dit betreft. Ook vertel je de bijbehorende verteringsproducten
3 Vertel je de bouwlagen van het maagdarmkanaal en wat peristaltiek is
4 Noem je de organen die verteringssap maken
5 Noem je de functie van het gebit en de tandformule

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les...
1 noem je de organen van borst-, buik en bekkenholte

2 leg je uit welke oorzaak een aandoening kan hebben

3 leg je uit hoe groei en ontwikkeling plaatsvinden
1 Noem je de namen van de spijsverteringsorganen
2 Leg je uit wat vertering is en welke stoffen dit betreft. Ook vertel je de bijbehorende verteringsproducten
3 Vertel je de bouwlagen van het maagdarmkanaal en wat peristaltiek is
4 Noem je de organen die verteringssap maken
5 Noem je de functie van het gebit en de tandformule

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zelf maken
H5 Het spijsverteringsstelsel
  • Opdracht 1 t/m 5

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies