Leren voor SO 6.1 tm 6.3

Oefenen voor SO 6.1 tm 6.3
Lees eerst paragraaf 6.1 tm 6.3, 
maak daarna de oefentoets in LU. 
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen voor SO 6.1 tm 6.3
Lees eerst paragraaf 6.1 tm 6.3, 
maak daarna de oefentoets in LU. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Je zag een reactie van een metaal in water. Wat was de beginstof?
A
Magnesium
B
Natrium
C
Kalium
D
Calcium

Slide 3 - Quizvraag

Wat nam je waar?

Slide 4 - Open vraag

Zilveralmagaan
Zilveralmagaan is een mengsel van zilver en kwik. 


Slide 5 - Tekstslide

Hoe noem je een mengsel van kwik en zilver?
A
Oplossing
B
Suspensie
C
Legering
D
Composiet

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Ferro betekend:
A
Een metaal waar in ieder geval zink aanwezig is.
B
Dit is een verkeerde schrijfwijze van het woord farao
C
IJzer en alle legeringen op basis van ijzer
D
Een specifiek metaalrooster

Slide 8 - Quizvraag

Brons is een legering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een legering?
A
een mengsel van verschillende metalen
B
een mengsel van stikstof en lucht

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Legeringen:
Messing: koper en zink
Brons: koper en tin

Slide 12 - Tekstslide

De formule van aluminiumoxide is:


Aluminiumoxide is een
Al2O3(s)
A
mengsel
B
zuivere stof

Slide 13 - Quizvraag

Bauxiet is een grondstof bij de aluminiumoxide
A
waar
B
onwaar

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste notatie van aluminiumoxide?
A
AlO
B
AlO2
C
Al2O3
D
Al3O2

Slide 15 - Quizvraag

Van aluinaarde tot aluminium
Aluminiumoxide wordt geëlektrolyseerd. 

Slide 16 - Tekstslide

Elektrolyse van aluminiumoxide is een:

A
Faseovergang
B
Chemische reactie

Slide 17 - Quizvraag

Aluminium wordt gemaakt van
A
erts
B
bauxiet
C
aluminumfolie

Slide 18 - Quizvraag

Waaruit wordt metaal gemaakt?
A
Erwtjes
B
Erts
C
Ernst
D
Staal

Slide 19 - Quizvraag

Hoe is erts ontstaan?
A
Dat zijn planten die onder water zijn terechtgekomen. Onder druk wordt het tot erts gevormd.
B
Dat zijn planten en dieren die bedekt werden door modder en zand. Ze veranderden langzaam in erts.
C
Bruinkool verandert langzaam in erts.
D
Dat ontstaat als magma afkoelt en stolt.

Slide 20 - Quizvraag

Hoe wordt het vloeibare, gezuiverde ijzer dat direct uit de hoogoven komt ook wel genoemd?
A
Zuiver staal
B
Zuiver ijzer
C
Ruw ijzer
D
Ruw staal

Slide 21 - Quizvraag

welke stoffen zijn de grondstoffen voor de productie van ijzer?
A
ijzererts en cokes(koolstof)
B
ijzererts en helium
C
ijzererts en kalium
D
ijzererts en jood

Slide 22 - Quizvraag

Hoe heet moet je de ijzererts maken voordat het goed reageert met de koolstof (cokes)?
A
1100 graden
B
1600 graden
C
1900 graden
D
2300 graden

Slide 23 - Quizvraag

Bekijk de volgende beweringen over de bereiding van ijzer. Welke zijn juist?
1. IJzererts bevat een hoog percentage ijzersulfide.
2. In een hoogoven maakt men ruwijzer.
3. Cokes bevat veel koolstofmono-oxide.
4. Het ijzer tapt men in een hoogoven als vloeistof af

A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
2 en 4

Slide 24 - Quizvraag

Sommige metalen kunnen zeer heftig met water reageren. Welke twee metalen zijn dat?
A
ijzer en koper
B
natrium en kalium
C
lood en tin
D
cadmium en kwik

Slide 25 - Quizvraag

Er zijn onedele metalen en edelmetalen. Wat geeft men aan als men spreekt van een edelmetaal?
A
Hoe edeler des te duurder het proces is om het te winnen
B
Hoe edeler des te beter het metaal reageert met andere stoffen
C
Hoe edeler des te slechter het metaal reageert met andere stoffen
D
Hoe edeler des te zwaarder het metaal is

Slide 26 - Quizvraag

Wat is corrosie van metalen? Corrosie is:
A
de bereidingswijze van een metaal
B
hoe goed een metaal mengt met andere metalen
C
de aantasting van metalen door stoffen uit de omgeving
D
het aanbrengen van een laagje van een andere metaalsoort op het metaal

Slide 27 - Quizvraag

Legeringen worden vaak toegepast als materiaal. Wat is een legering? Een legering is:
A
een mengsel van metalen
B
een mengsel van ijzererts en cokes
C
een mengsel van ijzererts en kopererts
D
een mengsel van kunststoffen en metalen

Slide 28 - Quizvraag

Messing is een legering van:
A
zilver en kwik
B
zink en koper
C
zink en lood
D
koper en tin

Slide 29 - Quizvraag

Men gebruikt vaker legeringen dan zuivere metalen. Wat is de belangrijkste reden waarom legeringen in plaats van zuivere metalen gebruikt worden?
A
Zuivere metalen zijn veel duurder dan legeringen
B
Zuivere metalen vertonen sneller corrosie dan legeringen
C
Zuivere metalen zijn veel zachter dan legeringen
D
Zuivere metalen hebben veel hogere smeltpunten dan legeringen

Slide 30 - Quizvraag

Drie edelmetalen zijn
A
natrium, kalium en calcium
B
ijzer, koper en aluminium
C
kwik, lood en cadmium
D
goud, zilver en platina

Slide 31 - Quizvraag

Welke van de volgende beweringen over koper zijn juist?
1. Koper is geel van kleur
2. Koper is een edelmetaal
3. Koper geleidt de stroom zeer goed
4. Kopererts bevat vaak chalcopyriet
A
Alle vier de beweringen zijn juist
B
Alleen 1 en 3 zijn juiste beweringen
C
Alleen 1 en 4 zijn juiste beweringen
D
Alleen 3 en 4 zijn juiste beweringen

Slide 32 - Quizvraag

Welke van de volgende beweringen over het hergebruiken van metalen zijn juist?
1. Hergebruik bespaart energie en grondstoffen
2. Hergebruik geeft minder aanslag op het milieu
3. Hergebruik geeft een lagere uitstoot van koolstofdioxide

A
Alleen 1 en 2
B
Alleen 1 en 3
C
Alleen 2 en 3
D
Alle 3 de beweringen

Slide 33 - Quizvraag

We moeten zuinig zijn op de metaalvoorraden. Welke van de volgende beweringen zijn juist?
1. Metalen zijn moeilijk te recyclen
2. Metaalertsen raken een keer op
3. Metaalertsen zijn iet vernieuwbare grondstoffen

A
Alleen 1 en 2
B
Alleen 1 en 3
C
Alleen 2 en 3
D
Alle 3 de beweringen

Slide 34 - Quizvraag

Wat zijn zware metalen? Zware metalen zijn metalen die:
A
een hoge dichtheid hebben
B
erg giftig zijn
C
heel goed met andere stoffen reageren
D
heel veel op aarde voorkomen

Slide 35 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van giftige zware metalen?
A
natrium, kalium en calcium
B
ijzer, koper en aluminium
C
kwik, lood en cadmium
D
goud, zilver en platina

Slide 36 - Quizvraag