Quiz

Quiz
Arbeid en productie

250610 2e/2f
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Quiz
Arbeid en productie

250610 2e/2f

Slide 1 - Tekstslide

Het maken van goederen en het leveren van diensten.
A
Consumeren
B
Produceren
C
Toegevoegde waarde
D
Omzet

Slide 2 - Quizvraag

Het aantal verkochte producten.
A
Afzet
B
Verkoopprijs
C
Nettowinst
D
Omzet

Slide 3 - Quizvraag

Door het product te bewerken wordt het meer waard.
A
Bedrijfskosten
B
Verkoopprijs
C
Toegevoegde waarde
D
Inkoopwaarde

Slide 4 - Quizvraag

Welke formule klopt?
A
Omzet - inkoopwaarde = nettowinst
B
Omzet - inkoopwaarde = brutowinst
C
Omzet - bedrijfskosten = nettowinst
D
Omzet - bedrijfskosten = brutowinst

Slide 5 - Quizvraag

Tobias heeft een kledingzaak. Een zomerjas koopt hij in voor € 34. Hij verkoopt de jas met een brutowinstopslag van 60%.
Bereken de verkoopprijs van de jas.
A
€ 13,60
B
€ 20,40
C
€ 34
D
€ 54,40

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen bedrijfskosten?
A
Loon personeel
B
Inkoopwaarde
C
Huur bedrijfspand
D
Energiekosten

Slide 7 - Quizvraag

De verkoopprijs is € 40. De btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs.
A
€ 31,60
B
€ 40,84
C
€ 44,80
D
€ 48,40

Slide 8 - Quizvraag

Het totale bedrag dat een bedrijf betaalt voor de inkoop van producten.
A
Inkoopprijs
B
Inkoopwaarde
C
Omzet
D
Brutowinst

Slide 9 - Quizvraag

Vraag
Aanbod
H&M heeft veel keuze uit kleding voor kinderen.
Youri heeft op de markt een kraam met groente en fruit.
Elise wil een paar nieuwe schoenen.
In een reclamefolder staan producten van de Mediamarkt.

Slide 10 - Sleepvraag

Een supermarkt levert diensten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van ongeschoold werk?
A
Kapper
B
Leraar
C
Pakketbezorger
D
Kok

Slide 12 - Quizvraag

Groenrijk verkoopt kerstbomen voor € 27,50 per stuk. De omzet is € 2.365.
Bereken de afzet.
A
12
B
65
C
86
D
65.038

Slide 13 - Quizvraag

Wat is geen arbeidsvoorwaarde?
A
Het loon per maand
B
De functie
C
Aantal werkuren per week
D
Aantal vakantiedagen

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Pak de oefentoets erbij. Dan bespreken we deze.
Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten als er nog tijd is.
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide